Milieuproblematiek - perverse prikkels, collectief handelen en risicomanagement - Visbestanden en overbevissing

5 belangrijke vragen over Milieuproblematiek - perverse prikkels, collectief handelen en risicomanagement - Visbestanden en overbevissing

Een theoretisch model van overbevissing, waarbij uitgegaan wordt dat visserijbeheer verschillende doeleinden tegelijkertijd nastreeft, namelijk:

1.l handhaving van de hulpbron.
2. Economische benutting, dus vergroting van de opbrengsten door de visserij inspanning te vergroten en/of efficiëntere vismethoden te gebruiken.
3. Sociaal-economische doeleinden, zoals de werkgelegenheid van de vissersbevolking en de inkomsten van de vissers.

Twee typen visserij op basis van technologie:

1. ambachtelijke visserij, dit zijn vissers die werken met kleine schepen en oudere technologie.
kapitaalintensievevisserij: dit zijn grotere vissersschepen, uitgestuurd door industriële visbedrijven.

Waarom komen er in de visserij zo weinig instituties voor, voor het duurzaam beheer van deze hulpbron. Wat zijn de voorwaarden voor het totstandkoming van instituties?:


1. mensen moet herhaaldelijk waarnemen dat opportunistisch individueel gedrag collectieve schade veroorzaakt.2. er moet een informatienetwerkt zijn door handel of anderszinds, dat de basis vormt voor de regels.3. uit dit informatienetwerk moet een collectief mechanisme ontstaan voor het afdwingen van deze regels.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Er zijn echter wel problemen gesignaleerd met betrekking tot het systeem van individuele vangstquota. De stelsel kunnen perverse prikkels geven:

1. Het is voor overheden die ITQ's toekennen, niet of nauwelijks mogelijk het gedrag van vissers op zee te controleren. Het is mogelijk dat vissers zich opportunistisch gedragen. Men kan denken aan quota busting, vissers vangen grotere hoeveelheden dan wettelijke is toegestaan.  (illegaal)

2. Vissers kunnen nog andere tactieken toepassen die zich onttrekken aan het toezicht van inspecteurs. Bijv. dat er veel meer wordt gevangen en gedood dan nodig is. Deze activiteit die buitengaats plaatsvindt, is niet coor milieuambtenaren aan wal te controleren.


Er kunnen een aantal hypothesen opgesteld worden omtrent de werking van bepaalde beheerstypen en de voorwaarden voor duurzaam beheer in de visserij:

1. In de visserij zijn min of meer stationaire vissoorten het meest geschikt voor communaal beheer.
2. De moderne kapitaalinstensieve visserij leidt tot overbevissing van bepalde zeeen.
3. In de openzeevisserij bestaan weinig of geen instituties voor duurzaam beheer.
4. Economen en zeebiologen zijn op grond van het 'voorraad en aanvullingmodel' voorstander van vangstbeperkingen, in de vorm van door de staat opgelegde vangstquota.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo