Management en leiderschapsstijlen

73 belangrijke vragen over Management en leiderschapsstijlen

Uit welke 4 activiteiten bestaat het werk van het management volgens de General Management Theory van Fayol (1841-1925)?

1. bepalen van strategische plannen voor de organisatie (strategisch management)
2. structureren van de organisatie (organisatie vormen en structuren, door strategisch en tactisch management)
3. leiden van de medewerkers (leiden) ( het -met managementvaardigheden- leiden van de medewerkers (door tactisch en operationeel management);   
4. meten en bijsturen van de resultaten (monitoring) door tactisch en strategisch management

Hoe wordt het succes van een organisatie bepaald? met het zicht op hun omgeving? en hoe noemen we dit proces?

HET SUCCES WORDT UITEINDELIJK BEPAALD DOOR DE WIJZE WAAROP DE INTERNE ORGANISATIE IS AFGESTEMD OP DE EXTERNE OMGEVING. HOE BETER DE AFSTEMMING OP DE WENSEN EN EISEN VAN DE OMGEVING, HOE SUCCESVOLLER DE ORGANISATIE ZAL ZIJN.
Het afstemmen van de interne organisatie op de externe omgeving is strategisch management.

Hoe werkt de klassieke benadering van het strategisch management?

Het strategisch management is volgens de klassieke methode een rationeel, analytisch proces, waarbij op basis van zoveel mogelijk feitelijke informatie beslissingen worden genomen, en waarvan de resultaten meetbaar zijn.
hoe beter de afstemming van de interne organisatie op de wen en wensen van de omgeving, hoe succesvoller de organisatie zal zijn.  Deze afstemming is het proces wat strategisch management genoemd wordt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 4 fasen zijn kenmerkend voor het strategischmanagementproces?

  1. situatie analyse
  2. strategieformulering
  3. planning en implementatie
  4. monitoring en terugkoppeling

Welke twee zaken worden gedaan in de situatie analyse,  de eerste fase van strategisch managementproces?

1. Definiering van de huidige visie, doelstellingen en strategie
2. een strategische audit, een SWOT analyse, een interne en extern onderzoek.

Wat gaat het strategisch management formuleren met de uitkomsten van de situatieanalyse? (van de klassieke benadering)

een (nieuwe) stratiegieformulering waarmee het management de (nieuwe) doelen denkt te kunnen behalen.

Welke instrumenten zijn er voor strategieformulering

Product-marktmatrix van Ansoff, concurrentiestrategieen van Porter, scenario analyses etc

Wanneer de strategie is vastgesteld, wat moet dan gebeuren?

Dan moeten deze worden vertaald in concrete plannen van aanpak, inclusief timing en afspraken over 'wie doet wat'.

Waar helpen planningsprocessen en -methoden, met onderverdeling naar strategische planningen, operationele planningen en functiegerichte werkplanningen bij?

Bij de vertaling van de vastgestelde strategie naar plannen van aanpak en wie doet wat

Hoe heet het als je gaat controleren of de zaken gaan zoals je ze had bedoeld? En wat houdt het in?

Monitoren en tussentijds een stap terug doen om te kijken of alles goed verloopt. Wat loopt goed, wat kan beter etc

Waar lopen organisaties in de twintigste eeuw tegen aan binnen het klassieke strategisch management? 4

- strategie moeilijker te plannen in een omgeving die minder voorspelbaar en chaotischer wordt.
- strategie ontwikkeling is een creatief proces dat niet altijd even strak valt te plannen.
- Werkdruk dikwijls hoog dag jaarplannen worden aangepast door verhogen van de doelstellingen met een bepaald percentage, geen ruimte om dieper en echt anders naar de uitdagingen te kijken.  
- scheiding tussen bedenkers en uitvoerders van strategische plannen is te groot om werkelijke daadkracht aan de plannen te geven, worden niet echt uitgevoerd.

Hoe is het  Strategisch management volgens de moderne benadering? 3. Waarin vindt je de kerncompetenties terug?

- bepalen van de kerncompetenties van de organisatie (waar zijn we goed in);
- met welke kerncompetenties kunnen we ons onderscheiden van de concurrenten;       
- ontwikkelen van de toekomstig benodigde kerncompetenties om daarmee unieke positie te kunnen innemen.
  > Kerncompetenties zijn te vinden in: middelen, vaardigheden, concurrentievoordeel en strategie.

Wat is een tweede wezenlijke activiteit (kerntaak) van management? Wanneer gaat het goed en wanneer gaat het slecht.

Het bouwen van een organisatie.
Het gaat goed als meerdere mensen goed samenwerken. Doelstellingen worden op tijd gehaald, tegen de laagst mogelijke kosten, medewerkers doen hun werk effectief en efficiënt en hebben plezier in hun werk en kunnen hun creativiteit kwijt.
Het gaat slecht als er dubbel werk wordt gecreëerd, slechte coördinatie, lastige communicatie, onduidelijkheden over wie wat hoort te doen etc.

Wat versta je over de DNA van een organisatie? 5

Visie
Doelstellingen
Competenties
Mensen
Middelen

Wat moeten managers bepalen bij het opzetten (of beoordelen) van een organisatie structuur? 3

- de verdeling van de werkzaamheden over functies en taken van afdelingen, werkgroepen en individuele medewerkers.
- de beslissingsbevoegdheden en de relaties tussen afdelingen, werkgroepen en managers  bij het vervullen van de functie en uitvoering van de taken, rekening houdend met de span of control.
- de communicatiekanalen en de richtlijnen en procedures voor delegeren en coördineren van werkzaamheden.

Waar geeft een organigram een beeld van?

Aangevuld met functiebeschrijvingen geeft het een beeld van de formele taakverdeling, de gezagsverhoudingen en -niveaus en de communicatielijnen.

Op welke manieren kan arbeid worden verdeeld en licht toe? 2

- Interne differentiatie, waarbij de verdeling  is gegroepeerd naar fase van de bewerking of de aard van het werk. Afdelingen van mensen die zoveel mogelijk hetzelfde werk doen. (inkoop, productie, marketing, verkoop) dit is de functionele indeling.
- interne specialisatie. taakgroepering, waarbij het werk wordt ingedeeld naar het doel of naar Product (P-planning), Geografie (G-indeling) Marktsegment of klantgericht (M-indeling)

Welke twee trends zijn er zichtbaar, bij de verdeling van arbeid, binnen taakgroepering?

- Organisaties gebruiken klantgerichte taakgroepering. Dit doen ze omdat ze daarmee beter op de grillige wensen van klanten kunnen reageren.
- Er ontstaan functieoverschrijvende teams. deze teams bestaan uit groepen medewerkers met specifieke kennis en vaardigheden, die samen aan een project werken. Bijv producten die ontstaan uit een intensieve samenwerking tussen productiemedewerkers, marketeers en designers.

Wat is het voordeel van een plattere organisatie?

Deze kan makkelijker inspelen op een veranderende omgeving.

Waarom heb je binnen een formele organisatie ook een informele organisatie en licht dit toe?

Omdat niet alles van te voren vast te leggen is en te voorzien, qua regels en richtlijnen, kan een medewerker ook naar eigen inzicht bepalen hoe hij zaken aanpakt. Formeel mag een assistent van de productiemanager bv niet rechtstreeks communiceren met een inkoper. Maar als hij snel iets wil regelen en het proces loopt daardoor soepeler, doet hij dat toch.

Wat is de definitie van een organisatiecultuur volgens Wikipedia?

De gemeenschappelijke verzameling normen, waarden en gedragsuitingen gedeeld door de organisatieleden; de 'sociale lijm' die de leden aan de organisatie bindt.

Wat kan een manager doen om succes te hebben, gelet op de organisatiecultuur?

Hij moet de organisatiecultuur waarnemen en omschrijven. Alleen dan kan hij ermee werken in de manier waarop hij mensen aanstuurt en hun werk structureert of herstructureert.

Wat is de derde kerntaak op het gebied van managers?

De manier waarop managers omgaan met hun medewerkers en andere mensen in de organisatie. Er is sprake van een afhankelijkheidrelatie en het vergt speciale vaardigheden om daar mee om te gaan. Hij is verantwoordelijk voor het werkklimaat. Hij drukt een stempel op de werksfeer binnen het team.

Welke drie bepalende factoren zijn er om te bepalen welke stijl wordt gekozen voor managen (leidinggeven)

1. Het soort werk
2. De omgeving waarin het werk plaatsvindt
3. De persoonlijkheid

Op welke wijze kun je mensen indelen als het gaat om persoonlijkheid volgens Riesman? 3

1. Introverts (innerlijk gericht)
2. Extraverts (op anderen gericht)
3. Traditionals (aanhangers van traditionele waarden en normen)

Hoe heet de manier van managementtheorie van Robert Owen (gericht op het verhogen van de productiviteit van medewerkers)

Personeelsmanagement

Wat deed Robert Owen (1771-1858) als eerste door structureel een managementfilosofie in de praktijk te brengen? Welke maatregelen nam hij?

- hij verkortte werktijden
- verhoogde de lonen
- slaan van kinderen werd verboden
- minimum leeftijd om te mogen werken naar 10 jaar, verbeteren van de sociale arbeidsomgeving
- gekleurde blokken aan machines, om aan te geven hoe er op een dag was gewerkt, wit was goed, en dan via geel en blauw naar zwart, wat het slechtste was = meetbaar maken van de prestaties

Waar was de managementfilosofie van Henry Fayol op gebaseerd met het oog op het functioneren van managers? Waar had dit in principe betrekking op? Zijn boek heet: Administration Generale et Industrielle. 5 antwoorden

- plannen (voorzien van uit te voeren activiteiten);
- organiseren (combineren van mensen en middelen);
- opdrachten geven (instructies geven over uit te voeren handelingen);
- coördineren (uit te voeren handelingen op elkaar afstemmen);
- monitoren/controleren (resultaten toetsen aan plan en opdrachten).

Welke 4 criteria stelde Henry Fayol vast voor een effectieve planning voor de korte termijn?

1. eenheid; deelplannen moesten consistent zijn met de hoofdplannen
2. continuïteit: de planning op verschillende  termijnen diende op elkaar aan te sluiten
3. flexibiliteit: de planning moest op eenvoudige wijze aan de veranderende omstandigheden kunnen worden aangepast
4. nauwkeurigheid: de plannen moesten overeenkomen met de nauwkeurigheid waarmee de interne en de externe factoren konden worden vastgesteld.

Waar vindt een goede organisatie, volgens Henry Fayol, haar basis?

In het organisatieschema met de daarbij behorende functiebeschrijvingen. Belangrijk in dit alles is de eenheid in leiding en bevelvoering. Beslissingsbevoegdheden dienen op een verantwoorde wijze te worden gedelegeerd.

Hoe worden medewerkers aan het werk gezet, volgens Henry Fayol? en wat is de term die hij gebruikt?

Commander: medewerkers worden aan het werk gezet door het uitdelen van opdrachten en het bieden van hulp om die opdrachten uit te voeren.

Waarom is coordineren een belangrijke managementstaak? Hoe moet de communicatie lopen volgens Henry Fayol?

Communicatie in horizontale en verticale richting is noodzakelijk?

Wat is het sluitstuk van ieder plan, volgens Henry Fayol? Wat moet je doen?

Een vergelijking maken tussen de planning en de werkelijkheid.

Waarom was de managementtheorie van Henry Fayol beperkt? Wat nam hij nog niet mee in zijn plan?

Zijn aandacht was vooral intern gericht. De marketinggedachte als leidraad voor de managementaanpak bijvoorbeeld, was nog niet bekend.

Frederick Winslow Taylor (1856-1915) ontwikkelde een stappenplan, waarmee mensen tot een verlengstuk van een machine werden gemaakt. Welke 5 stappen stelde hij vast? Dit is: Scientific Management.

1. Zoek 10 tot 15 mensen uit die goed zijn in de uitvoering van het betreffende werk.
2. Bestudeer de exacte opeenvolging van handelingen en bewegingen die die mensen maken bij de uitvoering van het werk, alsmede van de hulpmiddelen die ze daarbij gebruiken.
3. stel voor ieder van de bewegingen mbv een stopwatch de benodigde tijd vast en bepaal daarna voor iedere handeling de kortst waargenomen tijd. 
4. Elimineer alle onnodige en langzame bewegingen.
5. Stel aan de hand van de kortst waargenomen tijden, de meest effectieve bewegingen en de beste hulpmiddelen, de standaard vast voor het geanalyseerde werk.

Wat waren de twee belangrijkste uitkomsten van de onderzoeken van Elton Mayo (1880-1949), waarbij hij twee groepen met elkaar vergeleek? Dit was het Hawthorne-onderzoek (Human relations onderzoek). 2 antwoorden

1. het belang van werkgroepen. zij sturen zichzelf en ontwikkelen hun eigen waarden en normen. Er ontstaat een sociale controle over het individu
2. de materiële en economische behoeften, deze moeten tot op een redelijk niveau bevredigd zijn.

Welke reactie gaf de managementschool, die het Revisionisme wordt genoemd, van McGregor (1906-1964) op zowel het Scientific Management als op de Human Relations?

Scientific Management wordt spottende ook wel de organisatie zonder mensen genoemd en van Human Relations zegt men spottend dat het mensen zonder organisatie genoemd wordt.

Welke twee stijlen gaf McGregor aan, die in de theoretische wetenschap bekend zijn geworden? 2 stijlen

1. de X-stijl
2. de Y-stijl

Wat houdt de X-stijl van McGregor in?

De X-stijl van leidinggeven gaat uit van de luie, niet gemotiveerde mens, die alleen door strakke leiding optimaal kan presteren. Bij de X-stijl past de autoritaire leider, die uitsluitend opdrachten geeft en zijn ondergeschikten degradeert tot een productiemiddel.

Wat houdt de Y-stijl van McGregor in?

De Y-stijl gaat er vanuit dat werken voor de mens even natuurlijk is als spelen en rusten. De werkende mens is bereid verantwoordelijkheid te dragen, is creatief en wil bij het oplossen van problemen worden gehoord en ingeschakeld. De Y-stijl geeft ruimte voor delegatie van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, terwijl medezeggenschap even natuurlij is als eten en drinken.

Op basis van welke twee dimensies onderscheiden Blake en Mouton leiderschapsstijlen?

1. de mate van aandacht voor de mens in de organisatie
2. de mate van aandacht voor de productie of het te behalen resultaat

Wat houdt het managerial grid van Blake en Mouton in? Welke 5 verschillende extreme managementstijlen onderscheiden zij?

Op basis van de mate van mensgerichtheid en productiegerichtheid kunnen in principe niet minder dan 81 verschillende stijlen worden onderscheiden. De 5 stijlen zijn:
1. Verarmd management
2. taakmanagement
3. country clubmanagement
4. gulden middenwegmanagement
5. teammanagement

Wat is verarmd management? Volgens Blake en Mouton?

De leidinggevende heeft weinig aandacht voor zowel de productie als voor de menselijke aspecten. Een ineffectieve stijl van leidinggeven, waarbij volgens Blake en Mouton de arbeiders lui, apathisch en onverschillig werden.

Wat is taakmanagement volgens Blake en Mouton?

Deze stijl kenmerkt zich door weinig of geen aandacht voor de menselijke aspecten en erg veel aandacht voor de productie. De manager die deze stijl aanhangt, ziet zijn medewerkers vooral als verlengstuk van de machine.

Wat is country clubmanagement, volgens Blake en Mouton?

deze manager heeft voornamelijk aandacht voor de menselijke aspecten en weinig aandacht voor de productie. De relatie met zijn ondergeschikten gaat hem boven de productie.

Wat is gulden middenwegmanagement, volgens Blake en Mouton?

Deze manager houdt graag de kerk in het midden. Hij zal het belang van goede prestaties benadrukken, maar niet het onderste uit de kan halen. hij ziet zichzelf als streng, maar rechtvaardig.

Wat is teammanagement, volgens Blake en Mouton?

De beste leiderschapsstijl. Deze manager heeft maximale aandacht voor zowel zijn mensen als voor de productie. Hij ziet het als zijn taak een hechte groepssamenhang te smeden, omdat hij ervan overtuigd is dat daaruit een grotere productie zal volgen.

Een leidinggevende moet een prettige sfeer creëren om effectief te zijn. Een goed werkklimaat is de basis voor prestaties en tevredenheid. De juiste motivatie en instelling van de medewerkers is daarbij doorslaggevend, waardoor de leidinggevende genoodzaakt wordt na te denken over zijn stijl van leidinggeven. Wat wordt onder leiderschapsstijl verstaan?

een bepaald gedragsrepertiore (patroon van woorden en daden) van een leidinggevende, zoals dat door anderen wordt ervaren. Met de leiderschapsstijl schat de leidinggevende zelf in hoe hij bij zijn medewerkers over komt. Wanneer dit door de medewerkers heel anders wordt ervaren, dan laten de medewerkers zich waarschijnlijk niet door de manager beïnvloeden.

Welke 4 stijlen of cominaties van leidinggeven, onderkennen Hersey en Blanchard? En hoe noem je die stijl ook wel?

1. Stijl 1: veel sturen en weinig ondersteunen. Ook wel instrueren genoemd
2. Stijl 2: veel sturen en ondersteunen. Ook wel overtuigen genoemd
3. Stijl 3: veel ondersteunen en weinig sturen. Ook wel overleggen genoemd
4. Stijl 4: weinig ondersteunen en weinig sturen. Ook wel delegeren genoemd.

Welke 4 variabelen bepalen de stijl die een manager moet laten zien?

1. Variabelen die betrekking hebben op de leidinggevende. Welk mensbeeld heeft hij, stimuleert hij betrokkenheid van medewerkers en geeft hij hen vertrouwen? Meer taak- dan mensgericht? Leeftijd etc
2. Variabelen die samenhangen met de medewerkers. Hoe hoog is het competentieniveau van de medewerkers, zijn ze ervaren met veel achtergrond, of is de groep net gevormd?
3. Variabelen die samenhangen met de aard van de taak. Vraagt deze veel creativiteit of is het routinematig. Is het complex of eenvoudig etc
4. Omgevingsvariabelen. bv de strategie van de organisatie, de leiderschapsstijl van het topmanagement, de organisatiecultuur etc.

Welke 4 niveaus onderscheiden Hersey en Blanchard, in competenties of taakgerichtheid van de medewerker (wat hij kan of wil). Ze beginnen met een C.

1. C1, niet kunnen, veel willen.
2. C2. enigszins kunnen, niet willen
3. C3.  goed kunnen, wel of niet willen
4. C4. goed kunnen, wel willen

Wat houdt C1 in, niet kunnen wel willen en welke stijl van leidinggeven hoort daarbij? Wie heeft de verantwoordelijkheid?

Dit is het competentieniveau van een enthousiaste beginneling, die net begonnen is of net deze taak heeft (taakverrijking) Hij heeft nog niet voldoende kennis, maar is leergierig en gemotiveerd. Leiding Stijl 1 hoort hierbij, duidelijke en concrete instructies en nauwkeurig toezicht. Verantwoordelijkheden blijven in handen leidinggevende.

Wat houd C2 in, enigszins kunnen, niet willen. Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en wie heeft de eindverantwoordelijkheid?

Dit is het competentieniveau van de enigszins teleurgestelde medewerker. Hij overstijgt misschien niveau 1, maar komt erachter dat de taak of de baan toch niet aansluit op zijn verwachtingen. Leiding stijl 2 hoort hierbij: sturen om het vereiste competentieniveau te bereiken en ondersteunen om het zelfvertrouwen van de medewerker te bevorderen. Leidinggevende blijft verantwoordelijk voor kwaliteit en uitvoering.

Wat houd C3 in, goed kunnen, wel of niet willen? Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en wie heeft de eindverantwoordelijkheid?

Het competentieniveau van de twijfelende medewerker. Hij is op basis van het leidinggeven van zijn baas goed in staat de taak of baan uit te voeren. De leidinggevende geeft aan dat de medewerker voortaan het werk zelfstandig aan kan. De medewerker begint te twijfelen. Leiding stijl 3 hoort hierbij: meer verantwoordelijkheid aan de medewerker geven om routinematigheid van het werk te doorbreken. Door te overleggen motiveert de leidinggevende de medewerker en door het betrekken van de medewerker bij besluiten motiveert de manager hem.

Wat houdt C4 in, goed kunnen, wel willen? Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en licht deze toe?

Het competentieniveau van de volgroeide medewerker. Hij is vol zelfvertrouwen, werkt zelfstandig, is in staat zichzelf bij te sturen en is zich ervan bewust dat hij uitstekende prestaties levert. Leiding stijl 4 hoort hierbij. De leidinggevende kan zelf problemen identificeren, maar laat de oplossing ervan over aan de medewerker. Die is zelfstandig genoeg. deze manier motiveert de medewerker.

Bekijk figuur op blz 11 van handout

Situationeel leidinggeven

Wat is 'leiderschapstijl' mbt situationeel leidinggeven?

de manier waarop een leider zich gedraagt om de prestaties van anderen te beïnvloeden. Het is een combinatie van sturend en ondersteunend gedrag.

Wat is Sturend gedrag mbt situationeel leidinggeven?

De medewerkers wordt duidelijk verteld wat, hoe, waar en waneer zij iets moeten doen. Daarna wordt er nauwgezet toezicht gehouden op hun prestaties.

Wat betekent ondersteunend gedrag mbt situationeel leidinggeven?

de leider luistert naar anderen, ondersteunt hen en moedigt hen aan bij hun inspanningen. Hij maakt het de medewerkers gemakkelijk om betrokken te zijn bij probleemoplossing en besluitvorming.

Welke vier ontwikkelingsniveaus zijn er, beginnend met een C? Hoe is de competentie daarbij bedoeld? Met het oog op de betrokkenheid?

1. Hoge competentie en hoge betrokkenheid - C4
2. Hoge competentie en wisselende betrokkenheid - C3
3. Enige competentie en lage betrokkenheid - C2
4. Lage competentie en hoge betrokkenheid - C1

Wat is de definitie van competentie?

Het product van kennis en vaardigheden.

Wat is de definitie van betrokkenheid

een combinatie van zelfvertrouwen en motivatie

Wat is de definitie van situationeel leiderschap? Welke 3 aspecten spelen hier een rol in?

Het is een dynamisch model, waarin de volgende aspecten een grote rol spelen:
- doelen en doelstellingen, geven richting aan de prestaties van de medewerkers en bieden de leidinggevende de mogelijkheid een analyse te maken van het competentieniveau van de medewerker en zijn betrokkenheid om de gewenste prestaties te realiseren.
- complimenten: stimuleren verbeteringen in het ontwikkelingsniveau van medewerkers en geven een leidinggevende de mogelijkheid om zijn leiderschapsstijl te veranderen van sturend naar meer ondersteunend.
- reprimandes: stoppen slechte prestaties en kunnen als uitwerking hebben dat een manager geleidelijk een andere leiderschapsstijl moet hanteren. Van weinig sturend naar meer sturing en ondersteuning.

Bekijk model op blz 12 van handout

Gebruik van situationeel leiderschap in schema

Hoe kun je Verticale arbeidsverdeling ook wel zien?

verdeling van werk met een ‘baas-knecht’ verhouding (hiërarchie).

Wat zijn de Hiërarchische niveaus binnen de verticale arbeidsverdeling: 3

> Hiërarchische niveaus binnen de verticale arbeidsverdeling:
1e) constituerende (beleidsvormende) taken (strategie bepalen, plannen en organiseren)
2e) dirigerende (beleidsuitvoerende) taken (leidinggeven en coachen van medewerkers)
3e) operationele (uitvoerende) taken (verrichten van werkzaamheden in het input-output proces)

Welke Vormen van horizontale arbeidsverdeling zijn er?

- interne differentiatie (gericht op de uit te voeren bewerking/handeling):    
- F-indeling (naar functie) = mensen met gelijksoortige werkzaamheden in het bedrijfsproces; voorbeeld: inkoop, magazijn, productie, verkoop, installatie, onderhoud.
  - interne specialisatie (gericht op de te leveren eindprestatie):
- P-indeling (naar producten) = mensen die voor hetzelfde product/dienst hun werk verrichten; voorbeeld Philips: Healthcare, Lighting, Consumer Lifestyle;
- G-indeling (naar gebied) = mensen die in of t.b.v. dezelfde regio hun werk verrichten; voorbeeld KvK: KvK Rotterdam, KvK Amsterdam, et cetera.
- M-indeling (naar markten) = mensen die voor dezelfde markt/doelgroep hun werk verrichten; voorbeeld ABN.AMRO: Zakelijk, Particulier, Private banking;

Veel bedrijven hebben hun eigen inzicht en verdelen dat over twee bedrijven (P-indeling). Geef daar een voorbeeld van.

Het bedrijf dat auto’s maakt is ingericht volgens de F-indeling (inkoop, productie en verkoop),
maar heeft een verkoopafdeling die is ingericht volgens de G-indeling (verkoop per land).

Wat is een Platte organisatie?

organisatie met weinig verticale arbeidsverdeling, dus weinig leidinggevende niveaus

Voorbeeld van hoe gedrag tot stand komt: voor wat betreft de cultuur

- waarde (waar hechten wij belang aan): het leven;
- normen (welke normeringen hanteren wij daarbij): lang of kort leven, gezond of ziek leven;
- opvattingen (beoordelingen van waarde en normen): liever korter en gezond, dan langer en ziek leven;
=> gedrag: wij vinden euthanasie acceptabel (denken) en we passen dat toe (doen).

  > Voorbeeld van hoe gedrag in een organisatie tot stand komt:

- waarden: kwaliteit en levertijd;
- normen: kwaliteit kan hoog of laag zijn, levertijd kan kort of lang zijn;
- opvattingen: kwaliteit is belangrijker dan levertijd;
=> gedragspatroon medewerker: neemt de tijd die nodig is om verlangde kwaliteit te bereiken..
=> gedragspatroon manager: hoge kwaliteit wordt beloond, korte levertijd wordt niet beloond.

Wat is Mensgericht management (intuïtief):

mensen inspireren en coachen t.b.v. prestatiemaximalisatie.

Wat zijn de Factoren die de stijl van management beïnvloeden:

- het soort werk dat moet worden uitgevoerd;
- de omgeving waarbinnen de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;
- de persoonlijkheid van de manager en van de medewerkers.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo