Samenvatting: Managementvaardigheden

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Managementvaardigheden

• 1 Introductie

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke richtlijnen worden beschreven voor het effectief toepassen van vaardigheden?

  • Zorg voor een goede voorbereiding
    
  • Luister actief
  • Stel vragen in plaats van delegeren
  • Wees positief, waardeer mensen
  • Wees eerlijk en recht door zee
  • Wees assertief

• 2 Interpersoonlijke communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem 6 basisvaardigheden voor interpersoonlijke communicatie

  • Vermijd communicatiebarrieres
    
  • Verzend begrijpelijke boodschappen
  • Gebruik non-verbale signalen op een correcte wijze
  • Luister actief
  • Vraag en geef betekenisvolle feedback
  • Pas op de juiste manier uiteenlopende communicatiestijlen aan

• Welke manieren zijn er om boodschappen effectiever te kunnen verzenden?

  • Meerdere kanalen
    
  • Volledig en concreet
  • Claim je boodschap
  • Wees consequent in woord en daad
  • Gebruik eenvoudige taal
  • Behoud geloofwaardigheid
  • Vraag om feedback

• Waarom wordt non-verbale communicatie betrouwbaarder genoemd dan verbale communicatie?

  Bij tegenstrijdigheden gelooft men eerder non-verbale communicatie. Deze functioneert als een leugendetector.

• Welke twee principes liggen ten grondslag aan de Roos van Leary en leg deze principes goed uit.

  1. Complementariteisprincipe, waarin leiden uitlokt tot volgen.
  2. Symmetriepricipe, waarin streven naar eigen belang hetzelfde gedrag uitlokt bij een ander.

• Welke vier gedragingen onderscheid Leary?

  • Boven, invloed uitoefenen
    
  • Onder, volgend
  • Samen, acceptatie
  • Tegen, ander (eigen)belang

• Noem de vier hoofdrollen van Leary die tot stand komen door de combinatie van de assen onder-/bovengeddrag en samen-/tegengedrag

  • Leidingnemend
    
  • Aanpassend
  • Defensief
  • Aanvallend

• Welke vier communicatiestijlen worden onderscheiden en typeer deze kort.

  • Netwerkstijl, open en direct
    
  • Regisseursstijl, gericht op direct resultaat, weinig gevoel
  • Denkersstijl, indirect, weinig gevoel
  • Sfeerbewakersstijl: indirect over wensen, open over gevoel

• Noem vier richtlijnen die communicatie bij een verschillende achtergrond kunnen vergemakkelijken.

  • Ga uit van verschil tot overeenkomst is bewezen
    
  • Geef beschrijving in plaats van interpretaties
  • Toon emphatie
  • Beschouw interpretaties als veronderstellingen tot ze bevestigd zijn.

• Wat zijn gevolgen van slechte communicatie?

  • Irritaties
    
  • Ontevredenheid
  • Demotivatie
  • Niet behalen van doelstellingen