Startpagina / Samenvattingen / Manieren van kijken inleiding kunstgeschiedenis / gebouwen-functies-musea

Vorm, identiteit en stijl in de architectuur en beeldende kunst van de 19e eeuw - De 19de eeuw: herkenbaarheid, identiteit en een veelheid van stijlen

6 belangrijke vragen over Vorm, identiteit en stijl in de architectuur en beeldende kunst van de 19e eeuw - De 19de eeuw: herkenbaarheid, identiteit en een veelheid van stijlen

Aan welke criteria moet de compositie nu voldoen, nu de Vitruviaanse theorie is verlaten?

Durands alternatief richt zich niet zozeer op de maatschappelijke en culturele hiërarchie, als wel op een herkenbaar en begrijpelijk onderscheid tussen de functies die gebouwen kunnen hebben. Van groot belang is dat hij hier ook gebouwen presenteert voor functies die voordien niet bestonden, zoals stations, en musea.

Herkenbaarheid en functies. Doordat de Vitruviaanse manier verlaten werd, werd het moeilijker om meteen te zien wat de functie van het gebouw was. Hoe loste Durand dat op?

Hij presenteert gebouwtypen voor de verschillende functies.
Voorheen bestonden stations, musea gebouwen niet.
Hij gebruikte de vierkanten om gebouwen te ontwerpen. bv museum met een vast schematische opzet. één centraal blok mat aan de linker en rechter kant lagere blokken, die verbonden zijn met het centrale deel.
De aankleding kon per gebouw variëren.
bv Rijksmuseum, natuur historisch en het kunst historisch museum in Wenen.
Voor schoolgebouwen, stations en administratieve gebouwen had hij vergelijkbare schema's. Ze zijn geleed, samengesteld uit in grootte verschillende elementen. Vaak zonder hoekblokken. Het centrale blok was het belangrijkste.

Wat is het gevolg van Durands compositieanalyse en ontwerpsystematiek in het begin van de 19e eeuw geweest?

Er ontstond in het begin van de 19e eeuw een classificatie van gebouwtypen, die herkenbare, globale compositeis van bouwelementen of blokken toekent aan gebowuen met een gelijke of overeenkomstige functie. bv musea: centraal blok omgeven door blokken op de hoeken die met een tussenstuk verbonden worden (Rijksmuseum, Nat.hist Londen en kunstmuseum Wenen)

=> schema's voor diverse functionele gebouwen.

Toen de vitruviaanse grondslagen verlaten waren, rees de vraag aan welke criteria het geheel van de compositie, de uiteindelijke combinatie der basiselementen, moet voldoen. Immers, als vaste maatverhoudingen, gecanoniseerde harmonieen en modi plaatsmaken voor een ontwerpsystematiek van gelijkwaardige vierkanten, verliest de architectuur zowel haar centrale criterium voor de totale compositie, als de mogelijkheid om via het decor de identiteit van gebouw, gebruiker en opdrachtgever tot uitdrukking te brengen

durands alternatief richt zich niet zozeeeerp de maatschappelijke en culturele hierarchie, als wel op een herkenbaar en begrijpelijk onderscheid tussen de functies die gebouwen kunnen vervullen.
-> van historisch belang is dat hij hierbij gebouwtypen presenteert voor functies die in de voorgaande eeuw ofwel niet bestonden, zoals stations en musea, of vanwege de preocupatie met meer traditionele, hierarchisch vastgelegde functies nauwelijks serieuze aandacht van de ontwerpers kregen

Inexamen des principaux genres d'edifices staan voorstellen voor gerechtsgebouwen, scholen, bibliotheken, musea, slachthuizen, beurzen, baden, gevangenissen, kazernes en hospitalen, waaruit de voordelen van zijn vierkantsraster blijken en de eisen van spaarzaamheid en effectiviteit als vanzelfsprekend vorm krijgen

hoewel deze voorstellen niet zijn uitgevoerd, is hun invloed er niet minder om geweest, niet in de laatste plaats doordat de traktaten intensief gebruikt werden aan de ecoles Polutechniques, die in Frankrijk en het vasteland van Europa het monopolie hadden op het bouwkundeonderwijs

Hoe ver reikte de invloed van Durand in de 19e eeuw.

Buiten Frankrijk tot in België, Oostenrijk, Hongarije, Groot-Brittannië en Nederland.
Musea met overeenkomstige opzet: centraal blok geflanekerd door blokken op linker- en rechterhoek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Manieren van kijken inleiding kunstgeschiedenis | 9789035817371 | Mieke Rijnders, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Vorm, identiteit en stijl in de architectuur en beeldende kunst van de 19e eeuw - De 19de eeuw: herkenbaarheid, identiteit en een veelheid van stijlen