Landschapschilderkunst - Het realistische landschap in de 16de eeuw

23 belangrijke vragen over Landschapschilderkunst - Het realistische landschap in de 16de eeuw

Wat zijn de belangrijkste kunstenaars van het realistische landschap in de 16de en 17de eeuw?

  1. Albrecht Aldorfer
  2. Joachim Patinir
  3. Pieter Breugel
  4. Jacob Ruisdael

Waarom waren de Antwerpenaar Joachim Patinir (1485-1524) en de Duitser Albrecht Altdorfer (1480-1538) belangrijk voor de autonomie van de landschapschilderkunst?

Zij draaide de verhouding tussen figuur en landschap om en lieten het landschap het hele beeldvlak beslaan.

Waarom zijn Antwerpenaar Joachim Patinier en de Zuid-Duitser Alberecht Altdorfer belangrijke kunstenaars in de geschiedenis van het landschap?

  • Grote stap naar verzelfstandiging landschap begin 16e eeuw.
  • Verhouding figuur en landschap werd omgedraaid.
  • Religieuze vertelling werd bijwerk.
  • Landschap besloeg hele beeldvlak
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke schilders van het realistische landschap draaiden de verhouding tussen figuur en landschap om waarbij de religieuze vertelling tot bijwerk van het landschap wordt gemaakt?

Aldorfer en Patinir

Waarom word de vlaming Patinir (1485-1524) gezien als de grondlegger van het landschapsgenre in de westerse kunst en niet de duitser Altdorfer (1480-1538)?


Altdorfer had een persoonlijke stijl waarin de natuur een subjectief expressiemiddel was ten koste van de natuurgetrouwheid.
Patinir reduceerde zijn religieuze figuren tot een kleine schaal op de achtergrond in een groots landschap. Dit kreeg direct en massaal navolging.

Wat zijn de vernieuwingen die Aldorfer aanbracht in zijn Landschap met Joris en de draak (1510)

Hier zijn de figuren van Joris en de draak tot een randverschijnsel gemaakt. Altdorfer heeft een beweeglijke lijnvoering, het spel van het lichtgeel tegen het donker van de golvende bladermassa’s is overheersend.Hij realiseert iets dat in de 19e en 20e eeuw een leitmotiv in de landschapsschilderkunst wordt: stijl als een subjectief expressiemiddel van natuurbeleving.Door zijn persoonlijke stijl is het beeld niet natuurgetrouw. De mate waarin de persoonlijke stijl van landschapschilderen door Altdorfer wordt gehuldigd ten koste van de natuurgetrouwheid, is voor zijn tijd uitzonderlijk.


Hoe werden landschapsschilderingen door Patinir geconstrueerd?
Noem er 4


1, Schilders maakte schetsen welke zij in het atelier combineerde met ander studiemateriaal.

2, Ze maakte gebruik van drie grondkleuren voor een atmosferisch perspectief. Bruin voorgrond, groen middenplan en blauw voor de achtergrond.
3, een hoge horizon waardoor de beschouwer met grote hoogte over het landschap uit ziet,
4, twee gezichtspunten, vogelzicht en zijaanzicht

Wanneer trokken schilders met hun schildersezel de natuur in om daar te schilderen?

Tot de 19e eeuw- verf in tubes.

Wat wordt verstaan onder 'opeengestapelde plans ' in een landschapsschilderij?

Horizontale stroken in een schilderij die van onder naar boven een steeds verder weg gelegen deel van de voorstelling weergeven.

Op welke oudere conventies berustten de landschapsschilderingen van Joachim Patinir?

  • Onderverdeling grondkleuren bruin, groen en blauw
  • Horizon - hoog in beeldvlak - uitkijken grote hoogte landschap.
  • Weidsheid, ook aandacht kleine details.
  • Verschillende gezichtspunten: vogelperspectief door geschilderde plans, zijaanzicht bomen, rotsen, gebouwen.

Wie waren de navolgers van Patinir?

Cornelis MassysJan van AmstelHenri met de BlesDe landschappen die zij schilderden worden gekenmerkt door de suggestie van een immense ruimte en een overweldigende hoeveelheid details, nog meer dan bij Patinir.

De verzelfstandiging van het landschap heeft gevolgen voor de manier waarop kunstwerken kunnen worden gerubriceerd.

Welke gevolgen zijn dat?

Wanneer in een kunstwerk de verhalende voorstelling ondergeschikt is aan het landschap, treedt een verschuiving op wat betreft het genre: van historiestuk naar landschap.

Wanneer een kunstwerk in het geheel geen verhalende voorstelling meer bevat, is iconografische rubricering niet meer mogelijk. Qua genre is het dan een landschap, en geen historiestuk. 

In de geschiedenis van het landschap zijn Patinir 1485-1524 en Albrecht ALdorfer 1480-1538 belangrijke kunstnaars, omdat zij in het begin van de 16e een grote stap zetten naar de verzelfstandiging van het landschap

Zij draaiden de verhouding tussen figuur en landschap om en maakten als het ware de religieuze vertelling tot bijwerk bij het landschap, dat nu het hele beeldvlak ging beslaan

In Altdofers Landschap met Joris en de draak uit 1510 fungeert het landschap nog als de natuurlijke entourage voor het verhaal vande heilige, maar deze entourage, met haar oerwoudachtige woekering van bomen en gebladerte, beslaat zo'n groot deel van het beeldvlak dat zedefiguren van Joris en de draak tot een randverschijnsel maakt

altdorfer lijkt zozeer gebiologeerd door de mogelijkheid om golvende loofpartijen te schilderen, dat hij deze tot een zelfstandig bladertapijt maakt dat in niet geringe mate voorbij gaat aan de natuurlijke boomstructuur en verhouding tussen stam en loof

Religieuze figuren maken ook deel uit van schilderijen van Patinir, maar bij hem zijn ze gereduceerd tot nietige dimensiie en vaak ver in de achtergrond of in een hoek van de voorstelling geplaatst

Het landschap zelf heeft hij uitgebreid tot eenweids panorama dat een grote hoeveelheid en varieteit aan motieven bevat,reikend van onherbergzame woeste rotspartijen, dichte bossen, uitgestrekte watervlakten etc
-> indruk te wekken dat het schilderij de landschappelijke natuur weergeeft zoals die zich aan het oog voordoet.
De gebouwen in zijn landschappen zijn, in tegenstelling tot die vij de meeste vanzijn 15e voorgangers, boerderijen, kastelen, molens enkerkendie rechtsrrekks aan het vlaamse land zijnontleend
-> illusie van een realistisch, op dezichtbare werkelijkheid geent landschap

Patinirs wijze van landschapschilderen heeft, anders dan die van altdorfer, direct en vrij massal navolging gekregen, reden waarom men hem wel beschouwt als de eigenlijke grondlegger van het landschapsgenre in de westerse kunst

Het feit dat Patinir de weergave van de zichtbare wereld in al zijn landschappelijke facetten tot kern van zijn schilderijen heeft gemaakt, betekent niet dat de schilder de natuur introk en daar onmiddellijk en rechtstreeks op paneel vastlegde wat zijn oog waarnam

Het duurde tot de 19e mede door het beschikbaar komen van makkelijk te transporteren verf in tubes, voordat het regel werd dat landschapschilders met hun schildersezel het veld introkken om rechtstreeks naar de natuur te schilderen

wel tekeningen maar componeerden zij hun schilderijen in het atelier

Ook Patinirs schilderijen zijn in de eerste plaats constructies die in sterke mate berusten op oudere conventies en schem's die niet in alle opzichten resulteren in een realistisch landschapsbeeld.

een van deze conventies is de onderverdeling van het gehele landschap in drie grondkleuren
1. bruin voor de voorgrond
2. groen voor het middenplan
3. blauw voor de achtergrond, met daarbinnen de nodige ruimte voor lokale kleuraccenten
-> dit kleurenpatroon benadert op schematische wijze het atmosferische verschijnsel in de werkelijkheid, dat kleuren met het verglijden in de verte steeds valer en blauwgrijzer van toon worden

Een andere methode die Patinir heeft gehanteerd, is hhet heel hoog in het beeldvlak plaatsen van de horizon, waardoor de beschouwer het gevoel heeft van grote hoogte over het landschap uit te zien

Ondanks al deze nadruk op de weidsheid van het panorama, vraagt Patinir tegelijkertijd aandacht voor talloze kleine details en vertelsels die tot in de verste uithoeken het landschap verlevendigen
deze gelijktijdige aandacht komt tot uitdrukking in 2 verschillende gezichtspunten die Patinir hanteert;
1. de van de onderste beeldrand tot aan de horizon opeengestapelde plans suggereren een vogelperspectief,
2. terwijl de afzonderlijke bomen, rotsen, gebouwen en figuren in zijaanzicht weergegeven zijn

Patinirs aandacht voor het minutieuze en anekdotische detail komt niet alleen tot uitdrukking in de vele stoffagefiguren en dieren die zijn schilderijen bevolken, maar ook in de landschappelijke motieven zelf

stoffagefiguur; ondergeschikte menselijke figuren als onderdeel van een landschap (het kakkertje)

Na Patinir ontwikkelde het landschap zich tot een volwaardig genre waarvan de werken verspreiding in binnen- en buitenland vonden, in de handen van navolgers als

- Cornelis Massys 1500-1556
- Jan van Amstel   1500-1542
- Herri Bles             1510-1550

Behalve in de zuidelijke nederlanden ontstond vooral in Italie een grote vraag naar dit nieuwe type schilderijen

300 landschappen verkocht aan de hertog van Mantua.

De navolgers van Patinir zijn echter op een meer persoonlijke en inventieve wijze voortgegaan op de artistieke weg die Patinirwas ingeslagen

vooral de suggestie van een immense ruimte en een overweldigende hoeveelheid minutieuze details, veel meer nog dan bij Patinir, kenmerken deze landschappen. Daarmee tootn Bles in het bijzonder in zijn rotspratijen, een voorkeur voor capricieuze vormen die de compositie als geheel, ondanks het realisme van de individuele landschapsonderdelen, iets fantastisch en gekunstelds geven

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo