Armoede - Hoe kijk jij naar armoede?
13 belangrijke vragen over Armoede - Hoe kijk jij naar armoede?
1. “Het is toch erg, ik heb zoveel compassie met Sarah. Ocharme dat kind “
Uit medelijden schiet je de kinderen in armoede te hulp want ze zijn niet in staat zichzelf te redden.
Het kind is het onschuldige slachtoffer en zit vast in de rol van de zwakke, afhankelijke die moet worden geholpen.
2. Sarah? Als we nu niet ingrijpen, komt daar later niet veel goeds van!”
Kinderen die in armoede leven, zijn tikkende tijdbommen die later meer kans hebben op en zwakke gezondheid of om werkloos te worden. Als we nu niet ingrijpen, worden ze een last en kost voor de samenleving, een blok aan ons been.
3. “Het is niet omdat Sarah arm is dat ze geen talenten heeft en het later niet kan maken.”
Jij vind armoede geen eigenschap van het kind, maar van zijn omgeving. Ook een kind in armoede zit boordenvol pit.
Het is een sterke kiem. Als we werken aan de voedingsbodem groeit het uit tot een sterke boom of mooie bloem.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
4. “Laat ons even met haar ouders bekijken hoe we samen vooruit kunnen”
We kunnen de strijd tegen kinderarmoede winnen als alle betrokken partijen, inclusief de kinderen en hun ouders samen werken als gelijkwaardige partners. We moeten armoede bestrijden, niet de armen.
Samen staan we sterk.
5. “Niet alles is hopeloos als je in armoede leeft. Kijk naar Vincent Kompany, die groeide ook op in een arme buurt”
Armoede is niet louter een probleem maar kan ook een harde leerschool zijn. Iedere arme is een ervaringsdeksundige, een expert. Zijn levenservaring, kennis en inzichten zijn noodzakelijk om kinderarmoede te begrijpen en bestrijden.
6. “In Sarahs boekentas zit vaak een lege brooddoos. Maar ze draagt wel de nieuwste K3 schoenen”
Arme ouders zijn zelf verantwoordelijk voor hun armoede: ze zijn lui, zoeken geen werk, roken, drinken, gebruiken drugs of waren al heel jong zwanger. Het zijn slechte ouders! En als ze K3 schoenen kunnen kopen zijn ze misschien niet echt arm.
7. “Sarahs mama doet echt alles voor haar. Ze wil net als ons alleen maar het beste voor haar kind “
Arme ouders zijn mensen zoals jij en ik. Het enige verschil is dat hun levensomstandigheden hen dwingt tot keuzes die wij niet hoeven te maken.
Dat maakt het hen soms moeilijk om een goede ouder te zijn.
8. “Arm zijn of worden? Het is een lotje uit de loterij.
Sarah heeft pech dat ze in dat gezin geboren is.”
Armoede heeft niks te maken met individuele keuze en gedrag. Het lot, waar je wieg heeft gestaan, bepaalt welke kansen je krijgt. Bovendien kan iedereen in armoede vervallen: na een zwaar ongeval, een ziekte, echtscheiding, jobverlies.
9. “Steeds meer kinderen zijn zo arm als Sarah. Er gaat toch echt iets fout met onze samenleving!”
Kinderarmoede is zoals koorts, een symptoom van een dieper maatschappelijk probleem: onze maatschappij is niet meer in staat om goed te zorgen voor iedereen.
Het is aan de overheid om hier wat aan te doen, niet aan mij.
10. “ Dat er kinderen in onze school geen eten hebben, maakt me boos. In de 21ste eeuw? Daar moeten we iets aan doen!”
Voor jou strookt kinderarmoede niet met onze fundamentele maatschappelijke waarden zoals gelijke kansen, individuele ontplooiing, participatie en solidariteit.
Kinderarmoede is een wake up call: we moeten in gang schieten
11. “Erg voor Sarah en haar ouders. Blij dat ik niet in die situatie zit. “
Kinderarmoede aanpakken doen we vooral om ons geweten te sussen, uit religieuze verplichting of om de maatschappij ‘op orde’ te houden: ieder zijn plaats.
We helpen wel, maar echt iets veranderen kunnen (of willen) we toch niet.
12. “ Een kind is toch niet arm als het geen smartphone heeft of als er thuis geen auto is?”
Je stelt de huidige westerse manier van leven en ons consumptiepatroon in vraag. Is een kind zonder smartphone arm? Geen liefde en aandacht is toch veel erger dan materiele tekorten. Je gaat ervan uit dat echte armoede in Vlaanderen niet bestaat.
Welke groepen kan je bedenken voor volgende stellingen? Leg uit waarom.
1. "Het is toch erg. Ik heb zoveel compassie met Sarah. Ocharme, dat kind."
2. "Laat ons even met haar ouders bekijken hoe we samen vooruit kunnen"
Mensen schieten kinderen in armoede uit medelijden te hulp. Ze zien de kinderen als hulpeloos wezen, het onschuldige slachtoffer die vastzit in de rol van de zwakke persoon die geholpen moet worden.
Helaas vergeten we de kracht en potentie van kinderen.
2. "hoopgevend"
We kunnen de strijd tegen kinderarmoede winnen als alle betrokken partijen, inclusief de kinderen en hun ouders samenwerken als gelijkwaardige partners. We moeten armoede bestrijden, niet de armen.
Dit is een hoopgevende stelling die klaar is om in actie te komen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden