Samenvatting: Logistiek Management
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Logistiek management
-
1 Logistiek management
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het belang van logistiek voor Nederland?
- Handel
- Werkgelegenheid
- Dienstverlening aan logistieke bedrijven
-
Wat is het verband tussen productontwikkeling en logistiek?
Bij de ontwikkeling van een product wordt al rekening gehouden met de maatvoering tbv van transport, zodat deze optimaal op pallets en in containers vervoerd kan worden. -
Wat zijn verklaringen voor globalisatie?
- Logistiek
- Snel transport
- Wegvallen van grenzen
-
Wat zijn de maten van een gewone 20 ft. container (TEU)
- Lengte 6,05 meter
- Breedte 2,44 meter (3 Europallets van 80 cm)
- Hoogte 2,60 meter
-
Wat is een reefer en wat is een High Cube?
- Reefer: koelcontainer
- Highcube: 30 cm hoger dan normale container
-
Wat zijn de vervoersmodaliteiten met hun voor- en nadelen?
- Lucht: snel, duur, niet door-to-door, niet duurzaam
- Zee: veel massa, goedkoop, niet door-to-door, niet duurzaam, langzaam
- Binnenvaart: veel massa, goedkoop, niet door-to-door, niet duurzaam, langzaam
- Weg: door-to-door, files, overladen, niet duurzaam
- Spoor: veel massa, goedkoop, duurzaam, niet door-to-door, tijdsverlies door rangeren
- Pijpleiding: veilig, weinig onderhoud, veel massa, duur in aanleg, niet duurzaam, niet door-to-door
-
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de goederenstroom in de levensmiddelendetailhandel?
- Een uitgebreid assortiment
- Een groot aantal leveranciers
- Grote volumes in aantallen colli en tonnage
- Een groot aantal afnemers
- Een beperkte ruimte per filiaal
- Een uitgebreid assortiment
-
Wat is het Klantenorderontkoppelpunt (KOOP)?
Het punt dat aangeeft hoe ver (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst.
Twee mogelijkheden- Stroomafwaarts betekent dat voorraden worden aangehouden dicht bij de afnemer.
- Stroomopwaarts wil zeggen: dicht bij de bron
- Stroomafwaarts betekent dat voorraden worden aangehouden dicht bij de afnemer.
-
Wat zijn de vijf klantorderontkoppelpunten?
- KOOP 1: maken en zenden naar voorraad: voorraden dicht bij de afnemers: consumentenproducten
- KOOP 2: maken van centrale voorraad: artikelen worden centraal opgeslagen en verstuurd op aanvraag naar afnemers.
- KOOP 3: assembleren op order: er worden halffabrikaten geproduceerd die na binnenkomst van een order worden geassembleerd tot een gereed product.
- KOOP 4: maken op order: er worden alleen voorraden grondstoffen en onderdelen aangelegd. Elke order is klantspecifiek.
- KOOP 5: inkopen en maken op order: er worden geen voorraden aangehouden. Alle inkopen vinden plaats op basis van klantspecifieke wensen.
- KOOP 1: maken en zenden naar voorraad: voorraden dicht bij de afnemers: consumentenproducten
-
Wat is push of pull logistiek?
- Push logistiek: voorraad geduwd door planning. KOOP 1/2, planning van afname, anders wordt doorlooptijd te lang (voorwaartskoppeling).
- Pull logistiek: voorraad getrokken door afname. KOOP 3/4/5, productie op bestelling (terugkoppeling).
- Push logistiek: voorraad geduwd door planning. KOOP 1/2, planning van afname, anders wordt doorlooptijd te lang (voorwaartskoppeling).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden