Metabolisme van de mens 2 - Transport en uitscheiding - Het bloedvatenstelsel
3 belangrijke vragen over Metabolisme van de mens 2 - Transport en uitscheiding - Het bloedvatenstelsel
Welke ziektes van het bloedvatenstelsel zijn er (genoemd)?
Slagaderverkalking= het verharden van de wand van de slagaders en het dichtslibben van die vaten --- dit leidt tot onvoldoende bloedvoorziening van een deel van het hart. (deels erfelijk en deels met voeding te maken).
Angina pectoris= hartkrampen-- het gevolg is benauwdheid en een pijnlijk gevoel in de borststreek.
Hartinfarct= als een deel van de hartspier afsterft vanwege zuurstofgebrek door een wellicht vernauwde kransslagader door een stolseltje.
Angina pectoris= hartkrampen-- het gevolg is benauwdheid en een pijnlijk gevoel in de borststreek.
Hartinfarct= als een deel van de hartspier afsterft vanwege zuurstofgebrek door een wellicht vernauwde kransslagader door een stolseltje.
Wat is het verschil tussen de bloedsomloop en de embryonale bloedsomloop?
De embryonale bloedsomloop geldt van voor de geboorte. In de placenta stromen de haarvaten van het embryonale bloedvatenstelsel vlak langs de haarvaten van de moeder. (het moederlijk deel van de placenta blijft gescheiden van het embryonale deel--dus geen mening met het bloed van de moeder).
De bloedvaten die door de navelstreng lopen, zijn van de embryonale oorsprong. Het embryohart pompt zelf vanaf het moment van ontstaan het bloed rond., klein deel naar de niet werkende longen, het grote deel naar het hoofd en het lichaam. Kleine bloedsomloop werkt dus nog niet.
De bloedvaten die door de navelstreng lopen, zijn van de embryonale oorsprong. Het embryohart pompt zelf vanaf het moment van ontstaan het bloed rond., klein deel naar de niet werkende longen, het grote deel naar het hoofd en het lichaam. Kleine bloedsomloop werkt dus nog niet.
Wat is een colloid-osmotische waarde?
Als de osmotische waarde van een vloeistof wordt bepaald door colloiden. Voorbeeld in het lichaam= in de haarvaten is hoge bloeddruk--- wanden van de haarvaten zijn maar 1 cellaag dik dus een gedeelte van het bloedplasma wordt ui de haarvaten geperst. Alleen bloedcellen en colloidaal opgeloste eiwitmoleculen blijven in het bloedplasma in de haarvaten achter---deze achterlijvers zorgen zo voor een colloid-osmotische waarde van het bloedplasma in de haarvaten
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
