Samenvatting: Literatuurgeschiedenis 1562-1837
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Literatuurgeschiedenis 1562-1837
-
Introductie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/08/2015
Laat hier meer flashcards zien -
In het deel Worm en Donder van GSN wordt de stof overgebracht m.b.v. narratieve technieken. Dit in tegenstelling tot het werk Een vaderland voor de muzen. Welke manier van overdracht spreekt jou aan en hoe denk je dit in te zetten in het onderwijs?
Het is bekend dat leerlingen methodes met veel narratieve technieken leuker vinden, maar dat hierdoor de stof niet beklijft. Wat betekent dit voor jou als je het vak zou doceren? Kies je toch voor een narratieve insteek of breng je de stof via een theoretische route. -
Welke indeling in de literatuur moet je duidelijk kunnen aanwijzen?
Het is belangrijk dat je de indeling in de perioden: Renaissance, Barok, Maniërisme en Verlichting kent.
Ben je hierdoor een literair beeld op het spoor gekomen? -
Overgang Renaissance en Barok is duidelijk zichtbaar in de beeldhouwkunst. Vergelijking Michelangelo en Bernini. Ze hebben beiden een beeld gemaakt van David. Michelangelo vond dat je een beeld van een heuveltje moest kunnen laten rollen, en aan het eind moest je nog steeds herkennen wat het beeld was. Barok laat een totaal andere benadering zien. Geef je literatuurgeschiedenis volgens de beelden van Michelangelo of volgens de beelden van Bernini?
Volgens Bernini (uitleg). -
Iconografie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/08/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Waar was vogelen een synoniem voor in de zeventiende eeuw?
‘Vogelen’ (of de dialectische bijvorm ‘veugelen’) was in de zeventiende eeuw behalve een synoniem voor vogelvangen, waarschijnlijk wel de meest gangbare aanduiding voor de coïtus. Het woord ‘vogel’ diende als synoniem van penis; het woord ‘vogelaer’ werd gebruikt voor koppelaar of hoerebaas maar ook werd hiermee degeen aangeduid die zelf het liefdesspel bedreef. -
We treffen vogels in obscene betekenis meermalen aan in kunstwerken. Geef enkele voorbeelden.
Bij Jeroen Bosch zien we de verwijzing in zijn werk Tuin der Lusten.
Goltzius gaf de personificatie van de libido een vogel op haar hand als attribuut.
Abraham Janssens een stap verder ging en de personificatie van de wellust uitbeeldde met twee parende mussen op haar linkerhand.
Bosch maakte in zijn Marskramer gebruik van de vogelkooi als uithangbord van een bordeel. -
Waar stond de uitdrukking 'kippen op zolder houden' voor?
Kippen (of duiven) op zolder houden’ was een bekende uitdrukking voor bordeelhouden. -
De dubbelzinnigheid in veel kunstwerken/gedichten moet de zeventiende-eeuwse geest hebben aangesproken. Geef een voorbeeld van hoe die dubbelzinnigheid tot uiting kwam.
In vele amoureuze taferelen valt het op dat een vrouw bezig is met naaien of een ander handwerk. Dit handwerk kon worden opgevat als zinnebeeldig voor een deugd als huiselijkheid of industria, maar het kon eveneens in erotische zin worden begrepen - twee kanten dus weer aan één bezigheid, een polariteit die de zeventiende-eeuwse geest moet hebben aangesproken. -
Geef een voorbeeld van de symboliek die vaak in de schilderijen verwerkt zat.
Een schaatsende amor laat zien dat men zich met vrijen licht op glad ijs bevindt. Als gevogelte aan het spit wordt gestoken, dan heeft dit onmiskenbaar een seksuele connotatie. De uitdrukking aan het spit rijgen was ook in die tijd niet onbekend. Iemands oude schoen heette de vrouw die reeds iemands minnares was geweest. Een hond is een symbool van onkuisheid. -
Hoe moeten we de symboliek van een vogelkooi interpreteren?
De vogelkooi was al sedert de vroeg-christelijke tijd een beeld van het menselijk lichaam en de vogel een beeld van de ziel; in de zeventiende eeuw leeft deze symboliek alleen nog voort in de emblematiek.
De kooi is een beeld van het vrouwelijk geslachtsdeel, de vogel van de maagdelijkheid. Het laten ontsnappen van de vogel kwam neer op het verlies van de maagdelijkheid. Ofwel de kooi symboliseert het vrouwelijk, en de vogel het mannelijk geslachtsdeel. -
Hoe stond het met het taalgebruik in de zeventiende eeuw?
Het zeventiende-eeuwse woordgebruik was in het algemeen vrij onbevangen en een zekere verfijning van dat woordgebruik, samenhangend met de consolidatie van de voorname burgerij als aparte klasse, is pas in de tweede helft van de eeuw geleidelijk aan tot stand gekomen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden