Kolonisatie & Slavernij - Anders

14 belangrijke vragen over Kolonisatie & Slavernij - Anders

53. In 1602 werd de VOC opgericht. De VOC had in Azië handelsposten in het bezit.
Leg uit voor welk probleem de oprichting van de VOC een oplossing moest bieden.


Er waren heel veel bedrijven en
daarom werden de producten minder geld waard.

54.  Leg uit waarom de VOC geen grote gebieden veroverde in Azië

. In Azië waren er al grote koninkrijken met vorsten.

55.   Naast Spanje en Portugal, wilde ook Nederland nieuwe gebieden ontdekken. Leg uit waarom.

Als zij ook zelf handelden, konden zij de producten goedkoper inkopen en ook zelf gaan verkopen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

57. Schrijf daaronder op wie er voor protectionisme was en wie voor vrijhandel.

Banda-eilanden: vrijhandel,
want dan konden zij meer geld verdienen, omdat ze met meer landen konden handelen.


Jan Pieterszoon Coen protectionisme   

dan kon hij meer geld verdienen, omdat nootmuskaat dan alleen bij de VOC gekocht kon worden.

58.  Leg uit waarom plantagehouders profiteerden van de slavenhandel.

Het was goedkope arbeid, de slaafgemaakten hoefden geen salaris te krijgen.

59.  Noem een aantal trauma’s die mensen die tot slaaf maken meemaakten

Bijvoorbeeld het wachten op de handelsposten,
  • de reis overzee,
  • het brandmerken,
  • het verhandelen,
  • het werken in de hete zon   

60. Leg uit waarom de VOC toch mee ging doen met de slavenhandel, ondanks dat mensen ertegen waren.

Omdat ze dan, net als Spanje en Portugal, ookt  veel geld konden verdienen.

61, Op de Amerika’s werden plantagekoloniën gesticht. Leg uit wat het doel was van de plantagekoloniën.

Het verbouwen van plantageproducten die niet in Europa groeien, zoals koffie, thee, cacao, tabak.

62. Teken de route die de VOC schepen aflegden.
welke producten  werden verhandeld.

Zie de zwarte route
Specerijen

63. Teken met drie pijlen in de kaart hoe de driehoekshandel verliep.
Schrijf bij de pijlen de producten op die tussen de landen werden verhandeld.

Zie de rode route

64. Op de kaart is te zien dat de kustplaatsen in kaart zijn gebracht, maar de binnenlanden niet. Leg uit waarom. Gebruik in je antwoord het begrip ‘handelsposten’.

De Europeanen kwamen niet in het binnenland, omdat dit niet goed begaanbaar en gevaarlijk was. Ze bleven langs de kust om te handelen en stichten daar handelsposten.

65. In de zeventiende eeuw voeren Portugal, Engeland en Nederland oorlog met elkaar over het bezit van handelsposten langs de kust. Leg uit waarom veel landen de handelsposten in bezit wilden hebben.

Vanaf daar kunnen zij slaafgemaakten inkopen om te vervoeren naar Midden- en Zuid-Amerika.

66. Vertaling: ‘Ben ik geen man en een broer?’
Zou de tekenaar van deze afbeelding een voor of  tegenstander zijn geweest van slavernij? Leg je antwoord uit. T

tegen slavernij. Een medemens of een broer zou je het niet aandoen om in slavernij te leven.

67.  Officieel wordt de slavernij in 1863 afgeschaft. Sommige mensen zeggen dat eigenlijk 1873 het juiste jaartal moet zijn. Leg uit waarom.


De slaafgemaakten moesten nog 10 jaar lang verplicht op de plantages blijven werken.

Ze kregen wel salaris, maar dat was heel laag en ze mochten niet weg.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo