Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Voorgeschiedenis - Van nieuwe steentijd tot de archaische periode

43 belangrijke vragen over Artistieke expressie en maatschappelijke functies. Beeldhouwkunst in de Grieks-Romeinse oudheid - Voorgeschiedenis - Van nieuwe steentijd tot de archaische periode

De oudste voorbeelden van sculptuur uit Griekenland onderscheiden zich niet weelijk van die uit andere delen van Europa
Tijdens de nieuwe steentijd 8000-3000 vC maakte men kleine figuurtjes, meestal van terracotta, vaak in de vorm van vrouwen of dieren, te vergelijken met de Venus van Hohlefels

nieuwe tradities en stijlen ontstonden in de Bronstijd 3000-1100vC
de bewoners van de Cycladen gebruikten het lokale witte marmer voor het maken van gestileerde figuren. De meeste beeldjes zijn in graven gevonden tezamen  met andere bijgiften van aardewerk, metaal en steen

Welke periode is de nieuwe steentijd?

De preriode van ca. 8000-3000 v.Chr.

Welke nieuwe stijlen ontstonden er in de bronstijd (3000-1100 v. Chr) op de Cycladen (eilanden tussen Kreta en Griekenland)?


Kleine beeldjes tussen de 20 en 30cm.
Vrouwen en Musici.
Een V of U-vormige hoofd
of een plat, rond lichaam zonder armen of benen met omhoogstekende hals en hoofd zonder anatomische details.

Deze beeldje waren waarschijnlijk geschilderd en hadden attributen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoewel enkele levensgrote exemplaren bekend zijn, varieert de hoogte in de regel tussen 20 en 30 cm

het gaat om staande vrouwen eneenaantal musicerende figuren, zoals fluitspelers en harpspelers. Deze beeldjes doen verrassend modern aan met het U of V vormige hoofd waaop slechts de neus duidelijk waarneembaar is.
een ander type uit deze cultuur is nog verder vereenvoudigd en bestaat uit een plat, rond lichaam zonder armen of benen met eenomhoogstekende hals en hoofd zonder anatomische details

Wat kenmerkte de kunst uit de oude steentijd?

Kleine figuurtjes uit steen, been of hout (Venus van Hohle Fels) 

Hoe zagen de sculpturen van de Myceense cultuur (tot 1100 voor chr. Noordoosten van Pelopennesos) er uit?

Meestal van Terracotta en werden door de vorm naar de griekse letters phi of psi genoemd.

Wel dient men te bedenken dat deze gestileerde contouren en summiere detaillering oorspronkelijk voorzien waren van beschilderingen van gezichtselementen en waarschijnlijk lichaamsdecoraties, zoals tatoeages en sieraden

deze cycladische cultuur is tegen het eind van het 3e millennium verdwenen

Welke overeen komsten waren er tussen de Minoïsche cultuur (tot 1375 v. Chr op Kreta) en de Myceense cultuur (tot 1100 v Chr. noordoosten van pelopennesos)?


Het materiaal was voornamelijk terracotta maar Ivoor en hout kwamen ook voor.
De beeldjes waren 10cm tot 30cm hoog
Mensen en (fabel) dieren.
Vaak vrijstaand soms in groepsverband.
Veelal beschilderd

Wat kenmerkte de nieuwe steentijd?

Kleine figuurtjes in vorm vrouwen en dieren, meestal terracotta (Vergelijkbaar met Venus van Hohle Fels)

In het 2e millennium vC ontstond op Kreta een bloeiende beschaving, Minoisch genoemd (1950-1375vC)

Vanaf 1375 verdwijnt de minoische cultuur en ontwikkelt   zich een nieuwe cultuur in verschillende delen van de Griekse wereld, die Myceens is genoemd. Deze cultuur eindigde rond 1100vC

Welke 3 opeenvolgende  culturen kunnen we in de bronstijd onderscheiden?

  • cycladische cultuur  (...- 2000 v chr)
  • minoische cultuur (2000 - 1375 v chr)
  • myceense cultuur (1375 - 1100 v. chr)

Hoe word de periode genoemd die gezien word als het begin van de Griekse kunst rond 700 v Chr. Tot 490 v Chr. En hoe word deze periode verdeeld?


De archaïsche periode
De vroege Archaïsche fase (680v. Chr - 625 v Chr.) ook wel Orientaliserend genoemd
De rijpe Archaïsche fase (625v Chr. - 550 v Chr.)
De late Archische fase (550 v Chr. - 490 v Chr.)

Zowel in de Minoische en Myceense cultuur werden kleine sculpturen gemaakt van terracotta en in enkele gevallen ivoor

voorgesteld worden mensen en (fabel)dieren, vaak vrijstaand, maar soms ook in groepsverband en veelal beschilderd
de meeste sculpturen zijn tussen 10 en 30 cm hoog. Hieronder is een groep vrouwenbeeldjes met gedeeltelijk ontbloot bovenlijf en opgehevenarmen waarin kronkelende slagen worden gehouden. Dergelijke beeldjes zijn vooral in heiligdommen gevonden, zoowel op heuveltoppen als in paleizen

Wat zijn de 6 kenmerken van beeldhouwkunst uit de cycladische cultuur?

  • gemaakt van wit marmer
  • 20-30 cm hoog
  • gestileerde schematische figuren
  • u- of v-vormig hoofd
  • alleen neus is waarneembaar
  • oorspronkelijk voorzien van gedetailleerde beschildering

Rond 7de eeuw v Chr. ontstonden er levens grote beelden in de Griekse cultuur noem 6 kenmerken voor de stijl?


1. De symmetrische en blokvormige weergave van de menselijke figuur die opgebouwd lijkt uit losse componenten.
2. Anatomisch incorrect en niet realistisch.
3. Archaïsche glimlach (geeft het gezicht een wezenloze uitdrukking).
4. Frontaliteit en naaktheid bij mannen.
5. Starre plooival van de gewaden bij de vrouwenbeelden.

6. De vrijstaande beelden krijgen een behuizing.

De sculpturale tradities van de Myceense cultuur zijn anders dan de Minoische

de myceense beeldjes waren eveneens meestal van terracotta en vallen uiteen in 2 typen, ze komen veel voor in heiligdommen

Wat kenmerkte de bronstijd?

Het ontstaan van nieuwe tradities en stijlen (3.000 - 1100 v. Chr)

Wat zijn de overeenkomsten tussen de Minoïsche en de Myceense beeldhouwcultuur?

  • kleine sculpturen (10-30 cm hoog)  van terracotta, hout of ivoor
  • mensen en (fabel)dieren
  • vrijstaand en in groepsverband
  • beschilderd  
  • vindplaats bij heiligdommen

Wat zijn de verschillen tussen de Myceense ten op zichte van de Minoïsche sculpturen?

Beeldjes in de vorm van de letters phi en psi. Kwamen ook voor in heiligdommen.
Beide culturen hadden wel contact met het nabije Oosten en Egypte, maar dat heeft niet geresulteerd in het maken van vrijstaande beelden.

Howel de Myceners, evenals de Minoers, veel contacten met het nabije oosten en Egypte onderhielden en veel goederen daarmee uitwisselden, inspireerden deze contacten hen niet to het maken van monumentale vrijstaande sculptuur

In de 12e vC is het verval van de Muceense beschaving ingezet, waarschijnlijk door een combinatie vanecologische problemen, bevokingsdruk en sociale onrust. Uit de periode van 1100 tot 900vC zijn weinig archeologische resten bekend, redenwaarom wel gesproken wordt van de duistere eeuwen.

Wat wordt bedoeld net de "duistere eeuwen"?

Dit is de periode van 1100-900 v.Chr.
Weinig archeologische resten bekend.
Periode waarin Myceense beschaving in verval raakt. Waarschijnlijk door ecologische problemen, bevolkingsdruk en sociale onrust.

Wat zijn de kenmerken van de mensfiguren uit de Archaïsche periode?

Kenmerkend voor deze stijl periode (Kouros=man en Korè=vrouw) is de:
* Hoekige weergave van de menselijke figuur
* Lijkt op gebouwd uit losse componenten (sterk symmetrisch en blokvormig)
* Anatomische details zijn schematisch weergegeven en niet realistisch
* Het gelaat vertoont een zogenaamde archaïsche glimlach (a la Mona Lisa) die het gezicht een wat wezenloze uitdrukking geeft
* Andere kenmerken zijn de frontatliteit en naaktheid bij mannenbeelden.
* De starre plooival van de gewaden (draperie) bij vrouwenbeelden en het etagère kapsel.

Welke nieuwe culturen (tradities) ontstonden in de bronstijd? (3000 - 1100 v. Chr. )

  • Cycladisch (tot 3e millenium)
  • Minoïsch (2e millenium)
  • Myceens ( tot 1100 v. Chr.)

Welke nieuwe culturen (tradities) ontstonden in de bronstijd? (3000 - 1100 v. Chr. )

  • Cycladisch (tot 3e millenium)
  • Minoïsch (2e millenium)
  • Myceens ( tot 1100 v. Chr.)

De periode van 900-700vC wordt de geometrische periode genoemd

uit deze periode zijn geen vrijstaande beelden bekend. Zij ontleent haar naam aan de vaak minutieus met geometrische motieven beschilderde vazen.
Daarnaast werdenkleine plastische bronzen appliques vervaardigd die vastgezet werden aan grote bronzen driepoten.Met name in het heiligdom Olympia zijn vele exemplaren hiervan gevonden.

Wanneer eindigde de cycladische cultuur?

Tegen het einde van het 3e millennium voor Chr.

Hernieuwde handelscontacten met de beschavingen in het Nabije Oostenen Egypte hadden vanaf de 10evC een grote invloed op de opkomende stadsstatenin Attika, Boeotie, Pelopnonnesos, Kreta en de eilanden voor de turkse kust

de periode die hierop volgde wordt gezien als het feitelijke begin van de Griekse kunst en waorde de archaische periode genoemd (700-490vC)

Wat is de archaïsche periode?

700-490 v.Chr.
Opkomst stadsstaten Attika, Boeotië, Peloponnesos, Kreta en de eilanden voor de Turkse kust.
Door handel met beschavingen in het nabije Oosten en Egypte.
Vroege archaïsche periode: 680-625 v.Chr.
Oriëntaliserende periode, naar de oriënt.
Vertalen van vormen en culturen Nabije Oosten en Egypte.
Niet kopiëren, maar een eigen draai eraan geven. Blijven sindsdien uitmaken van de Griekse vormentaal.
Rijpe archaïsche periode: 625-550 v.Chr.
Late archaïsche periode: 550-490 v.Chr.

Wat kenmerkt de cycladische cultuur? (tot 3e millennium voor Chr.)

  • Gestileerde figuren lokaal wit marmer.
  • Grafgiften.
  • Beeldjes verrassend modern: U of V-vormig hoofd met alleen een neus. Of:
  • Plat, rond lichaam zonder armen of benen met omhoogstekende hals zonder anatomische details.
  • Oorspronkelijk beschilderd.

Wat kenmerkt de cycladische cultuur? (tot 3e millennium voor Chr.)

  • Gestileerde figuren lokaal wit marmer.
  • Grafgiften.
  • Beeldjes verrassend modern: U of V-vormig hoofd met alleen een neus. Of:
  • Plat, rond lichaam zonder armen of benen met omhoogstekende hals zonder anatomische details.
  • Oorspronkelijk beschilderd.

Wat kenmerkt de cycladische cultuur? (tot 3e millennium voor Chr.)

  • Gestileerde figuren lokaal wit marmer.
  • Grafgiften.
  • Beeldjes verrassend modern: U of V-vormig hoofd met alleen een neus. Of:
  • Plat, rond lichaam zonder armen of benen met omhoogstekende hals zonder anatomische details.
  • Oorspronkelijk beschilderd.

Wat is de functie van archaïsche beeldhouwwerken?

Zij werden waarschijnlijk  gebruikt als grafmarkering en zijn daarmee niet alleen in stijl, maar ook  functioneel verwant met de Egyptische bouwkunst.

Aanvankelijk werden indeze archaische periode kleine houten cultusbeeldjes (xoanon, uit hout gesneden) vervaardigd en opgesteld in kleine, eevoudige bouwwerken van hout 9tempels) of in de openlucht bij altaren of offerplaatsen

deze xoanon werden gekleed met gewaden en sieraden. Op enkele recente vondsten na zijn we voor de info aangewezen op de geschriften vanantieke auteurs als Pausanias en plinius uit de 1e en 2e nC

Wat is een verschil met het Nabije Oosten en Egypte?

De Grieken kenden geen dodencultus. Hierdoor was de weg vrij voor ontwikkeling van de nieuwe beeldcomposities en technische innovaties, zoals die na de archaïsche periode verder ontwikkelde.

Wat is de gangbare naam voor een vrijstaand beeld van een vrouw in de z.g. archaische periode?

Korè=vrouw.

Rond het midden van de 7evC ontstonden de eerste grotere vrijstaande stenen beelden in de griekse wereld. Levensgrote beelden uit de Egyptische dodencultuur innnspireerden de Griekse beelhouwers tot het vervaardigen van vergelijkbare stenen beelden van jonge mannen (kouros), vrouwen (kore)

kenmerkend voor deze stijlperiode is de hoekige weergave van de menselijke figuur die opgebouwd lijkt uit losse componenten (sterk symmetrisch en blokvormig)
Anatomische details zijn zeer schematisch weergegeven en niet realistisch.
-> het haar van de vrouwenbeeldenisin de vormvan een etagere kapsel en het gelaat vertoont een zogenaamde archaische glimlach (die het gezicht een wat wesenloze uitdrukking geeft; in de laatste fase van de archaische periode verdwijnt deze)
-> andere kenmerken zijn de frontaliteit, de naaktheid van de mannenbeelden (het ging om het heroische aspect van de afgebeelde) en de aanvankelijk starre plooival van de gewaden bij de vrouwenbeelden

Deze vrijstaande beeldenkregen ook een grotere behuizing in de vorm van stenen tempels, deze relatie tussen sculptuur en architectuur zou een blijvend centraal element vormen in de ontwikkeling van de Griekse kunst

de eerste vrijstaande stenen beelden uit het midden van de 7e vC zijn behalve in stijl ook in functie sterk verwant aan de vergelijkbare beelden uit het Nabije Oosten en Egypte
-> waarschijnlijk dienden de soms levensgrote staande mannen en vrouwen aanvankelijk eveneens als grafmarkeringen.
de griekse religie kent echter geen dodencultus zoals de egyptische en het is mede daardoor dat in de griekse kunst de weg vrij was voor de ontwikkeling van nieuwe beeldcomposities en technische innovaties zoals die in de periode na de archaische periode voortdurend ontwikkeld werden

Wat is het verschil tussen archaïsche beeldhouwkunst en Egyptische?

Doordat er in de Griekse cultuur geen dodencultus was en in de Egyptische wel, kon de Griekse beeldhouwcultuur zich makkelijker ontwikkelen qua compositie van beelden en technische innovaties.
In de Egyptische dodencultus was een beeld een substituut voor een overledene. Het gebruik zat vast in tradities en rituelen.

Wanneer en waarom is de Myceense beschaving in verval geraakt?

In 12e eeuw voor Chr.
Combinatie van:
  • Ecologische problemen.
  • Bevolkingsdruk
  • Sociale onrust    

Wat kenmerkte de geometrische periode? (900 - 700 v. Chr)

  • Geen vrijstaande beelden
  • Vazen met geometrische vormen.
  • Kleine bronzen plastische appliques vastgezet op grote bronzen driepoot. Veel exemplaren gevonden Olympia.

Wat kenmerkte de geometrische periode? (900 - 700 v. Chr)

  • Geen vrijstaande beelden
  • Vazen met geometrische vormen.
  • Kleine bronzen plastische appliques vastgezet op grote bronzen driepoot. Veel exemplaren gevonden Olympia.

Wat kenmerkte de archaïsche stijlperiode rond het midden 7e eeuw voor Christus?

  • Ontstaan grotere vrijstaande stenen beelden. => inspiratie Egyptische dodencultuur (Kouros, Koré)
  • Hoekige menselijke figuur, lijkt opgebouwd uit losse componenten (sterk symetrisch en blokvormig)
  • Schematische weergave anatomische details, niet realistisch.
  • Vrouwen - etagere-kapsel, archaïsche glimlach. (verdwijnt in laatste fase) 

Wat kenmerkte de archaïsche stijlperiode rond het midden 7e eeuw voor Christus?

  • Ontstaan grotere vrijstaande stenen beelden. => inspiratie Egyptische dodencultuur (Kouros, Koré)
  • Hoekige menselijke figuur, lijkt opgebouwd uit losse componenten (sterk symetrisch en blokvormig)
  • Schematische weergave anatomische details, niet realistisch.
  • Vrouwen - etagere-kapsel, archaïsche glimlach. (verdwijnt in laatste fase) 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo