Samenvatting: Magnetisme

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Magnetisme

• 1 Magnetisme

  Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is proef 1 en de waarneming? (tip: supermagneet)

  Proef 1: We nemen een gordijnrail en plaatsen een supermagneet met daarna twee niet magnetische bollen. We naderen de supermagneet met een derde niet-magnetische bol.
  Waarneming: De magnetische bol K2 wordt afgestoten.

• Wat is proef 2 en de waarneming? (tip: paperclips en supermagneet)

  Proef 2: We bevestigen een paperclip aan een touwtje een we naderen een supermagneet, bevestigd op een metalen plaatje. Eerst benaderen we de magneet loodrecht, vervolgens onder een hoek.
  Waarneming: Als we loodrecht naderen, trilt de paperclip. Naderen we onder een hoek, behoud de paperclip de hoek.

• Wat is proef 3 en de waarneming? (tip: paperclips en staafmagneet)

  Proef 3: We besvestigen een paperclip aan een staafmagneet. Vervolgens bevestigen we meerdere paperclips aan de eerste.
  Waarneming: Er onstaat een ketting van paperclips.
  Daarna verwijderen we de magneet om daarna opnieuw te naderen met de andere kant van de magneet.
  Waarneming: De paperclips worden afgestoten.

• Wanneer is er sprake van 'krachtwerking op afstand' of 'veldkracht'?

  Om een kracht uit te oefenen op een voorwerp hoeft een magneet geen contact te maken met dat voorwerp.

• Ken je nog twee andere veldkrachten?

  Zwaartekracht en elektrostatische kracht.

• Bezitten alle stoffen magnetische eigenschappen?

  Alle metaal- en ijzersoorten worden aangetrokken, ook nikkel.
  Koper, aluminium, glas en goud worden niet aangetrokken.

• Wat zijn magnetische stoffen of ferromagnetische stoffen?

  Stoffen die aan de krachtwerking onderhevig zijn.

• Is het magnetisme over de ganse magneet even sterk?

  De werking is het sterkst aan de polen (zuid- en noordpool).

• Welke pool is de Noordpool en welke de Zuidpool?

  Het donkere deel (geografische noordpool) wijst altijd naar het noorden.
  Het lichte deel (geografische zuidpool) wijst altijd naar het zuiden.

• Kunnen Noordpool en Zuidpool afzonderlijk voorkomen?

  De magneetstukken van de gebroken mageneet hebben weer elk een Noordpool en een Zuidpool.