Budgettering (II)
7 belangrijke vragen over Budgettering (II)
Welke problemen heeft een meerproductonderneming wel en een een productonderneming niet?
- Indirecte kosten door meerdere producten die in de budgettering dient te worden meegenomen
- Verschillen tussen budget en werkelijkheid kunnen ontstaan door de afzetmix
Waarin kan een hoeveelheidsverschil aan de kosten kant worden gesplitst?
- Inkoophoevelheidverschil: verschil veroorzaakt door meer of minder afzet dan gebudgeteerd
- Combinatieverschil: verschil veroorzaakt door een afwijking van de werkelijke verhouding in de geproduceerde eindproducten.
Hoe worden verschillen tussen de standaard indirecte kosten en de werkelijke indirecten kosten genoemd?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke benaderingen worden gebruikt om tot een reclamebudget te komen?
- Een vast percentage vd omzet
- Kijken wat overblijft na alle andere kosten
- Een vergelijkbaar bedrag als concurrenten handteren
Waar is de afzetverschil in opgesplitst?
Eerst: verwacht marktaandeel: afzet (standaardbudget) /marktomvang x 100%
en
marktaandeelverschil (werkelijk marktaandeel-verwacht marktaandeel) x werkelijke marktomvang x SP (Verkoopprijs - kostprijs)
Eerst:
Verwacht marktaandeel: afzet/marktomvang x 100%-> Standaard
Werkelijk marktaandeel: afzet/marktomvang x100%-> Werkelijk
Waarom zouden mensen ontevreden kunnen zijn met budgetering?
- Koste veel tijd
- Alles is financieel en op de korte termijn
- Toegevoegde waarde is laag omdat er vaak geen actualisering plaatsvindt.
Wanneer het assortiment uit meerdere producten bestaat, kan het achteraf blijken dat de afzetverhouding tussen de producten anders uitvalt dan vooraf was aangenomen. Dit kan worden opgeslitst in noem de formules:
Eerste stap:
Gemiddeld gebudgetteerd transactieresultaat per product is: Afzet x (verkoopprijs-kostprijs) / totale afzet
en het verkoopassortimentverschil: (Werkelijke gemiddelde transactiewinst - standaard gemiddelde transactiewinst) x Werkelijke afzet
Eerste stap:
Gemiddeld gebudgetteerd transactieresultaat per product: (heb je al als het goed is)
en vervolgens Werkelijk gemiddeld transactieresultaat per product: Afzet x (verkoopprijs-kostprijs) / totale afzet
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden