Verzorgingsstaten – Sociale zekerheid onder druk: stijgende kosten en perverse prikkels

15 belangrijke vragen over Verzorgingsstaten – Sociale zekerheid onder druk: stijgende kosten en perverse prikkels

Er zijn 3 typen verzorgingsstaten, welke?

1. Liberale stelsel
2. Corporatistische stelstel
3. Universalistisch stelsel

Waar richt de hulp binnen het 'liberale stelsel' zich vooral op?

Op de sociale lagen waarin de slechte risico's opeengestapeld zijn (gehandicapten, alleenstaande vrouwen, niet geschoolde werklozen)
De staat bemoeid zich zo min mogelijk met de markt.
De samenleving is verdeeld in; meerderheid (geen steun) en minderheid (wel steun)

Landen; VS, Australie, Canada, Groot Britannie

Waar richt de hulp binnen het 'corporatistische stelsel' zich op?

Op de beroeps- en status groepen.
Nauwe samenwerking tussen kerk en staat.

Landen; Italie, Duitsland, Oostenrijk, Belgie, Frankrijk, en Nederland in de jaren 50.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar richt de hulp binnen het 'universalistische stelsel' zich op?

Het hele volk.
Alle risico's worden in een stelsel gebundeld. Het hele volk moet solidair zijn.
Steun van zowel, liberalen als socialisten

Landen; Nederland, Zweden, Denemarken, Noorwegen.

Van welke van de 3 typen verzorgingsstaten zijn de uitgaven van de overheid het kleinst?

Van de liberale

Rond 1980 bleken de grenzen van de financierbaarheid van de verzorgingsstaat bereikt te zijn. Noem de oorzaken hiervan.

- Vrouwenemancipatie (toename aantal uitkeringsgerechtigden)
- Individualisering (meer huishoudens)
- Demografische ontwikkeling (toename AOW-uitkeringen door vergrijzing, en toename premiedruk door ontgroening)
- Armoedeval (perverse prikkel; werken loont minder dan een uitkering)
- De calculerende burger (misbruik van uitkeringen)
- Zwartwerken

De staat kan misbruik van het sociale stelsel verminder door: (2)

1. Uitkeringen verlagen (nadeel = treft ook mensen die geen misbruik maken)
2. Nieuwe regels en richtlijnen (nadeel = meer regels leid tot regelverdichting en meer regels geeft aanleiding tot meer overtredingen)

Meneer Jansen had vanwege zijn ziekte recht op een scootmobiel en krijgt er automatisch één toegewezen. Meneer de Jong krijgt na de invoering van de WMO last van dezelfde ziekte als meneer Jansen. Na een keukentafelgesprek met meneer de Jong blijkt dat de dochter van meneer de Jong hem wel twee keer per week naar de bridgeclub wil brengen. Meneer de Jong krijgt geen scootmobiel.

Waar wordt gebruik van gemaakt bij meneer De Jong?

—a. Het afstandelijke solidariteitsmodel.
b. Het compensatiebeginsel.
c. De aanbestedingsprocedure.
d. De aanzuigende werking van specialistische professionaliteit.

b. het compensatiebeginsel

Wat is het fundamentele probleem in een principal-agent-clientrelatie? a. De controle van de cliënt over het functioneren van het toezicht door de principal.
b. De controle van de principal over de handelingen van de agent.
c. De belangen van de cliënt en de agent die ver uiteenlopen.
d. Geen van bovenstaande antwoorden is juist.

b. de controle van de principal over de handelingen van de agent

In land X is de verzorgingsstaat zo georganiseerd dat de staat hoge publieke sociale uitgaven heeft. De staat heeft als doel om de individuele onafhankelijkheid te vergroten. Welk type verzorgingsstaat zien we in land X?

a. Corporatistisch stelsel.
b. Gemengd stelsel.
c. Universalistisch stelsel.
d. Liberaal stelsel.

c. universalistische stelsel

De indeling van verzorgingsstaten is gebaseerd op de commodification index van Esping-Andersen.

Deze index is een uitdrukking voor de mate waarin de staat maatregelen neemt ter verzroging van zijn brugers waardoor zij minder afhankelijk zijn van de markt.

Universalistisch stelsel van sociale zekerheid:

Hierbij zijn alle sociale risico's, de goede en de slechte, in één stelsel ondergebracht. Dat betekent solidariteit voor het hele volk. Universele toepassing wordt gregeld voor de gezondheidszorg, pensioenen en gezinstoelages. Liberalen zijn voorstander omdat dit stelsel de bureaucratie vermindert (controle op behoefte is minder nodig) en socialisten juichen het principe van universele solidariteit toe.
Landen: NL, Denemarken, Noorwegen en Zweden.
In deze staten zijn sociale rechten het meest ontwikkeld. Doel van de staat is om onafhankelijkheid van individuen te vergroten dus de voorzieningen zijn van hoog niveau.

Het internationale label dat voor dergelijke organiaties gehanteerd wordt, is 'quango' ofwel quasi-autonome non-gouvermentele organisaties. Quango's worden volgens van Thiel in het leven geroepen met de volgende bedoelingen:

1. verhoogde doelmatigheid van de uitvoering van het beleid
2 een grotere betrokkenheid van de burgers bij de uitvoering
3. een meer professionele uitvoering door experts die geen last meer hebben van de bemoeizucht van politici, waardoor
4. politici zich beter en meer kunnen richten op hun taak, het ontwikkelen van beleid.
Vb van quango's in NL zijn: PTT of algemeen burgelijk pensioenfonds.

Binnen verzorgingsstaten zijn er 2 soorten pensioenstelsels te onderscheiden afhankelijk van het systeem van financiering:

1. pensioenen kunnen gefinancierd worden op basis van een omslagstelsel (pay-as-you-go system), waarbij de werknemers (20-64 jaar) premie betalen voor uitkeringen aan de huidige generatie niet-werkende ouderen (65+). Dit stelsel is dus niet een verzekeringssysteem, waarin ouderen sparen voor hun pensioen. In NL is de AOW hierop gebaseerd, maar kan je daarnaast ook nog sparen.
2. Andere manier is mensen te laten sparen zolang ze werken, daarmee vormen ze een fonds, waaruit zij later een pensioen uitgekeerd kunnen krijgen. Dit zijn dus verzekeringssystemen (fully-funden schemes).

Om de dreiging van vergrijzing en onbetaalbaarheid van de pensioenvoorzieningen het hoofd te bieden, wordt aan de volgende maatregelen gedacht:

1. Men kan maatregelen nemen om het werkende deel van de populatie voldoende omvangrijk te houden. Bijv. door arbeidsmarktparticipatie van vrouwen te verhogen.
2. de pensioengerechtigde leeftijd verhogen en mensen langer te laten werken. Effect is wel beperkt, omdat levensverwachting steeds weer stijgt.
3. Het omslagstelsel vervangen door een spaarstelsel.
4. De mogelijkheid om uitkeringen te verlagen en daardoor de kosten te drukken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo