Diagnostische toetsen - DT: Motorisch stelsel

21 belangrijke vragen over Diagnostische toetsen - DT: Motorisch stelsel

Beschrijf de bouw van een spier. Noem in je antwoord de woorden: bindweefselvlies, pees, spier, spierbundel, spierschede en spiervezel.

Een spier is aan de buitenkant bedekt met de spierschede. In de spier zitten spierbundels, elke spierbundel is omgeven door een bindweefselvlies. In de spierbundel zitten vele spiervezels. De bindweefselvliezen en de spierschede vormen aan beide uiteinden van de spier de pees.

Wordt een spier korter of langer als je hem aanspant?

Als je een spier aanspant, wordt hij korter

Als zowel de buigspieren als de strekspieren van je been gespannen zijn, kun je je been dan buigen? Verklaar je antwoord.

Nee, je kunt het been niet buigen, omdat de spieren elkaar tegenwerken. Je kunt een been alleen buigen als je tegelijkertijd de buigspieren aanspant en de strekspieren ontspant.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komt het dat een gewricht bij een contractuur meestal in een buigstand vaststaat?

Dat komt omdat de buigspier meer de neiging heeft om in een verkorte stand te verstijven dan de strekspier.

Wat versta je onder dystrofie?

Dystrofie is een verminderd functioneren van een weefsel door een slechter wordende voedingstoestand. Bij dystrofie wordt de minder goede voeding vaak veroorzaakt door een beschadiging in het weefsel en de reacties daarop vanuit het zenuwstelsel.

Geef drie mogelijke oorzaken van tijdelijke atrofie.

  1. •  na enkele weken (bed)rust;
  2. • na immobilisatie door gips;
  3. • na operaties aan spieren en door verminderd gebruik van spieren bij pijnklachten.

Waarom heeft een spier eiwitten nodig?

Een spier heeft eiwitten nodig om spiervezels te onderhouden, bij te maken en te herstellen.

Noem drie typen gewrichten en de bewegingen die ze mogelijk maken. Geef bij elk gewricht een voorbeeld.

  1. • scharniergewricht: op-en-neerbewegingen (kniegewricht, vingerkootjes);
  2. • rolgewricht: rollende beweging (elleboog);
  3. • kogelgewricht: draaibewegingen (heupgewricht).

Wat zijn de twee functies van de knieschijf?

De twee functies van de knieschijf zijn: bescherming van de kniepees en stabilisering van het kniegewricht in strekstand.

De gewrichtsuiteinden in een gewricht bewegen heel soepel ten opzichte van elkaar. Door welke drie factoren is dat mogelijk?

  1. • kop en kom passen goed in elkaar;
  2. • kop en kom zijn bedekt met een laagje glad kraakbeen;
  3. • in het gewricht zit olieachtig gewrichtssmeer

Noem 4 kenmerken (functies) van de wervelkolom

  1. beschermt het ruggenmerg;
  2. geeft steun en stabiliteit;
  3. is buigzaam;
  4. is de bevestigingsplaats voor de ledematen, ribben en de schedel.

Waarin verschilt de bouw van de atlas met de andere wervels en wat kan de atlas wat de andere wervels niet kunnen?

De atlas heeft geen wervellichaam, en heeft een groot wervelgat.
De atlas kan ronddraaien

Noem twee functies van de tussenwervelschijven.

ze hebben een stoot- of bumperfunctie en ze maken soepele bewegingen van de wervelkolom mogelijk.

Botweefsel is heel goed doorbloed. Wat is daarvan de functie?

Botweefsel wordt voortdurend vernieuwd. Daarvoor zijn constant bouwstoffen en zuurstof nodig. De vele bloedvaten in het bot leveren deze stoffen aan.

Uit welke botten bestaat de bekkengordel?

het heiligbeen en twee heupbeenderen (het heupbeen bestaat uit drie versmolten beenderen: darmbeen, zitbeen en schaambeen.

Geef drie kenmerkende verschijnselen van chronische reuma.

  1. • pijnlijke gezwollen gewrichten van handen en voeten;
  2. • ochtendstijfheid;
  3. • vergroeiingen in gewrichten;
  4. • zwelling van pezen en spieren rond gewrichten;
  5. • reumaknobbels;
  6. • koorts en warme gewrichten in de actieve ontstekingsfase.

Welke ontstekingsverschijnselen zijn aan de gewrichten waar te nemen?

Ontstekingsverschijnselen die aan de gewrichten zijn waar te nemen: pijn, zwelling, gestoorde functie. Soms roodheid en warmte in actieve ontstekingsfase.

Wat zie je aan een gewricht dat artroseverschijnselen vertoont?

het kraakbeen rond de kop en de kom niet glad meer; het is aangetast. De gewrichtsspleet is smaller en als het kraakbeen helemaal weg is, schuren de botten tegen elkaar. Bij beweging hoor je het kraken. Bewegingen zijn pijnlijk en beperkt. Een artrotisch gewricht kan gezwollen zijn door vochtophoping.

Noem twee redenen waarom het heupgewricht gevoelig is voor artrose.

Een heupgewricht is bijna altijd in beweging (behalve als je slaapt) en een heupgewricht moet heel veel gewicht dragen

Soms breekt een bot spontaan zonder dat daar veel kracht voor nodig is. Noem hiervoor twee mogelijke oorzaken.

Twee mogelijke oorzaken zijn osteoporose en kanker in het botweefsel.

Noem minimaal 2 mogelijke oorzaken voor een vertraagde botgenezing.

diabetes mellitus, kanker, wondinfectie en hoge ouderdom.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo