Samenvatting: M&o
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van M&O
-
1 Strategie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de invloeden op een organisatie? Te denken aan partijen (7)
- (Lokale) overheid
- Aandeelhouders
- Klanten
- Leveranciers
- Concurrenten
- Werkgevers- en werknemersorganisaties
- Belangengroepen -
Wat is het klassieke proces van strategisch management?
Er zijn drie fases, namelijk situatieanalyse, strategievorming en plannen en implenteren. Door die drie fases door te lopen kan de organisatie zich afstemmen op de omgeving. -
Wat wordt er gedaan in fase 1: situatieanalyse?
- Ten eerste worden de huidige missie, visie, doelstellingen en strategie vastgesteld.
- Ten tweede wordt er gekeken wat er binnen de organisatie gebeurd en wat er van buitenaf op de organisatie afkomt
- Tot slot wordt er een SWOT-analyse gemaakt, Sterkten, Zwakten, Mogelijkheden/Kansen, Gevaren/Bedreigingen.
Het maken van een SWOT-analyse is het belangrijkste van fase 1, omdat er daar intern en extern naar de organisatie wordt gekeken. -
Wat wordt er gedaan in fase 2: strategievorming?
- Bijstellen/ vaststellen toekomstbeeld
- Ontwikkelen van strategieën
- Evalueren
- Keuze maken
Bij punt twee het ontwikkelen van strategieën is er keuze uit twaalf strategieën, verdeeld in 3 categorieën.
1: op basis van marktaandeel -> Marktleider-Uitdager-Volger-Specialist
2: op basis van turbulentie in de omgeving -> Immunificatie-Adaptie- Manipulatie-Innovatie
3:op basis van expansiemogelijkheden -> Ansoff matrix -
Wat wordt er gedaan in fase 3: plannen en implementeren?
Er wordt gepland op drie niveaus:
1: strategische planning (2-5 jaar), strategie + langetermijndoelstellingen
2: operationele planning (1 jaar), bijv: productieplan, personeelsplan, budget
3: functiegerichte planning (dag, week, maand) bijv: roosters -
2 Structuur
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn motieven voor structuren?
- Kostenmotief -> onderverdelen van taken ivm kosten
- Bestuursmotief -> groepen te maken
- Sociaal motief -> team/groep samenwerking
- Maatschappelijk motief -> perspectief qua doorgroeien -
Wat zijn de 5 manieren om structuur in beeld te brengen?
1: verticale differentiatie, gelijkwaardige taken hiërarchisch ondergebracht, baas-knechtverhouding.
2: interne differentiatie F(unctionele indeling), gelijksoortige taken verdelen, groepen maken die bepaalde vasten taken krijgen, wanneer één groep wegvalt, kan er geen product op de markt komen.
3: interne specialisatie P(roduct), het eindresultaat is het product, denk aan een indeling bij een supermarkt.
4: interne specialisatie G(eografisch), geografische indeling te denken aan een distributiebedrijf.
5: interne specialisatie M(arkt), het eindresultaat is de markt, te denken aan kleinverbruik en grootverbruik, europa/vs. -
Wat is het verschil tussen een lijnorganisatie, lijn-staforganisatie en lijn-en functionele staforganisatie?
Een lijnorganisatie heeft bepaalde afdelingen, maar geen aanvullende organisaties, het is vooral baas-knechtverhouding.
Een lijn-staforganisatie is een lijnorganisatie met een ondersteunende staf, de ondersteunende staf geeft dan adviezen en er zit vaak specialismen zoals administratie, juridisch, financieel, technisch en ICT. Het advies is niet perse bindend en hoeft niet perse opgenomen te worden.
Een lijn- en functionele staforganisatie heeft de staf een daadwerkelijke adviserende functie die niet afgewezen mag worden. Het advies is bindend. -
Wat is de scope of control, span of control en depth of control?
Scope of control: dit is het omspanningsvermogen van managers.
Span of control: dit is vanaf de directie gezien aan hoeveel mensen je leiding geeft. Denk aan Palmgerst, mevrouw versteen geeft aan drie groepsmanagers leiding.
Depth of control: dit houdt in hoelang het duurt voordat het van de directie naar de uitvoerende werkvloer komt. Er is hierbij altijd een laag extra die niet te zien is in het organogram, de werkvloer/poppetjes/mensen -
Wat zijn de 5 organisatiedelen van Mintzberg?
Boven naar beneden: strategische top (bestuurlijk proces, stelt beleid, missie en visie vast), middenkader (doorgeef luik, het primaire proces), uitvoerende kern (daadwerkelijk actie, hier wordt het geld verdiend, het secundaire proces).
Zijkant links: technische staf
Zijkant rechts: ondersteunende staf
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden