Samenvatting: Literatuurgeschiedenis

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 56 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van literatuurgeschiedenis

  • 1 Duitsland

    Dit is een preview. Er zijn 46 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer vond Der Naturalismus plaats?

    1880-1900
  • Wanneer vond Impressionismus en symbolismus/neuromantik plaats?

    1890-1920
  • Wat zijn kenmerken van de symboliek/neuromantiek?

    - verheerlijkte wereld, geen realiteit
    - l'art pour l'art (geen betekenis alleen mooi)
    - verheven kunsttaal (vooral voor elite)
  • Wat is kenmerkend aan Thomas Mann?

    - nobelprijs gewonnen
    - gevlucht in 1933
    - Noord (hard, serieuzer) en Zuid (mooier, zachter)- conflict
    - broer Heinrich Mann, die meer politiek betrokken was
  • Wanneer vond het expressionisme plaats?

    1910-1925
  • Wat zijn kenmerken van het dadaïsme?

    - kritiek op ouderwetse normen en waarden van burgers
    - primitieve klanken en experimenten om antikunst te bevorderen
    - zeer abstract (bijna onbegrijpelijk)
  • Wat is kenmerkend aan Franz Kafka?

    - Duitse joodse man uit Praag (voelt zich eenzaam)
    - vader-zoonconflict (schuldgevoel)
    - thema's in zijn werken (eenzaamheid, schuldgevoel en angst)
    - taalgebruik: helder en precies, geen onzin
    - buitennatuurlijke situaties (Kafkaeske situaties)
  • Wanneer vond de nieuwe zakelijkheid plaats?

    1919-1933
  • Wat is kenmerkend aan Bertolt Brecht?

    - vluchtte toen Hitler kwam
    - toen hij in 1948 weer naar Duitsland kwam, mocht hij niet naar het Westen 
    - deelt het theaterdrama in twee vormen (Aristotelische Theater/Illusionstheater/kulinarisches Theater en Lehrtheater/Epische Theater)
  • Wat is kenmerkend aan het Aristotelische Theater?

    - had niks met de werkelijkheid te maken (Illusionstheater)
    - er zat geen betekenis achter
    - was vooral om van te genieten (kulinarisches Theater)
LET OP!!! Er zijn slechts 56 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart