Traditionele systemen voor kostprijscalculatie - Systemen voor kostprijscalculatie

11 belangrijke vragen over Traditionele systemen voor kostprijscalculatie - Systemen voor kostprijscalculatie

Om de kosten van producten en diensten te bepalen werden er oorspronkelijk twee systemen voor kostprijscalculatie gebruikt. Welke zijn dit?

  1. Een systeem voor stukproductie: Een systeem dat kosten raamt van de vervaardiging van producten bij specifieke bestellingen van klanten.
  2. Een systeem voor massaproductie: Een methode voor kostencalculatie die voor identieke producten de gemiddelde kosten berekent en toerekent (meerfasenprocessen).

Wat versta je onder winstopslag? Welke factoren bepalen de hoogte ervan?

Winstopslag betreft het percentage waarmee de kostprijs wordt verhoogd. De winstopslag is afhankelijk van diverse facturen, zoals:
  • de indirecte kosten die niet zijn opgenomen in het calculatietarief (bijvoorbeeld kosten op bedrijfsniveau);
  • het door het bedrijf nagestreefde rendement (verhouding tussen nettowinst en investering)
  • de intensiteit van de concurrentie, offertestrategieën uit het verleden die zijn toegepast door belangrijke concurrenten;
  • de vraagomstandigheden en de algemene strategieën voor de productmarkt. 

Waarom fluctueert het calculatietarief niet gedurende het jaar?

Dit komt doordat de kosten afhankelijk zijn van de beschikbare machinecapaciteit en niet van het seizoen. De mate waarin de toegekende productiemiddelen daadwerkelijk worden gebruikt zijn daarbij niet van belang. Zodoende moet het calculatietarief voor de activiteit worden berekend op basis van de kosten per eenheid van de beschikbare hoeveelheid capaciteit.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de Nederlandse literatuur komt men de term 'primitieve opslagmethode' tegen, wat betreft dit?

Dit is een methode waarbij alle indirecte kosten in één opslag worden doorberekend.

Wat betreft een calculatiesysteem voor meerfasenprocessen?

Een systeem voor het bepalen van orderkosten waarbij conversiekosten worden toegerekend aan producten terwijl zij de opeenvolgende procesfasen doorlopen. Dit calculatiesysteem wordt gebruikt bij productiebedrijven die maar één artikel produceren of waarbij de artikelen relatief homogeen zijn.

Binnen welke productiebedrijven wordt het calculatiesysteem voor meerfasenprocessen gehanteerd?

Dit calculatiesysteem wordt gebruikt bij productiebedrijven die maar één artikel produceren of waarbij de artikelen relatief homogeen zijn. Doordat er weinig verschil zit tussen de diverse artikelen is het niet nodig afzonderlijke kostenrapporten bij te houden voor afzonderlijke orders. Hiervoor in de plaats worden alleen de kosten voor procesfasen gemeten.

Wat zijn de overeenkomsten tussen calculatiesystemen voor massaproductie en stukproductie?

Ze hebben hetzelfde doel. Beide systemen rekenen zowel materiaalkosten, arbeidskosten als indirecte kosten toe aan producten.

Wat zijn de voornaamste verschillen tussen het calculatiesysteem per order en per meerfasen?

  1. Productie: Bij meerfasen betreft dit een continue uitvoering of in grote partijen in tegenstelling tot de uitvoering in veel verschillende orders
  2. Productievereisten: Bij meerfasen zijn de productievereisten gelijk in tegen stelling tot de verschillende productievereisten per order.
  3. Kosten: bij meerfasen worden deze gemeten voor afzonderlijke procesfasen in tegen stelling tot afzonderlijke orders
  4. Varianties: Bij meerfasen worden verschillen tussen werkelijke en geraamde kosten vastgesteld voor afzonderlijke procesfasen in tegenstelling tot afzonderlijke orders.

Welke twee methode worden er gehanteerd voor het berekenen van equivalentie-productie-eenheden?

  1. De fifo methode (fist in, first out)
  2. de gewogen-gemiddeldemethode (praktijk gangbaarder).

Wat is het verschil tussen een productieafdeling en een hulpafdeling aangaande een afdelingsstructuur voor kostenallocatie?

Afdelingen die direct verantwoordelijk zijn voor het converteren van grondstoffen in eindproducten noemt met productieafdelingen (bv. Assemblage). Hulpafdelingen verrichten/leveren activiteiten die de productie ondersteunen (bv. Machineonderhoud of instelwerkzaamheden). Alle kosten van hulpafdelingen zijn indirecte kosten, omdat zij niet het gevolg zijn van directe productieactiviteiten.

Wat betreft de directe allocatiemethode?

Dit is een eenvoudige methode waarbij kosten van hulpafdelingen direct worden doorberekend aan productieafdelingen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met dat sommige hulpafdelingen niet alleen de productieafdelingen ondersteunen, maar ook diensten verlenen aan andere hulpafdelingen. Hier wordt bij de Stap-voor-stap allocatiemethode en wederkerige allocatiemethode wel rekening mee gehouden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo