Samenvatting: Macro-Economie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Macro-economie
-
1 Macro-economie
Dit is een preview. Er zijn 74 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke theorie omschrijft Dominique Moisi?
In zijn boek ‘The Geopolitics of Emotion’ gaat Dominique Moïsi in op de drie heersende culturen die het wereldpodium in zijn ogen op dit moment beheersen:- The Culture of Hope: Azie
- The Culture of Humiliation: Arabische landen
- The Culture of Fear: het Westen
- The Culture of Hope: Azie
-
Wat wordt bedoeld met schaarse middelen?
Er is spanning tussen het streven naar onbevredigbare behoeften (welvaart) en de beperkte beschikbare middelen.
Deze behoeften (goederen en diensten) worden geproduceerd met behulp van middelen als grondstoffen, machines en arbeid. -
Wat zijn directe omgevingsfactoren?
Marktpartijen van de onderneming op haar in- en verkoopmarkten.
Het gaat om verschillende schakels in de bedrijfskolom, zoals toeleveranciers, distributieschakels en uiteindelijke afnemers. Ondernemers staan voortdurend in contact met deze partijen. -
Wat zijn indirecte omgevingsfactoren?
Werknemers- en werkgeversorganisaties, overheid, culturele omgevingsfactoren, zoals publieke opinie en media.
De onderneming heeft een geringe invloed op de indirecte omgeving, die omgekeerd een grote invloed kan hebben op de onderneming. -
Wat is (ongelijke) inkomensverdeling?
De verdeling van inkomsten tussen de armste en rijkste groeperingen van een land.
In Brazilië verdient de armste 10% van de bevolking 0,9% van het inkomen, terwijl de rijkste 10% van de bevolking 44,8% van het inkomen verdient.
Inkomensverdeling is van invloed op de welvaart. Mensen die veel bijdragen aan productie, willen ook veel verdienen. Als het inkomen niet in verhouding staat tot de geleverde arbeidsproductiviteit, gaan veel productieve vermogens verloren. -
Noem drie aspecten van het BBP?
- BBP tegen marktprijzen = productiewaarde – inkopen
- NBP tegen marktprijzen = BBP - afschrijvingen
- BBP tegen factorkosten = BBP - belastingen/subsidies
- NBP tegen factorkosten = BBP - belastingen/subsidies – afschrijvingen
- BBP tegen marktprijzen = productiewaarde – inkopen
-
Welke belemmering geeft de wig?
De arbeidsproductiviteit van extra werknemers moet hoog zijn om op te wegen tegen de hoge loonkosten. -
Wat zijn de vier vormen van finale bestedingen?
1.Consumptie
2.Bruto investeringen
3.Overheidsuitgaven
4.Export min import -
Waaruit bestaat de totale besteding aan goederen en diensten?
- Intermediair verbruik
- Finale bestedingen
- Intermediair verbruik
-
Waaruit bestaat consumptie en wat is daarop van invloed?
Goederen, voeding, genotsmiddelen, energie, diensten, huisvesting, horeca, medische diensten, toerisme.
Positieve invloed: inkomensstijging, inkomensnivellering en vermogenstoename
Negatieve invloed: rentestijging
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden