Samenvatting: Maatschappelijke Transities In Historisch Perspectief

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Maatschappelijke transities in historisch perspectief

  • Hoorcollege 1

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/01/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de kernboodschap van dit vak?

    De samenleving is altijd in beweging. Je hebt kennis nodig om het heden te begrijpen. De geschiedenis herhaalt zich niet, wel herkenningspunten terug te vinden.
  • Wat waren de machtigste landen rond 1750

    • Frankrijk
    • Engeland
    • Habsburgse Rijk
    • Rusland


    Side note: Heilige Roomse Rijk: kleine staatjes bij elkaar
  • Hoe zag Europa eruit rond 1750?

    Economisch: agrarisch, veel boeren zelfvoorzienend.
    Politiek: territoriale staten (door verovering samengevoegd), absoluut koningschap.
    Cultuur: religieus, collectivistische samenleving.
    Sociaal: standensamenleving, weinig sociale mobiliteit (positie van je ouders bepalend).
    Demografisch: hoge sterftecijfers en hoge geboortecijfers. Lage levensverwachting door kindersterfte.
    Ruimtelijke transitie: oriëntatie was lokaal. Economische globalisering: handel.

    Nederland was grote uitzondering op al deze transities!
  • Wat maakte Nederland anders rond 1750?

    • Republiek der 7 Verenigde Nederland
    • Geregeerd door regenten
    • Veel mensen woonden in steden ipv platteland
    • Mensen die wel op landbouw leefden produceerden voor de markt. 
    • Nijverheid en handel van groot belang.
    • Burgerij had grote economische en politieke macht
    • Veel migranten woonden in de Republiek. 
  • Wat is een economische transitie?

    De ontwikkeling van een agrarische naar een industriële naar een informatiesamenleving. 
    • Vervanging van de kracht van mensen, wind en water naar fossiele energie.

    Heden en toekomst:
    • Ontwikkeling naar een duurzame samenleving? 
  • Wat is de politieke transitie?

    • Van oligarchie naar democratie.
    • Van territoriale staten naar natiestaten.
    • Van nachtwakersstaat (overheid doet weinig op sociaal gebied, voornamelijk veiligheid) naar verzorgingsstaat. 


    Heden en toekomst?
    • Participatiesamenleving
    • Kloof tussen burgers en politiek of juist groeiende politieke betrokkenheid?
  • Wat is de ruimtelijke transitie?

    • Ontwikkeling van lokaal naar globaal: globalisering


    Heden en toekomst?
    • Van globaal naar glocaal (globalisering maar hoe meer dit toeneemt hoe meer mensen neigen naar nationalisme)
    • Wereldburgerschap of juist toenemend nationalisme?
  • Wat is de conclusie van dit college?

    • De samenleving is altijd in beweging.
    • Rond 1750 was de samenleving vooral agrarisch, religieus en oligarchisch. Een standensamenleving met hoge geboortecijfers en sterftecijfers. Globalisering was beperkt. 
    • Ontwikkelingen in 1 domein beïnvloedt ook ontwikkelingen in andere ontwikkelingen. 
    • Maatschappelijke ontwikkelingen zijn geen lineaire veranderingen.
    • Contextualisering is belangrijk: ontwikkelingen verschillen per tijd en plaats. 
  • Werkcollege 1

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/01/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1. Wat verstaat Kooij onder het begrip ‘transitie’? Wat vind je van deze definitie?

    Kooij zegt dat een transitie een langdurige verandering in de tijd is. Een transitie ontstaat in een bepaald maatschappelijk domein, maar heeft ook invloed op andere domeinen. Een transitie is onomkeerbaar en leidt tot een volledig nieuwe situatie. Ik denk dat dit een goede beschrijving is van het fenomeen ‘transitie’. Het gaat immers om een verandering in een bepaalde structuur zoals demografie, economie, cultuur. Ik denk dat met deze definitie van ‘transitie’ de volledige lading gedekt wordt.
  • Hoorcollege 2

    Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/01/2021
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe zag Europa er voor 1750 uit?

    • Agrarische samenleving
    • Weinig verstedelijking
    • Lage arbeidsproductiviteit: lage economische groei
    • Hele economie was afhankelijk van voortbrengselen van natuur (organic energy economy: alles afhankelijk van kracht van mensen, dieren, water). 


    Verschil met Nederland:
    • In Oost- Europa horigen
    • In Nederland was de agrarische sector meer gecommercialiseerd.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart