Opbouw en uitbouw van de organisatiestructuur - Taak- en functievorming
15 belangrijke vragen over Opbouw en uitbouw van de organisatiestructuur - Taak- en functievorming
Wat is de samenhang tussen typen interpredentie en bepalende factoren?
- Mogelijke veranderlijkheid groter
- Voorspelbaarheid geringer
- Complexiteit hoger
Door inzet op welke 4 factoren kan de ultieme werkstructurering worden bereikt?
2. Proces
3. Organisatieklimaat
4. Organisatieleden
Wat zijn de 6 taakgroeperingscriteria die Luijk (op volgorde) behandeld om tot de indeling van functies te komen?
2. Soort en karakter
3. Bekwaamheden
4. Plaats
5. Tijdstippen
6. Technologie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn vervolgens de10 functievormingsoverwegingen die Luijk gebruikt?
2. Is er spake van lancunes?
3. Doublures?
4. Kwetbaar?
5. Coördinatieproblemen?
6. Omspanningsvermogen?
7. Flexibiliteit?
8. Voldoending?
9. Ontwikkelingsmogelijkheden?
10. Doelmatige wijze te bemannen?
In welke 3 fase kan werkstructurering worden opgevat als een ontwikkelproces waarin de mentaliteit en organisatorische verhoudingen veranderen?
2. Fase van het werk zelf - inhoud van werk - intrinsiek (taak verruiming, verreding of roulatie)
3. Fase van afdelingsstructuur - samenwerking / hierarchie - intrinsiek
Wat is de definitie van differentiatie?
Met welke twee vragen geeft Luijk antwoord op de vraag welke criteria en gezichtspunten de organisatieontwerper kan gebruiken om orderning aan te brengen in het ongeordend takencomplex?
2. Welk functiepatroon is hiervan de resultante?
Wanneer is werkstructurering van belang als middel?
Wat zijn de vier verschillende vormen oriëntatie van differentiatie in houding en gedrag?
2. Tijdoriëntatie: oplossen dagelijkse problemen of meer langere termijn?
3. Interpersoonlijke: hoe functionarissen in behandelen problemen met elkaar om gaan
4. Formaliteit structuur: verschillen in wijze van rapportering, procedures, stuurmiddelen en beloning.
Hoe verhouden differentiatie en integratie zich tot elkaar?
Welke vier vorwaarden ijn volgens Lawler kerndimensies in een functie?
2. Autonomie
3. Identificatie
4. Terugkoppeling
Wat zijn de 8 ingredienten voor concrete aanbevelingen die volgens Herzberg als motivatoren moeten dienen?
2. Cliëntgerichte taakuitvoering
3. Nieuwe kennis en ervaring
4. Werkindeling en planning
5. Eigen unieke ervaring
6. Zelf middelen beheren
7. Directe communicatiemogelijkheden
8. Persoonlijke verantwoordelijkheid
Wat zijn de definities van taakverruiming, taakverrijking en taakroulatie?
Taakverrijking: toevoegen van "hogere" taken en daarmee bevoegdheden
Taakroulatie: leden wisselen van werkzaamheden
Wat is de sociotechnische systeembenadering?
Welke vijf kenmerken kent het taakkarakteristiekenmodel waarmee het ontwerp van een functie kan worden geanalyseerd?
- Taakidentiteit
- Taakbelang
- Autonomie
- Feedback
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden