Management en leiderschapsstijlen
73 belangrijke vragen over Management en leiderschapsstijlen
Uit welke 4 activiteiten bestaat het werk van het management volgens de General Management Theory van Fayol (1841-1925)?
2. structureren van de organisatie (organisatie vormen en structuren, door strategisch en tactisch management)
3. leiden van de medewerkers (leiden) ( het -met managementvaardigheden- leiden van de medewerkers (door tactisch en operationeel management);
4. meten en bijsturen van de resultaten (monitoring) door tactisch en strategisch management
Hoe wordt het succes van een organisatie bepaald? met het zicht op hun omgeving? en hoe noemen we dit proces?
Het afstemmen van de interne organisatie op de externe omgeving is strategisch management.
Hoe werkt de klassieke benadering van het strategisch management?
hoe beter de afstemming van de interne organisatie op de wen en wensen van de omgeving, hoe succesvoller de organisatie zal zijn. Deze afstemming is het proces wat strategisch management genoemd wordt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke 4 fasen zijn kenmerkend voor het strategischmanagementproces?
- situatie analyse
- strategieformulering
- planning en implementatie
- monitoring en terugkoppeling
Welke twee zaken worden gedaan in de situatie analyse, de eerste fase van strategisch managementproces?
2. een strategische audit, een SWOT analyse, een interne en extern onderzoek.
Wat gaat het strategisch management formuleren met de uitkomsten van de situatieanalyse? (van de klassieke benadering)
Welke instrumenten zijn er voor strategieformulering
Wanneer de strategie is vastgesteld, wat moet dan gebeuren?
Waar helpen planningsprocessen en -methoden, met onderverdeling naar strategische planningen, operationele planningen en functiegerichte werkplanningen bij?
Hoe heet het als je gaat controleren of de zaken gaan zoals je ze had bedoeld? En wat houdt het in?
Waar lopen organisaties in de twintigste eeuw tegen aan binnen het klassieke strategisch management? 4
- strategie ontwikkeling is een creatief proces dat niet altijd even strak valt te plannen.
- Werkdruk dikwijls hoog dag jaarplannen worden aangepast door verhogen van de doelstellingen met een bepaald percentage, geen ruimte om dieper en echt anders naar de uitdagingen te kijken.
- scheiding tussen bedenkers en uitvoerders van strategische plannen is te groot om werkelijke daadkracht aan de plannen te geven, worden niet echt uitgevoerd.
Hoe is het Strategisch management volgens de moderne benadering? 3. Waarin vindt je de kerncompetenties terug?
- met welke kerncompetenties kunnen we ons onderscheiden van de concurrenten;
- ontwikkelen van de toekomstig benodigde kerncompetenties om daarmee unieke positie te kunnen innemen.
> Kerncompetenties zijn te vinden in: middelen, vaardigheden, concurrentievoordeel en strategie.
Wat is een tweede wezenlijke activiteit (kerntaak) van management? Wanneer gaat het goed en wanneer gaat het slecht.
Het gaat goed als meerdere mensen goed samenwerken. Doelstellingen worden op tijd gehaald, tegen de laagst mogelijke kosten, medewerkers doen hun werk effectief en efficiënt en hebben plezier in hun werk en kunnen hun creativiteit kwijt.
Het gaat slecht als er dubbel werk wordt gecreëerd, slechte coördinatie, lastige communicatie, onduidelijkheden over wie wat hoort te doen etc.
Wat versta je over de DNA van een organisatie? 5
Doelstellingen
Competenties
Mensen
Middelen
Wat moeten managers bepalen bij het opzetten (of beoordelen) van een organisatie structuur? 3
- de beslissingsbevoegdheden en de relaties tussen afdelingen, werkgroepen en managers bij het vervullen van de functie en uitvoering van de taken, rekening houdend met de span of control.
- de communicatiekanalen en de richtlijnen en procedures voor delegeren en coördineren van werkzaamheden.
Waar geeft een organigram een beeld van?
Op welke manieren kan arbeid worden verdeeld en licht toe? 2
- interne specialisatie. taakgroepering, waarbij het werk wordt ingedeeld naar het doel of naar Product (P-planning), Geografie (G-indeling) Marktsegment of klantgericht (M-indeling)
Welke twee trends zijn er zichtbaar, bij de verdeling van arbeid, binnen taakgroepering?
- Er ontstaan functieoverschrijvende teams. deze teams bestaan uit groepen medewerkers met specifieke kennis en vaardigheden, die samen aan een project werken. Bijv producten die ontstaan uit een intensieve samenwerking tussen productiemedewerkers, marketeers en designers.
Wat is het voordeel van een plattere organisatie?
Waarom heb je binnen een formele organisatie ook een informele organisatie en licht dit toe?
Wat is de definitie van een organisatiecultuur volgens Wikipedia?
Wat kan een manager doen om succes te hebben, gelet op de organisatiecultuur?
Wat is de derde kerntaak op het gebied van managers?
Welke drie bepalende factoren zijn er om te bepalen welke stijl wordt gekozen voor managen (leidinggeven)
2. De omgeving waarin het werk plaatsvindt
3. De persoonlijkheid
Op welke wijze kun je mensen indelen als het gaat om persoonlijkheid volgens Riesman? 3
2. Extraverts (op anderen gericht)
3. Traditionals (aanhangers van traditionele waarden en normen)
Hoe heet de manier van managementtheorie van Robert Owen (gericht op het verhogen van de productiviteit van medewerkers)
Wat deed Robert Owen (1771-1858) als eerste door structureel een managementfilosofie in de praktijk te brengen? Welke maatregelen nam hij?
- verhoogde de lonen
- slaan van kinderen werd verboden
- minimum leeftijd om te mogen werken naar 10 jaar, verbeteren van de sociale arbeidsomgeving
- gekleurde blokken aan machines, om aan te geven hoe er op een dag was gewerkt, wit was goed, en dan via geel en blauw naar zwart, wat het slechtste was = meetbaar maken van de prestaties
Waar was de managementfilosofie van Henry Fayol op gebaseerd met het oog op het functioneren van managers? Waar had dit in principe betrekking op? Zijn boek heet: Administration Generale et Industrielle. 5 antwoorden
- organiseren (combineren van mensen en middelen);
- opdrachten geven (instructies geven over uit te voeren handelingen);
- coördineren (uit te voeren handelingen op elkaar afstemmen);
- monitoren/controleren (resultaten toetsen aan plan en opdrachten).
Welke 4 criteria stelde Henry Fayol vast voor een effectieve planning voor de korte termijn?
2. continuïteit: de planning op verschillende termijnen diende op elkaar aan te sluiten
3. flexibiliteit: de planning moest op eenvoudige wijze aan de veranderende omstandigheden kunnen worden aangepast
4. nauwkeurigheid: de plannen moesten overeenkomen met de nauwkeurigheid waarmee de interne en de externe factoren konden worden vastgesteld.
Waar vindt een goede organisatie, volgens Henry Fayol, haar basis?
Hoe worden medewerkers aan het werk gezet, volgens Henry Fayol? en wat is de term die hij gebruikt?
Waarom is coordineren een belangrijke managementstaak? Hoe moet de communicatie lopen volgens Henry Fayol?
Wat is het sluitstuk van ieder plan, volgens Henry Fayol? Wat moet je doen?
Waarom was de managementtheorie van Henry Fayol beperkt? Wat nam hij nog niet mee in zijn plan?
Frederick Winslow Taylor (1856-1915) ontwikkelde een stappenplan, waarmee mensen tot een verlengstuk van een machine werden gemaakt. Welke 5 stappen stelde hij vast? Dit is: Scientific Management.
2. Bestudeer de exacte opeenvolging van handelingen en bewegingen die die mensen maken bij de uitvoering van het werk, alsmede van de hulpmiddelen die ze daarbij gebruiken.
3. stel voor ieder van de bewegingen mbv een stopwatch de benodigde tijd vast en bepaal daarna voor iedere handeling de kortst waargenomen tijd.
4. Elimineer alle onnodige en langzame bewegingen.
5. Stel aan de hand van de kortst waargenomen tijden, de meest effectieve bewegingen en de beste hulpmiddelen, de standaard vast voor het geanalyseerde werk.
Wat waren de twee belangrijkste uitkomsten van de onderzoeken van Elton Mayo (1880-1949), waarbij hij twee groepen met elkaar vergeleek? Dit was het Hawthorne-onderzoek (Human relations onderzoek). 2 antwoorden
2. de materiële en economische behoeften, deze moeten tot op een redelijk niveau bevredigd zijn.
Welke reactie gaf de managementschool, die het Revisionisme wordt genoemd, van McGregor (1906-1964) op zowel het Scientific Management als op de Human Relations?
Welke twee stijlen gaf McGregor aan, die in de theoretische wetenschap bekend zijn geworden? 2 stijlen
2. de Y-stijl
Wat houdt de X-stijl van McGregor in?
Wat houdt de Y-stijl van McGregor in?
Op basis van welke twee dimensies onderscheiden Blake en Mouton leiderschapsstijlen?
2. de mate van aandacht voor de productie of het te behalen resultaat
Wat houdt het managerial grid van Blake en Mouton in? Welke 5 verschillende extreme managementstijlen onderscheiden zij?
1. Verarmd management
2. taakmanagement
3. country clubmanagement
4. gulden middenwegmanagement
5. teammanagement
Wat is verarmd management? Volgens Blake en Mouton?
Wat is taakmanagement volgens Blake en Mouton?
Wat is country clubmanagement, volgens Blake en Mouton?
Wat is gulden middenwegmanagement, volgens Blake en Mouton?
Wat is teammanagement, volgens Blake en Mouton?
Een leidinggevende moet een prettige sfeer creëren om effectief te zijn. Een goed werkklimaat is de basis voor prestaties en tevredenheid. De juiste motivatie en instelling van de medewerkers is daarbij doorslaggevend, waardoor de leidinggevende genoodzaakt wordt na te denken over zijn stijl van leidinggeven. Wat wordt onder leiderschapsstijl verstaan?
Welke 4 stijlen of cominaties van leidinggeven, onderkennen Hersey en Blanchard? En hoe noem je die stijl ook wel?
2. Stijl 2: veel sturen en ondersteunen. Ook wel overtuigen genoemd
3. Stijl 3: veel ondersteunen en weinig sturen. Ook wel overleggen genoemd
4. Stijl 4: weinig ondersteunen en weinig sturen. Ook wel delegeren genoemd.
Welke 4 variabelen bepalen de stijl die een manager moet laten zien?
2. Variabelen die samenhangen met de medewerkers. Hoe hoog is het competentieniveau van de medewerkers, zijn ze ervaren met veel achtergrond, of is de groep net gevormd?
3. Variabelen die samenhangen met de aard van de taak. Vraagt deze veel creativiteit of is het routinematig. Is het complex of eenvoudig etc
4. Omgevingsvariabelen. bv de strategie van de organisatie, de leiderschapsstijl van het topmanagement, de organisatiecultuur etc.
Welke 4 niveaus onderscheiden Hersey en Blanchard, in competenties of taakgerichtheid van de medewerker (wat hij kan of wil). Ze beginnen met een C.
2. C2. enigszins kunnen, niet willen
3. C3. goed kunnen, wel of niet willen
4. C4. goed kunnen, wel willen
Wat houdt C1 in, niet kunnen wel willen en welke stijl van leidinggeven hoort daarbij? Wie heeft de verantwoordelijkheid?
Wat houd C2 in, enigszins kunnen, niet willen. Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en wie heeft de eindverantwoordelijkheid?
Wat houd C3 in, goed kunnen, wel of niet willen? Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en wie heeft de eindverantwoordelijkheid?
Wat houdt C4 in, goed kunnen, wel willen? Welke stijl van leidinggeven hoort hierbij en licht deze toe?
Bekijk figuur op blz 11 van handout
Wat is 'leiderschapstijl' mbt situationeel leidinggeven?
Wat is Sturend gedrag mbt situationeel leidinggeven?
Wat betekent ondersteunend gedrag mbt situationeel leidinggeven?
Welke vier ontwikkelingsniveaus zijn er, beginnend met een C? Hoe is de competentie daarbij bedoeld? Met het oog op de betrokkenheid?
2. Hoge competentie en wisselende betrokkenheid - C3
3. Enige competentie en lage betrokkenheid - C2
4. Lage competentie en hoge betrokkenheid - C1
Wat is de definitie van competentie?
Wat is de definitie van betrokkenheid
Wat is de definitie van situationeel leiderschap? Welke 3 aspecten spelen hier een rol in?
- doelen en doelstellingen, geven richting aan de prestaties van de medewerkers en bieden de leidinggevende de mogelijkheid een analyse te maken van het competentieniveau van de medewerker en zijn betrokkenheid om de gewenste prestaties te realiseren.
- complimenten: stimuleren verbeteringen in het ontwikkelingsniveau van medewerkers en geven een leidinggevende de mogelijkheid om zijn leiderschapsstijl te veranderen van sturend naar meer ondersteunend.
- reprimandes: stoppen slechte prestaties en kunnen als uitwerking hebben dat een manager geleidelijk een andere leiderschapsstijl moet hanteren. Van weinig sturend naar meer sturing en ondersteuning.
Bekijk model op blz 12 van handout
Hoe kun je Verticale arbeidsverdeling ook wel zien?
Wat zijn de Hiërarchische niveaus binnen de verticale arbeidsverdeling: 3
1e) constituerende (beleidsvormende) taken (strategie bepalen, plannen en organiseren)
2e) dirigerende (beleidsuitvoerende) taken (leidinggeven en coachen van medewerkers)
3e) operationele (uitvoerende) taken (verrichten van werkzaamheden in het input-output proces)
Welke Vormen van horizontale arbeidsverdeling zijn er?
- F-indeling (naar functie) = mensen met gelijksoortige werkzaamheden in het bedrijfsproces; voorbeeld: inkoop, magazijn, productie, verkoop, installatie, onderhoud.
- interne specialisatie (gericht op de te leveren eindprestatie):
- P-indeling (naar producten) = mensen die voor hetzelfde product/dienst hun werk verrichten; voorbeeld Philips: Healthcare, Lighting, Consumer Lifestyle;
- G-indeling (naar gebied) = mensen die in of t.b.v. dezelfde regio hun werk verrichten; voorbeeld KvK: KvK Rotterdam, KvK Amsterdam, et cetera.
- M-indeling (naar markten) = mensen die voor dezelfde markt/doelgroep hun werk verrichten; voorbeeld ABN.AMRO: Zakelijk, Particulier, Private banking;
Veel bedrijven hebben hun eigen inzicht en verdelen dat over twee bedrijven (P-indeling). Geef daar een voorbeeld van.
maar heeft een verkoopafdeling die is ingericht volgens de G-indeling (verkoop per land).
Wat is een Platte organisatie?
Voorbeeld van hoe gedrag tot stand komt: voor wat betreft de cultuur
- normen (welke normeringen hanteren wij daarbij): lang of kort leven, gezond of ziek leven;
- opvattingen (beoordelingen van waarde en normen): liever korter en gezond, dan langer en ziek leven;
=> gedrag: wij vinden euthanasie acceptabel (denken) en we passen dat toe (doen).
> Voorbeeld van hoe gedrag in een organisatie tot stand komt:
- normen: kwaliteit kan hoog of laag zijn, levertijd kan kort of lang zijn;
- opvattingen: kwaliteit is belangrijker dan levertijd;
=> gedragspatroon medewerker: neemt de tijd die nodig is om verlangde kwaliteit te bereiken..
=> gedragspatroon manager: hoge kwaliteit wordt beloond, korte levertijd wordt niet beloond.
Wat is Mensgericht management (intuïtief):
Wat zijn de Factoren die de stijl van management beïnvloeden:
- de omgeving waarbinnen de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;
- de persoonlijkheid van de manager en van de medewerkers.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden