Samenvatting: Luteijn
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Luteijn
-
1 Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg (H1)
-
1.2 Stappen van het diagnostisch proces
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de vijf vereiste diagnostische handelingen?
1. De voorlopige theorie wordt omgezet in concrete hypothesen.
2. Een specifiek onderzoek criterium wordt gekozen dat de geformuleerde hypothesen kan ondersteunen dan wel verwerpen.
3. Er worden voorspellingen gedaan over resultaten of uitkomsten op dit instrumentarium, zodat op voorhand duidelijk is wanneer de hypothese aanvaard of verworpen zullen worden.
4. Instrumenten worden afgenomen en verwerkt.
5. Op grond van de verkregen resultaten worden de hypothesen op beargumenteerde wijze aanvaard of verworpen. -
Wat doet de a-priori of rationele methode?
Deze verzoekt beoordelaars items samen te voegen die volgens hen hetzelfde meten. -
1.3.2 Verklaring
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat bevat een verklaring die antwoord geeft op de vraag waarom er een (gedrags) probleem is:
1. Het deelprobleem
2. Condities die het optreden van het probleem verklaren
3. De relatie tussen 1 en 2 termen van omdat en doordat. -
1.5 Het diagnostisch proces
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen eigenlijke verwijzer en feitelijke verwijzer?
Een eigenlijke verwijzer is: een rechtbank (die het onderzoek willen).
Een feitelijk verwijzer is: een psychiater (voert het onderzoek uit) -
1.5.4 Het diagnostisch onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.4
Laat hier meer flashcards zien -
Formulering van toetsbare voorspellingen
Wat is je voorspelling, en er moet eencriteria opgesteld worden waartegen jetoetst .Cut-off scores: vaststellen of de hypothese aangenomen of verworpen wordt. -
Wat leidt tot de diagnostische conclusie?
In de argumentatie orden de uitkomsten van afname en scoring teruggekoppeld naar de hypothesen en voorspellingen. Als de resultaten met de voorspelling overeenstemmen wordt de hypothese niet verworpen. -
2.2.3 Kwaliteit van instrumenten
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke zesde versie is in 1999 uitgegeven?
Standards for educational and psychological tetst.
Deze Standards bieden criteria om tests, testpraktijken en testgebruik te evalueren. -
Wat zijn de uitgangspunten van de testconstructie?
Betreft het gebruiksdoel en de meetpretentie (wat willen we meten)?
Er moet een uitspraak gedaan worden over het primaire doel van de test. De meetpretentie bepaalt wel type normeringsbetrouwbaarheid en validiteitsonderzoek gedaan moeten worden. -
2.2.5 De hoogte van vliditeitscoefficient
-
Hoe hoog moet een criterium validiteit coëfficiënt zijn?
Voor validiteit zijn geen vuistregels gegeven.
Cohen heeft een vuistregel gegeven voor de vereiste hoogte van de validiteit coëfficiënt: Hij noemde een true correlatie tussen predictor en criterium van R= .10 laag of verwaarloosbaar en een true correlatie van R= .30 gemiddeld en een van R= .50 hoog. -
4 Gedragsobservatie
-
4.2 Ongestandaardiseerde observatie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
Laat hier meer flashcards zien -
De eerste indruk van een vorm van heuristiek heeft betrekking op:
De neiging van mensen om vast te houden aan de eerste indruk die ze hebben, ook als er later informatie komt die daarmee tegenstrijdig is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden