Morele en socio-emotionele ontwikkeling
13 belangrijke vragen over Morele en socio-emotionele ontwikkeling
Kolberg’s fasen van morele ontwikkeling
- Preconventionale fasen → word ik gestraft of beloond’ mentaliteit
- Conventionele fasen → moraliteit van een persoon draait om de behoefte om de regels van de maatschappij te gehoorzamen
- Postconventionele fasen → persoon heeft een persoonlijke morele code die de regels van de maatschappij overstijgt
Fase van socio-emotionele ontwikkeling ‘Storm and stress’
2. Sociaal sensitief (bijvoorbeeld invloed van leeftijdsgenoten)
3. Antisociaal en risicovol gedrag
Standaard hypothese (over de beïnvloeding van adolecenten)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Twee typen antisociaal gedrag (Moffit)
- Kleine minderheid van de mannelijke populatie
- Vroege onset van antisociaal gedrag
- Neuro-cognitieve limitaties
- Opgegroeid in moeilijke families en wijken
- Meerderheid van adolescenten laat antisociaal gedrag zien (normatief!), wat verdwijnt na de pubertijd
- Hetzelfde gedrag, verschillende motivaties.
Gokken (Iowa taak)
Bij mensen die A/B kiezen is het impulsieve systeem (amygdala) actief. Adolescenten hebben een grotere kans om kaart A/B te kiezen (risicogedrag) dan de andere leeftijdsgroepen
Hersenen: antisociaal- en risicogedrag
- Verhoging levels neurotransmitters: vooral dopamine dus meer risico's en meer opzoek naar beloningen
- Limbisch systeem bijna volledig ontwikkeld in de vroege adolescentie
- Prefrontale cortex pas voltooid op volwassen leeftijd 18-25 jaar
Erikson - Trust versus distrust
- Primaire taak/conflict van baby's (0-1,5 jaar): vertrouwen vs wantrouwen
- Zeer afhankelijk van ouders
- Als de verzorger betrouwbaar en responsief is: vertrouwen
- Als de verzorger onzeker of onbetrouwbaar is: wantrouwen (onveilige hechting)
Hechtingstheorie nature vs nurture
- Aangeboren neiging om zich te hechten aan primaire verzorgers
- Kritische periode wanneer hechtingsrelatie tot uiting komt
- Maar mensen zoeken op elke leeftijd meer nabijheid als ze zich bedreigd voelen
- Primaire verzorgers beïnvloeden de ontwikkeling van het kind
Afwerend/ambivalente hechtingstijl
Hoe raakt een kind veilig gehecht?
- Sensitief ouderschap
- Intergenerationele overdracht; is de ouders veilig gehecht?
- Afstemming tussen de behoeften van kinderen en de steun uit de omgeving
Hechting en deprivatie op jonge leeftijd
- Geadopteerd op 20 maanden oud: 60% veilig
- Geadopteerd op 24 maanden oud: 30% veilig
Sociometrische status gebaseerd op meest en minst geliefd
- Continue uitkomstmaat: sociale voorkeursscore = acceptatie - afwijzing
- Categorische uitkomstmaat:
- Populair, afgewezen, verwaarloosd, controversieel, gemiddeld
Stadia van daten in de adolescentie
- Begin romantische aantrekking (11-13 jaar)
- Getriggerd door puberteit, inetresse in romantiek, domineert gesprekken met vrienden
- Het ontwikkelen van een verliefdheid maar niet noodzakelijk interactie met persoon in kwestie. Als er sprake is van daten dan vaak in groepssetting
- Exploreren van romantische relaties (14-16 jaar)
- Zowel casual als groepsdating
- Versterken van dyadische romantische banden (17-19 jaar)
- Meer serieuze romantische relaties ontwikkelen, sterke emotionele banden die meer lijken op die in volwassen romantische relaties
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden