Vorm, identiteit en stijl in de architectuur en beeldende kunst van de 19e eeuw - Architectuur in de 17de eeuw: interpretatie en ontwikkeling van Vitruvianse uitgangspunten - Classicisme, nieuwe stijlen en terugkeer tot de bronnen

26 belangrijke vragen over Vorm, identiteit en stijl in de architectuur en beeldende kunst van de 19e eeuw - Architectuur in de 17de eeuw: interpretatie en ontwikkeling van Vitruvianse uitgangspunten - Classicisme, nieuwe stijlen en terugkeer tot de bronnen

Hoe luid de stilistische typering van de strikte en volledige toepassing van de Vitruviaanse modi(orden)?

Het classicisme

Wat is de naam van de strikte toepassing van de Vitruiaanse orde en geef hiervan een voorbeeld.

Classicisme.
Het Mauritshuis (1633-1644) nr.44, Jacob van Campen, met zijn harmonie op grond van een juiste toepassing van klassieke orden en proporties.

Wat is kenmerkend voor het 'puristisch' classicisme?

Een heldere indeling van ruimte en vlakken. En een strikte en volledige toepassing van Vitruviaanse modi. Daarmee wordt het harmonieuze evenwicht centraal gesteld.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Voor welke vrijeopvatting van de vitruviaanse modi geld deze typering; eenduidig en ongecompliceerd word een begrijpelijk bewogen effect nagestreeft.

Barok

Wat gebeurde er in de 17e en 18e eeuw in de architectuur?

Er ontstonden vrijere interpretaties en uitwerkingen.
Niet de harmonie, maar het theatraleeffect, wat stoelt op richtingsaccenten en beweging.
bv Bedevaartskerk Vierzehn heiligen (51) en Cornaro kapel(49).
De aandacht wordt gericht op de aanwezige objecten, niet op de classicistische indeling van het gebouw.
Lichtvoetigheid en beweeglijkheid.Alles gericht op het genade altaar.

Waarom is het Mauritshuis in Den Haag (Van Campen) een voorbeeld van classicisme?

  • Harmonisch
  • Juiste toepassing klassieke orden en proporties.
  • Vaste heldere principes, samenhangend idioom.  

Waarop richt zich de vrijere interpretatie van  het puristische classicisme?

Op het theatrale effect dat stoelt op richtingsaccenten en bewegingen. Daardoor wordt de aandacht bv gericht op aanwezige attributen van devotie (Cornarokapel / Bernini en de Vierzehnheiligen Kerk / Neumann). De architectuur wordt ahw een decor

Wat ontwikkelde zich in de vrijere architectuur opvatting?

Tijd en streekgebonden stijlen.
bv Barok,(49) rococo (51), 18e eeuwse Lodewijkstijlen( Lodewijk XIV, XV en XVI) Streven van opdrachtgevers te voorzien van een eigentijdse omgeving die in relatie staat tot een koningshuis en een regerend vorst.

Voor welke vrijeopvatting van de vitruviaanse modi geld deze typering: waarin als in een schelpengrot een veelheid van ornamenten de eenvoud en eenduidgheid van de constructie overwoekert en teniet doet.

Rococo

Wanneer ontwikkelde zich in de architectuur een vrijere interpretatie en uitwerking van het classicisme?

In de 17e e en 18e eeuw.
  • => één van die ontwikkelingen stelt theatrale effect centraal: richtingsaccenten en beweging. 

Naast het classicisme en de vrijere stroming ontstond er nog een stroming in de Westerse architectuur. Welke?

Deze stroming was geïnspireerd op de archeologische belangstelling voor de antieke cultuur en architectuur.
Ze richten zich op de antieke beschaving.
Een onderscheid wordt gemaakt tussen voorstanders van de oude Griekse bouwkunst(graecisten) en bewonderaars van de Romeinse architectuur (romanisten).(53)

Welke twee stromingen ontwikkelen zich vornamelijk in West-europa in de 18de eeuw naast het classicisme en de vrijeopvattingen (barok en Rococo)


Deze stroming richtte zich direct tot de klassieke en sloeg de 15de eeuwse interpretaties dus over.

Graecisten, richten zich op de oude Griekse bouwkunst
Romanisten, richten zich op de oude romeinse bouwkunst

In de 17e en 18e eeuw werden vrijere interpretaties ontwikkeld van Vitruvius Classicisme. Een van die ontwikkelingen ging met meer uit van het harmonieuze effect. Welk effect werd wel centraal gesteld?

Theatraal (beweging)
Cornarokapel (Bernini)
Bedevaartskerk Vierzehnheiligen (Neumann)

Wat is het verschil tussen de Carnaro kapel van Bernini en de Wallfartskirche van Vierzehnheiligen van Neumann?

Het verschil tussen beide objecten is dat je in de Cornarokapel de Korinthische orde kunt herkennen, terwijl in de Wallfahrtskirche er bijna helemaal geen reglementair vormenidioom voorkomt.

Wat is de overeenkomst van de Cornarokapel (1647-1652) nr.49 Bernini en deWallfahrtskirche van Vierzehnheiligen (1743-1772) nr.51, Balthasar Neumann

Het zijn hier architectonische middelen die de aandacht richten op de objecten van devotie.
  • Respectievelijk het beeld van de heilige Theresa in extase, en het genadealtaar van de veertien heiligen.
  • In beide gevallen ontbreekt de heldere indeling van ruimten en vlakken die zo kenmerkend is voor het classicisme.

Naast het puristische classicisme ontwikkelen zich in de 17e en 18e eeuw ook vrijere interpretaties en uitwerkingen.
Wat is het kenmerk van die ontwikkelingen?

Die ontwikkelingen stelt niet zozeer het harmonieuze evenwicht centraal, maar het theatrale effect, dat gebaseerd is op richtingsaccenten en beweging.

Waarin verschillen de Cornarokapel van Bernini en de bedevaartskerk Vierzehnheiligen van Balthasar Neumann van een classicistische benadering?

  • De architectuur verschuift alle aandacht naar de aandacht naar de aanwezige objecten van devotie
  • Heldere indeling van ruimten en vlakken ontbreekt; dit is juist kenmerkend voor classicistische ontwerpen.

In de 17de en 18de eeuw krijg je een aantal streek- en tijdgebonden stijlen (vrije opvattingen).
Benoem deze stijlen.

  • Barok (grillig) als stijl van de Cornarokapel. Ook bij andere gebouwen uit de contrareformatie is een begrijpelijk bewogen effect nagestreefd.
  • Rococo als stijl van de Wallfahrtskirche, waarin als in een schelpengrot (rocaille) een veelheid aan ornamenten de eenvoud en een eenduidigheid van de constructie overwoekert en teniet doet.
  • Ook zijn daar nog de Lodewijkstijlen (14e/15e/16e), die zich onderscheiden naar de mate waarin symmetrie, diepte van reliëf en ordening van versieringen zijn aangebracht, verwijzen naar het streven om opdrachtgevers te voorzien van een eigentijdse omgeving die in relatie staat tot een koningshuis.

Noem een verschil tussen de Cornarokapel van Bernini en de Vierzehnheiligenkerk van Balthasar Neumann.

  • Cornarokapel (Bernini) (Barok) => Korintische orde is herkenbaar
  • Vierzehnheiligen (Neumann) (Roccoco) => geen vormenidoom meer, theatraal. Lichtvoetigheid en bewegelijkheid in plaats classicistische strengheid. Onderdelen gebouw niet voor evenwichtigheid, maar maskering om alle aandacht te richten op genadealtaar.  

De 18de eeuw kende drie architectuur stromingen.

Welke?

  • De classicistische opvatting
  • De vrije opvatting
  • De stroming die stoelt op vooral de archeologische belangstelling voor de antieke cultuur en architectuur.

Welke stijlen ontwikkelden zich in de vrijere architectuuropvatting in de 17e en 18e eeuw?

Tijd- en streekgebonden stijlen
  • Barok (grillig) Cornarokapel (Bernini), bewogen effect
  • Rococo, Bedevaartskerk, veelheid van ornamenten (schelpengrot, rocialle) zorgen voor overwoekering eenvoud en eenduidigheid.
  • Lodewijkstijlen: mate waarin symmetrie, diepte van reliëf en ordening van versieringen is aangebracht. Verwijzing naar streven om opdrachtgevers te voorzien van eigentijdse omgeving in relatie tot koningshuis en regerend vorst.    

Welke drie stromingen in de architectuur ontwikkelden zich? (18e eeuw)

  • Classistisch
  • Vrije opvattingen
  • Archeologische belangstelling antieke cultuur en architectuur (authentieke resten klassieke beschaving, met voorbij gaan aan interpretaties die sinds 15e eeuw aan klassieke idioom werden gegeven.   (Graecisten, Romanisten)

Welke derde stroming ontwikkelde zicht naast de classicistsche en vrije opvattingen? En wanneer kwam deze stroming op?

  • Archeologische belnagstelling antieke cultuur en architectuur
  • Graecisten, Romanisten
  • Tweede helft 18e eeuw. 

Welke derde stroming ontwikkelde zicht naast de classicistsche en vrije opvattingen? En wanneer kwam deze stroming op?

  • Archeologische belnagstelling antieke cultuur en architectuur
  • Graecisten, Romanisten
  • Tweede helft 18e eeuw. 

Wat wordt gezien als een boegbeeld van het romanisme?

La antichita Romane (1756) (prentenboek)
Giovanni Battista Piranesi
  • Pleidooi voor onderzoek naar overblijfselen van de klassiek Romeinse cultuur en de verwerking ervan tot een nieuwe eigentijdse architectuur.

Naast de classicistische en de vrije opvattingen ontwikkelde zich in de tweede helft van de 18e een derde stroming in de west-europese architectuur.
Deze stoelt vooral op een archeologische belangstelling voor de antieke cultuur en architectuur, wat wil zeggen dat ze zich direct richt op de authentieke resten van de klassieke beschaving met voorbijgaan aan de interpretaties die sinds de 15e aan het klassieke idioom gegeven werden.

Hierbij onderscheidden
- graecisten; voorstanders van de oude Griekse bouwkunst
- romanisme; bewonderaars van de romeinse architectuur
Boegbeeld van het romanisme is het seriewerk le antichita romane van Piranesi, een pleidooi voor onderzoek naar overblijfselen van de klassiek romeinse cultuur en de verwerking ervan tot een nieuwe eigentijdse architectuur

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo