Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Functie, plaats en vorm - Artistieke waardering

14 belangrijke vragen over Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Functie, plaats en vorm - Artistieke waardering

Globaal gezien heeft de beeldhouwkunst zich gedurende de oudheid geleidelijk ontwikkeld van overwegend sacraal naar meer profaan

inherent daaraan was verbreding in de toepassing en plaatsing, van heiligdommen en tempels, na verloop van tijd ook openbare gebouwen en ruimten een sculpturale aankleding, die voor een groter publiek te aanschouwen was

Wat was de betekenis van de collectie vorming en het plaatsen van beelden in woonhuizen?

Een vervanging van cultische rituele  betekenis door een esthetische, waardering van het schone. Daardoor  verdween ook de plaats gebondenheid van het werk: beelden werden weg gehaald uit hun oorspronkelijke omgeving en in tuinen of huizen geplaatst of daarvoor gemaakt, als esthetische waardering, status of beide.

Hoe heeft de beeldhouwkunst zich ontwikkeld gedurende de oudheid?

Overwegend van sacraal naar profaan.
Dit zorgde voor een verbreding in de toepassing, van heiligdommen en tempels naar openbare gebouwen en ruimten. Zodat er een groter publiek bereikt werd.
Vanaf de 1e eeuw n.Chr. gingen mensen collecties opbouwen. Dit kwam in de woonhuizen van de maatschappelijke elite.
Er werden Griekse beelden aangeschaft of met liet Romeinse kopiën in marmer maken.
Hierdoor hebben wij veel kennis van de Griekse sculptuur.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom verdween de plaatsbegondenheid van sculpturen en kreeg esthetiek meer waarde in de 1ste eeuw na Chr.?


Romeinen begonnen met het houden van collecties.
Hierdoor werd het kunstenaarschap belangrijker en werden ook beelden weggehaald van hun oorspronkelijke omgeving en in tuinen of huizen opgesteld.

Wanneer deed in de oudheid  het fenomeen van collectie vorming zijn intrede in de woonhuizen van de maatschappelijke elite?

Vanaf de 1ste eeuw n.Chr.

Welke verschuiving in thematiek liep parallel aan de verschuiving van het cultische naar het ethische?

Eerst was de beeldhouwkunst nauw verbonden met de gemeenschap. Beelden werden gemaakt in opdracht van burgers of een religieus genootschap. Werken kregen een plaats in heiligdommen en de functie ervan was verbonden met de groep. Thema's hadden verband met de identiteit van deze groep of het gezamenlijke ideaal.
Doordat later in de Romeinse tijd de opdrachtgever meer individueel op de voorgrond trad, nam ook het aantal portretten toe.

Wat had deze ontwikkeling nog meer tot gevolg?

De artistieke appreciatie van sculptuur en het kunstenaarschap van de beeldhouwer.
Hierdoor verdween ook de plaatsgebondenheid van het werk. Beelden werden weggehaald uit hun oorspronkelijke omgeving en in tuinen of huizen geplaatst, of daarvoor gemaakt.
Een object werd esthetisch gewaardeerd, van status of beide.

Parallel aan deze ontwikkelingen vond ook een verschuiving plaats in de thematiek

in de vroegere perioden was de beeldhouwkunst, evenals andere kunsten, nauw verbonden met de gemeenschap. De thema's die ze tot uitdrukking brachten, weerspiegelden de identiteit van de gemeenschap of een gemeenschappelijk ideaal; het was geen weergave van een bepaalde persoon, maar een gebeeldhouwde belichaming van een idee.
vanaf de 3evC, maar vooral in de romeinse tijd, treedt de individuele opdrachtgever op de voorgrond, en neemt dienovereekomstig het aantal portretten duidelijk toe

Hoe heeft de beeldhouwkunst zich in de oudheid ontwikkeld?

Geleidelijk van sacraal naar profaan, van heilig naar aards.

Wat was een verschuiving die parallel aan de ontwikkeling liep?

Er vond een verschuiving plaats in thematiek.
De kunsten waren voorheen verbonden met de gemeenschap van burgers of een religieus genootschap.
De werken stonden in heiligdommen en was verbonden met de groep. Identiteit van de groep of een gemeenschappelijk ideaal was van belang.
Veelal werden goden of geïdealiseerde mensen uitgebeeld. Een idee werd verbeeld.
Vanaf de 3e eeuw v.Chr. maar vooral in de Romeinse tijd, treedt de individuele opdrachtgever aan. Het aantal portretten neemt daardoor ook toe.

Hoe verdween de plaatsgebondenheid van standbeelden uit de oudheid?

  • Van cultisch naar esthetisch.
  • Beelden werden weggehaald uit hun oorspronkelijke omgeving en in tuinen of huizen opgesteld. Of werden speciaal gemaakt als object esthetische waardering

Wie waren aanvankelijk de opdrachtgevers van de beelden in de oudheid?

De collectieven de gemeenschap.

De beelden kregen een plaats in heiligdommen en hun functie was verbonden met de groep.

De thema's die zij tot uitdruking brachten weerspiegelden de identiteit van de gemeenschap, of een gemeenschappelijke ideaal.

Waaruit waren de collecties van de Romeinse hoogwaardigheidsbekleders opgebouwd?

Oude Griekse beelden die zij opkochten of lieten namaken.
eigentijdse werken

Welke verschuiving in thematiek is waarneembaar in de Grieks Romeinse beeldhouwkunst?

  1. Sacraal => profaan
  2. Verdwijning plaatsgebondenheid
  3. Verbinding gemeenschap => individuele opdrachtgever
  4. Gebeeldhouwde weergave idee ==> toename portretten  

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo