Clasicisme: regels en idealen
18 belangrijke vragen over Clasicisme: regels en idealen
Door welk principe liet de classicist zich leiden?
Schets de ontwikkeling van de oudheid tot het classicisme.
Plato --> idealistische kunst
Cicero --> de kunstenaar schept van binnenuit --> creatio
Plotinus --> Schoonheid is niets anders dan de verzinnelijking van het goede.
Kortom, reeds in de klassieke oudheid leefde naast de mimèsistheorie ook de gedachte dat kunst de natuur te boven moet gaan. Beide opvattingen hebben hun eigen traditie die doorloopt tot in de zeventiende en achttiende eeuw.
Plato toont zijn minachting voor de nabootsende kunst. Hij plaatst daar de idealistische kunst tegenover. Waarom wordt deze kunstvorm wel geaccepteerd?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Niet alleen kunnen genie en smaak in harmonie leven, dat geldt ook voor genie en moraal. Licht deze uitspraak toe.
We spreken bij Kant over de grote ommekeer in het beschouwen van kunst. Over welke wijziging spreken we hier?
Het kunstwerk is een autonome, organische schepping met eigen vormkracht en inwendige wetmatigheid. Het ideaal waaraan een kunstenaar gestalte kan geven, heeft geen goddelijke oorsprong, want berust enkel op een subjectief gevoel en heeft op zichzelf beschouwd ook geen rationele of morele inhoud.
In welk teken staat de classicistische poëtica?
In welk werk van Kant vinden we de ommekeer van zijn denken m.b.t. kunstbeschouwing?
Hoe verhoudt Kant zich t.o.v. de kunsten?
Waarom is het gezelschap NVA (Nil Volentibus Arduum) intressant als we kijken naar de ontwikkeling van het toneel en de literatuur?
Dit is het motto van een gezelschap van intellectuelen, opgericht in Amsterdam in 1669. De literaire inbreng van NVA mag men beschouwen als een serieuze en oprechte poging aan de hand van de modernste interpretaties van Aristoteles en Horatius om de poëzie te verbeteren.
Zij stellen het volgende centraal in de dichtkunst: gladheid en zoetvloeiendheid, het glasgepolijste vers, uiterlijke sierlijkheid en fijnheid van vorm. Het summum van de dichtkunst.
NVA baseerde zich op de toneeltheorieën van Franse Classicistische auteurs.
Op wie baseerde NVA zich?
Hoe gebruikte NVA het gedachtegoed van Spinoza in reactie op het werk van Vondel?
NVA was op basis van het spinozisme een tegenstander van iedere verwijzing naar religie in het werk van Vondel.
Het Frans-Classicisme stelde een aantal nieuwe eisen aan de literatuur. Geef de drie belangrijkste eisen en relateer deze eisen aan het gedachtegoed van Jan van Boendale.
Bienséance: laat het goede zien
Vraisemblancé: werkelijkheidszin
Hier zien we een erfenis van het verleden. Jan van Boendale gaf in de middeleeuwen namelijk al aan waar een goede schrijver aan moest voldoen. Je moet dus het goede voorbeeld laten zien.
Beschrijf de visie van Lambert ten Kate (1720) t.o.v. de kunst.
Beschrijf de visie van Shaftesbury (1671-1713) t.o.v. kunst/kunstenaars.
Beschrijf de visie van Winckelmann (1717-1768) t.o.v. kunst/kunstenaars.
Beschrijf de visie van Herder (1744-1803) t.o.v. kunst/kunstenaars.
Lambert ten Kate (1674-1731) verdeelt kunst en kunstenaars in drie klassen. Dat zijn van laag naar hoog:
2. 'welke daarby iets geestigs uitgedacht hebben'
3. 'de geenen die zich overal aan het Denkbeeldige gehouden hebben'
Geef schematisch aan waar het geschreven woord staat van Plato t.o.v. de ideële wereld.
waarneembare wereld: verschijningen, gesproken woord, onvolmaakte imitatie
kunst: schriftuur, imitatie van de imitatie
Het geschreven woord behoort tot het derde stadium vanaf de eigenlijke werkelijkheid.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden