Stereotypes x
12 belangrijke vragen over Stereotypes x
Definitie asymmetrische stereotypering
Op welke twee manieren worden stereotyperingen vaak gemeten?
impliciete associatietest
Experiment: Hein, Grumm en Fingerle voerden impliciete associatietest uit om te meten in hoeverre iemand minder gunstig staat tegenover mensen met een mentale handicap dan tegenover mensen zonder mentale handicap. Conclusies?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Experiment: Duncan liet blanke studenten een video zien die al dan niet geïnterpreteerd kon worden als agressief gedrag. Conclusies?
Experiment: Feldman, Barrett en Bliss-Moreau liet deelnemers close-ups van mensen zien, steeds man of vrouw die boos, bang, verdrietig of walgend keek, situatie die persoon ervaren had stond erbij. Was om genderstereotypes te onderzoeken. Conclusies?
bij vrouw werden verdriet, angst en woede vaker in termen van persoonseigenschap verklaard dan als de persoon een man was.
als man en vrouw dezelfde emotie (lijken) te vertonen verklaren mensen de emotie van de vrouw meer op grond van haar persoonlijkheid dan de emotie van de man.
Experiment: Arbuckle en Williams onderzochten of het stereotiepe beeld dat studenten hebben van een professor (jonge man) zorgt dat zij bij beoordelingen in het voordeel zijn tov oudere of vrouwelijke professoren. Conclusies?
College werd ook beter beoordeeld als ze dachten dat het een man was ipv een vrouw.
Experiment: Biernat, Manis en Nelson lieten deelnemers schatten hoeveel de personen op foto's verdienden en hoe financieel succesvol ze waren. Conclusies?
Experiment: Gabriel en Banse onderzochten of mensen in verschillende mate bereid waren om iemand te helpen die zich manifesteerde als homoseksueel vs heteroseksueel dmv wrong number technique. Conclusies?
Experiment: Hebl, Bigazzi Foster, Mannix en Dovidio stuurden studenten naar winkels waar ze naar vacatures vroegen met op pet een verwijzing naar minderheid of meerderheid. Conclusies?
Experiment: Darley en Gross onderzochten stereotiepe opvatting dat kinderen met hoge SES het beter doen op school dan kinderen met lage SES. Conclusies?
bij beoordelen van prestatie van het kind meenden de deelnemers die dachten dat het een kind uit hoge SES was dat ze meer opdrachten juist had dan degenen die dachten dat ze uit lage SES kwam.
Experiment: Macrae, Bodenhause, Milne en Jetten toonden aan dat mensen in staat zin om hun stereotypes te onderdrukken, maar dat ze dit niet lang volhouden. Onderdrukt stereotype kan zelfs tijdelijk een grotere invloed hebben dan niet onderdrukt stereotype (=terugslageffect). Conclusies?
degenen die instructie hadden gekregen bij de eerste foto op zich niet door stereotype te laten leiden hadden de eerste foto minder stereotiep beoordeeld dan degenen die de instructie niet hadden gekregen. bij de tweede foto beschreven deze ze juist meer stereotiep, zelfs stereotieper dan degene die eerst niet hadden geprobeerd om het terzijde te schuiven.
Experiment: Mullen en Monin lieten deelnemers twee keer kiezen tussen sollicitanten, eerste keer kiezen uit 5 kandidaten waarvan er eentje opviel (vrouw tussen mannen of zwarte man tussen blanke mannen), twee keer aangeven welke type kandidaat geschiktste zou zijn. Conclusies?
gaat waarschijnlijk om tweede vorm van 'moreel krediet' opbouwen: gedrag dat eigenlijk seksistisch/racistisch is niet meer als seksistisch/racistisch zien en er vanuit gaan dat anderen het ook niet zo kunnen interpreteren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden