Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid
13 belangrijke vragen over Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid
Waar ligt de bakermat in de westerse cultuur?
8e eeuw vChr. - 5e eeuw nChr.
Griekenland, West Turkije en Italië.
Welke periode en welk gebied besloegen de Grieks-Romeinse Oudheid?
8ste eeuw voor tot de 5de eeuw na christus.
Het Middellandse Zeegebied, Griekenland, Italië, en de westkust van Turkije.
Dit is een ruime periode. Waar ligt de hoofdzaak van de ontwikkeling?
Romeinse 1e eeuw v.Chr tot en met 2e eeuw n.Chr.
Deze periodes worden klassiek genoemd.
In de betekenis van tijdloos, voorbeeldig, onbetwist, meesterwerk
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke twee tijdvakken van de Griekse en Romeinse Oudheid worden als 'Klassiek' aangemerkt?
5de en 4de eeuw voor Christus voor Griekenland.
1ste voor Christus tot de 2de eeuw na Christus voor de Romeinen.
Welke formele ontwikkeling hebben de Griekse en de Romeinse beeldhouwkunst doorgemaakt en wat hun voorgeschiedenis is:
2. Minoïsche beschaving
3. Myceense beschaving
4. Geometrische periode
5. Archaische periode
Vroege periode 700-490 v. chr
op eigen wijze vertaalde vormen van culturen nabije oosten en Egypte
Late periode 490 v. Chr. - 550
Rijpe periode 550 – 625
Wanneer was sprake van de Grieks cultuur in oudheid?
Waarom is er vooral beeldhouwkunst oud de oudheid bekend?
Tevens kan de beeldhouwkunst door hun functie in het openbaar meer informatie geven uit de oudheid als maatschappij.
Door het publieke karakter van de beeldhouwkunst in de oudheid beschikken we over aanvullende bronnen van verloren werken uit de oudheid. Welke bronnen zijn dit vooral? 2
1. Afbeeldingen (bijv. munten)
2. Schriftelijke beschrijvingen
Grieks Romeinse oudheid
- middellandse zeegebied, met als kerngebieden het huidige Griekenland en de westkust van Turkije en Italie
De romeinse en griekse cultuur
Op welke manier personificaties en echte personen in de Romeinse beeldhouwkunst voorkomen:
Welke van de volgende mogelijkheden is niet bruikbaar als bron voor onze kennis van de, deels verloren gegane, Griekse beeldhouwkunst?
Stelling I
De cire perdue-techniek is vooral geschikt voor het gieten van kleine bronzen beelden.
Stelling II
De grote bronzen beelden uit de oudheid bestaan uit massief gegoten onderdelen die aan elkaar zijn gesoldeerd.
Uw antwoord
1. Stelling I en II zijn beide juist.
2. Alleen stelling I is juist.
3. Alleen stelling II is juist
4. Stelling I en II zijn beide onjuist.
4 is juist. Stelling I en II zijn beide onjuist. Zie hoofdstuk 5, 146-147.
Stelling I is onjuist, want de cire perdue-techniek is juist vooral geschikt voor het gieten van grote bronzen beelden, zoals in paragraaf 2 wordt uitgelegd. Stelling II is ook onjuist, want de grote bronzen beelden zijn juist niet massief, maar hol, namelijk gegoten met de cire perdue-techniek. De grote beelden konden niet in één stuk gegoten worden, maar in losse onderdelen die later aan elkaar werden gesoldeerd. De tweede helft van stelling II is dus wel juist.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid
-
Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Voorgeschiedenis
-
Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Griekse beeldhouwkunst
-
Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Functie, plaats en vorm
-
Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Traditie en vernieuwing in de Griekse en Romeinse beeldhouwkunst