Patiëntenkaart en patiëntenadministratie
18 belangrijke vragen over Patiëntenkaart en patiëntenadministratie
Zwangerschaps registratie is bedacht om de samenwerking tussen:
Welke 2 documenten worden bij de zwangerschapsregistratie gebruikt:
2.Formulier> "verloskundige verslaggeving NL"> samenvatting zwangerschap> beknopt verslag partus> dun geel papier viervoud A4.
Door wie wordt de zwangerschapskaart ingevuld:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe moet je het formulier VVNL voor zwangerschapsregistratie invullen:
Welke gegevens staan er op het formulier VNL voor zwangerschapsregistratie:
rechtsboven> namen verantwoordelijken tijdens zwangerschap> vullen ook in.
vastleggen> verloskundige ervaring> gegevens kunnen anoniem gebruikt worden voor beeld vorming landelijke verloskundige zorg.
Wat is een zuigelingen kaartje wat staat er op:
Waar wordt de geneesmiddelen kaart voor gebruikt :
-voorkomen van te langdurig gebruik en verkeerde combinaties.
Wat staat er op de voor en achterkant van de geneesmiddelenkaart:
achterkant> gegevens geneesmiddelen, datum, dosering.
Welke soorten post zijn er en hoe worden ze verwerkt:
2.post m.b.t. patiënt> specialistenbrieven, labuitslagen, fysioverslagen,rontgenuitslagen> snel bekijken.
3.post ziekenfondsen, GGD, LHV, rekeningen> op korte termijn bekijken.
4.reclame/tijdschriften> apart voor een rustig moment.
Wat staat er in een excerpt:
1.datum brief.
2.naam specialist/specialisme(ziekenhuis),(Datum opname/ontslag).
3.diagnose/conclusie (relevante bevindingen).
4.therapie.
5.revisie.
Waar staan de afkorting > A, AAP, abd., AD, ADL, AP, APR, art., AT, ATE voor:
AAP> abortus arte provocatus.
abd.>abdomen.
AD> amenorroe duur (tijd verlopen sinds laatste menstruatie).
ADL> algemene dagelijkse levensverrichtingen.
AP> angina pectoris.
APR> achillespeesreflex.
art.>articulatio(gewricht) , arterie.
AT> a terme(vermoedelijke dag bevalling).
ATE> adenotonsillectomie (verwijdering neus- en keelamandelen)
Waar staan de afkorting > BC, BMR voor:
BMR> bof, mazelen, rode hond.
Waar staan de afkorting > dd. DKTP voor:
DKTP> difterie, kinkhoest, tetanus, polio
Waar staan de afkorting > med., mo., MS voor:
mo.> micro-organisme.
MS> multiple sclerose.
Waar staan de afkorting > P, PA, P(B)GO, PKS, PKU, PPO voor:
PA> pathologische anatomie.
P(B)GO> periodiek (bedrijfs) geneeskundig onderzoek.
PKS> poliklinische screening.
PKU> phenyl-ketonurie (aangeboren stofwisselingsziekte).
PPO> pre-operatief onderzoek.
Waar staan de afkorting > RA, r.a., rec., RR voor:
r.a.> regulair qequaal (regelmatig/gelijkmatige pols).
rec.> recidiverend.
RR> riva rocci (bloeddruk).
Waar staan de afkorting > UA, UC, UKG, UR, uwi. voor:
UC> urine culture (urinekweek).
UKG> ultra korte golf (m.b.t. echo-onderzoek).
UR> uitsluitend recept (verkrijgbaar).
uwi.>urineweginfectie.
Waar staan de afkorting > v., VBO, VG, VT voor:
VBO> volledig bloedonderzoek.
VG> voorgeschiedenis.
VT> vaginaal toucher.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden