Samenvatting: Locomotie Ziekteleer

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Locomotie ziekteleer

  • 1 Spieren en pezen

  • 1.1 Skeletspieren

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Congenitale hyperplasie (dikbil)

    Dier: rund, soms schaap
    Oorzaak: erfelijke spierafwijking bij charolais, piemontese, belgische witblauwe en roodbont vleesras
    Verschijnselen: sterke toename van het aantal spiervezels per dier in bepaalde spiergroepen (lenden-, dij-, schouder- en rompmusculatuur), verhoogde kans op arhtogryposis, spatische parese en andere congenitale aandoeningen. Keizersnede vaak noodzakelijk
  • Myofibrillaire hypoplasie ('splay leg')

    Dier: varken, soms kittens en puppy's 
    Oorzaak: multifactorieel (erfelijk en niet erfelijk (vroeggeboorte, eiwittekort zeug))
    Verschijnselen: onvermogen om te staan/lopen, extremiteiten worden zij- of voorwaarts gespreid
    Prognose: zonder secundaire complicaties herstellen ze spontaan binnen een week 

    Extra: tekort aan myofibrillen waardoor de spieren van de ledematen (vooral achterhand) niet voldoende zijn ontwikkelt.
  • Spastische parese ('strekkepoot')

    Dier: rund (2-9 maanden)
    Oorzaak: erfelijk, hyperactiviteit van de strekreflex
    Verschijnselen: progressieve spastische kreupelheid van 1 of afwisselend beide achterbenen. Tonische kramptoestand, waarbij de m. Gastrocnemius en vaak ook de oppervlakkige buiger betrokken is. 
    Therapie: neurectomie van n. Tibialis

    Niet fokken met deze dieren!
  • Inborn errors van glycogeenmetabolisme

    Erfelijke myopathie

    Dier; honden (laplandhond, duitse herder) en runderen (shorthorn en brahman)
    Oorzaak: gegeneraliseerde veranderingen in de spieren (inclusief hartspier)
    Prognose: dieren sterven hier uiteindelijk aan als ze 10-18 maanden oud zijn
  • HYPP (hyperkaliëmische periodische paralyse)

    Dier: amerikaanse paardenrassen (quarter horse, paint, appaloosa en kruisingen)
    Oorzaak: autosomaal dominant geeft mutatie in de Na+-kanalen in skeletspiercellen --> hyperexcitatie van skeletspieren die of symptoomloos verloopt of aanleiding geeft tot spiertremoren, fasciculaties en spierzwakte met in sommige gevallen een dodelijke afloop.
  • 2 Beenderen

  • 2.3 gegeneraliseerde skeletaandoeningen bij jonge dieren

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Congenitale chrondrodystrofie (chrondrodysplasie)

    Dier: rund en hond
    Oorzaak: erfelijk
    Verschijnselen: te korte en te dikke beenderen, buldogkalf bij rund

    Stoornis in de kraakbeengroei en kraakbeenrijping, vooral in de groeischijven.
  • 2.4 Gegeneraliseerde skeletaandoeningen bij volwassen dieren

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Chronische fluorvergiftiging (fluorose)

    Dier: rund in de buurt van industrie
    Oorzaak: opname van fluor via digestietractus of longen
    Verschijnselen: exotosen in beenderen (vooral kaken, ribben, metacarpi en metatarsi), sclerosering

    Bij jonge dieren worden ook emaildefecten aan tanden en kiezen gevonden.
  • 2.5 Lokale skeletaandoeningen

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Persistentie van enchondraal kraakbeen (dyschondroplasie)

    Dier: jonge hond van grote rassen, kip/kalkoen (vleesrassen)
    Oorzaak: lokale vertraging in differentiatie van de groeischijf door verhoogde Ca, P en vitamine D, of erfelijk (?)
    Verschijnselen: locomotiestoornissen

    Treedt meestal op in de distale metafyse van de ulna en radius en soms in die van de distale femur en proximale tibia
  • 3 Gewrichten

  • 3.2 Gewrichtstrauma

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Contusie (kneuzing) en distorsie (verstuiking)

    Dier: alle dieren
    Oorzaak: hyperextensie, hyperflexie, rotatie of tractie
    Verschijnselen: afhankelijk van ernst, kreupelheid en zwelling (oedeem/hematoom/haemarthros/pus)
    Diagnose: obv verschijnselen en evt röntgen of gewrichtspunctie
    Therapie: rust, koelen, bewegingbeperking en NSAIDs, evt fysiotherapie en voltaren gel
    Prognose: gunstig tenzij complicaties
  • 3.4 Osteoartrose, osteochondrose en artritis

    Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de meest voorkomende lokalisaties van osteoartrose bij het paard?

    - Tarsometatarsale gerichten en distale intertarsale gewricht (spat)
    - hoefgewricht (lage overhoef)
    - kroongewricht (hoge overhoef)
    - kootgewricht (meest frequent) en gaat vaak gepaard met degeneratieve veranderingen in het kopeldraagapparaat

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Locomotie Ziekteleer