Grafmonumenten - OU-vragen
3 belangrijke vragen over Grafmonumenten - OU-vragen
De onderverdeling in prospectieve en retrospectieve grafmonumenten is een vorm van rubricering. Volgens welke van de volgende vier rubriceringscategorieën – zie Hoofdstuk 2 – vindt deze rubricering plaats?
- iconografisch
- naar functie
- naar genre
- naar techniek
Ad 1 = goed
Het gaat bij het onderscheid tussen een prospectief en een retrospectief grafmonument immers om het onderwerp. Iconografisch rubriceren is rubriceren naar onderwerp of inhoud. Bij een prospectief grafmonument heeft de voorstelling inhoudelijk betrekking op het leven van de overledene ná de dood, bij een retrospectief monument is het voorbije leven van de overledene het onderwerp. Genre, techniek en functie zijn bij het onderscheid prospectief/retrospectief irrelevant.
Het gaat bij het onderscheid tussen een prospectief en een retrospectief grafmonument immers om het onderwerp. Iconografisch rubriceren is rubriceren naar onderwerp of inhoud. Bij een prospectief grafmonument heeft de voorstelling inhoudelijk betrekking op het leven van de overledene ná de dood, bij een retrospectief monument is het voorbije leven van de overledene het onderwerp. Genre, techniek en functie zijn bij het onderscheid prospectief/retrospectief irrelevant.
Ook aan het [43] Grafmonument voor Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft zijn verscheidene van personificaties van deugden toegepast. Welke en met welke attributen?
Op de hoeken staan vier bronzen vrouwenbeelden. Dat dit personi ficaties van deugden zijn, blijkt uit hun attributen. Het zijn:
- Libertas (Vrijheid) met de vrijheidshoed (links op [43]),
- Justitia (Rechtvaardigheid) die een weegschaal ophoudt (rechts),
- Religio (Godsdienst) met een model van een kerkje in de ene en een opengeslagen boek in de andere hand en met haar voet op een hoeksteen (Christus) steunend (afb. 43.2) en tot slot
- Fortitudo (Kracht) herkenbaar aan de leeuwenvacht (verwijzing naar Hercules) en een eikentak. Overigens is Fortitudo niet zichtbaar op de afbeeldingen.
Plaats de termen ‘modello’, ‘bozzetto’, ‘gipsen model op ware grootte’, ‘vidimus’, ‘schets op papier’, ‘boor’, ‘finitorium (later puncteermachine)’ en ‘beitel’ in de volgorde waarin een stenen beeldhouwwerk van ontwerp tot definitieve uitvoering tot stand kwam.
- Schets op papier
- Bozetto
- Modello
- Vidimus
- Gipsen model op ware grootte
- Finitorium (later puncteermachtine
- Boor
- Beitel
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
