Samenvatting: M&i

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van M&I

  • Week 1

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 30/03/2015
    Laat hier meer flashcards zien

  • Op welke gebieden wilt Hooghe et al. de migratiestromen naar Europese landen verklaren?

    - Economisch (migratie als reactie op de arbeidsmarkt en economische motivaties)
    - Cultureel (migratie volgens centraal cirkel patroon)
    - Sociaal netwerk (migratie volgens een al bestaand netwerk)
  • Wat zijn push- en pullfactoren volgens Hooghe et al.?

    Push factoren = factored die maken dat individuen het land verlaten
    Pull factoren = migratie naar Europa
  • Welke theorieën horen bij welke dimensie volgens Hooghe et al.?

    Economische dimensie --> vraag en aanbod (economische indicatoren en migratiestroom; efficiëntie (hoe snel?)
    Culturele dimensie --> 'world system theory' paradigm: van perifere naar centrale landen (culturele hegemonie) (verwacht wordt dat dit meer tussen koloniale landen zal plaatsvinden)
    Sociale netwerken dimensie --> 'social network theory': kettingmigratie (aanwezige etnische gemeenschap = opgebouwde aanwezige netwerk)
  • Wat zijn de resultaten van het onderzoek van Hooghe et al.?

    1. Men kiest niet per se voor het rijkste land, de zorgverzekeringen of de economische groei. Wel kijkt men naar de werkeloosheid (als deze laag is, komen er meer migranten) en naar de efficiënte van een jaar.
    2. De afstand tussen landen heeft geen invloed. Wel is er een significant effect van koloniën (blijft relatief stabiel).
    3. Landen met een dominante taal trekken meer migranten aan.
    4. Netwerken blijken niet significant. 
  • Wat zijn de uitkomsten van het 'integrated model' (economic and cultural) van Hooghe et al.?

    Bij het integrated model is de tijd niet significant. Hoe meer inwoners, hoe meer integratie. Koloniën en lage werkeloosheid spelen beiden een rol.
    (--> let op ongedocumenteerde migratie en relatieve vs absolute aantallen).
  • Wat zijn de beperkingen van Hooghe et al.?

    - Slechte operationalisering sociaal kapitaal (aandeel allochtonen is een grove maat van het bestaan van contacten voor specifieke migranten)
    - Macro perspectief

    Oplossing: focus op specifieke groep; migranten vergelijken met thuisblijvers; nadruk op netwerk
    bijvoorbeeld: Mexican Migration Project of Polish Migration Project (hier werd bij netwerk wel een significant effect gevonden)
  • Wat zijn de redenen van een vluchteling voor migratie volgens Neumayer?

    Een vluchteling --> status van non refoulement (niet meer terugkeren)


    a) Verblijfskosten (bedreiging van zowel de overheid als bevolking; natuurrampen)
    b) Migratiekosten ('migration hump': effect of the level of economic development; culturele en religieuze overeenkomsten; kolonien; netwerk; geografische proximiteit (dichtbij); genereuze welfares)

    Er is nog bijna geen onderzoek gedaan naar oorzaken.
  • Wat zijn de uitkomsten van Neumayer?

    Generalized violence
    Veel vluchtelingen als mensenrechten worden geschonden. Burgeroorlog en genocide grootste significante factoren.

    Push: politiek geweld, burgeroorlog (schenden human rights) en economische redenen (BNP, groei). Er is geen sprake van 'migration hump'. Er is weinig erkenning voor asielzoekers, alleen bescherming. De definitie moet worden verbreed om andere bedreigingen te zien. Het aantal aanwezige asielzoekers (netwerk) heeft een effect in tegenstelling tot religie of koloniale band.
  • Welke periodes noemt Massey et al.?

    1. Handelsperiode (1500-1800)
    --> uitstroom Europa; kolonisatie en economische groei onder handelskapitalisme; agrarische setters, boekhouders, vakmannen en zakenmannen; kweken arbeid --> gedwongen migratie Afrikaanse slaven
    2. Industriële periode (1800-1900/1904) 
    --> veel verhuizingen naar koloniën 
    3. Periode van gelimiteerde migratie (WOI-1950)
    --> strenge migratiewetten
    4. Post industriële migratie (vanaf 1960)
    --> globaal fenomeen

    1960: Europese shift van exporteren naar importeren van arbeid; recruiteren tijdelijke immigrante (gastarbeiders) --> explosieve groei
    1970: strengere regels, maar al te laat
    1980: Asian Tigers
  • Wat is het verschil tussen stock en flow?

    Stock = aanwezige buitenlandse populatie op een pijldatum
    Flow = migratiestroom (in een bepaalde periode)

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart