Samenvatting: Management Accounting
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Management Accounting
-
1 Module 1
-
1.1 College 1
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is Management Accounting (definitie)?
Partnering in managen van beslissingen, planningen en prestatiemetingen door te assisteren bij het formulen en implementeren van een organisatiestrategie -
Wat zijn de succesfactoren voor ondernemingen?
- Het hebben van een goede strategie
- Een strategie op lange termijn
- Het managene van kosten en andere informatie -
Welke soorten categorieën kun je kosten in een organisatie in onderverdelen? (Kosten pools)
- per type
- per bron
- perverantwoordelijkheid -
Wat is een kosten object?
Ieder product, service, klant, activiteit of organisatorische unit waaraan kosten worden toebedeeld -
Wat is kost assignment?
Het proces van het toewijzen van kosten aan cost pools en van kost pools aan kost objecten -
Hoe zien de grafische relaties eruit tussen variabele dan wel vaste kosten tegenover de totale kosten dan wel kosten per unit?
ZIe hier -
Welke 4 soorten kostencombinaties heb je kijkend naar de aard van de kosten? Geef bij ieder een voorbeeld aan de hand van de productie van een fiets.
Variabel - Direct (Banden die men gebruikt voor de fietsen)
Variabel - Indirect (Energiekosten van productielocatie)
Fixed - Direct (salaris van 1 vaste fietsmonteur)
Fixed - Indirect = (jaarlijkse huur van productielocatie) -
Wanneer kun je de kosten functie als linear zien?
Als de units van de kosten driver binnen de relevante range zitten -
Waaraan zijn de marginale kosten gelijk?
De afgeleiden van de totale kosten voor een bepaalde hoeveelheid/afzet -
Wat zijn product kosten
De kosten de noodzakelijk zijn om een product te produceren of de kosten die nodig zijn om het product naar de klant/winkel te transporteren. (= production + merchandising)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden