Oudheid: problemen van dichtkunst en nabootsing

5 belangrijke vragen over Oudheid: problemen van dichtkunst en nabootsing

Op welk vlak weken de opvattingen van Aristoteles fundamenteel af van zijn leermeester Plato?

Op het gebied van de kunsten had Aristoteles enkele opvattingen die fundamenteel afweken van die van zijn leermeester. Ook Aristoteles meende dat alle aardse verschijningsvormen afbeeldingen waren van abstracte ideeën, maar volgens Aristoteles zijn ideeën abstracties in het hoofd van de mens, die ontstaan en zich ontwikkelen door veelvuldige waarneming.

Waarom zouden we de schilderkunst slechts vanuit onze lagere vermogens kunnen beschouwen?

Het deel dat op de schijn afgaat behoort tot de lagere vermogens. De schilderkunst beeldt zelf de schijn af: op een schilderij zijn verderaf gelegen zaken ook echt kleiner dan op de voorgrond. Daarom kan schilderkunst alleen maar bewonderd worden vanuit die lagere vermogens. Ze behoort namelijk zelf tot de schijn en niet tot de rede.

Waarom is Aristoteles van mening dat kunstenaars niet afleiden van de waarheid?

Omdat kunstenaars via hun eigen waarneming tot weergave van de ideale vorm komen, leiden zij juist naar de waarheid toe. De kunstenaar kan de ideale vorm proberen weer te geven door toepassing van het principe der (s)electio. Dit is een vorm van imitatio waarbij de uitbeelder niet precies weergeeft wat hij ziet, maar een soort van compilatie maakt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer verdwijnen de denkbeelden van Aristoteles en Plato m.b.t. de kunst meer naar de achtergrond?

Als de romantiek plaats gaat maken voor creatio. Creatio ex nihilo is Latijn voor schepping uit het niets. Deze Latijnse uitdrukking wordt gebruikt in de theologie om aan te duiden dat God de hemel en de aarde uit "niets" geschapen heeft. De hemel en de aarde komen in de Bijbel voort door het spreken van God. Voordat God ging scheppen was er niets. De Griekse filosofie kende dit begrip niet.

Hoe was de houding van Plato t.o.v. literatuur?

De literatuur dient volgens Plato aan een aantal morele voorwaarden te worden gehouden, zodat zij kan bijdragen aan de opvoeding van de burgers. De opvoeding van de burgers is nodig voor het realiseren van de rechtvaardige staat.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo