Het geschilderde portret in de vroegmoderne periode

7 belangrijke vragen over Het geschilderde portret in de vroegmoderne periode

Na de bloei periode van de portretkunst in de Romeinse tijd werden in Europa lange tijd geen zelfstandige portretten meer gemaakt.

Wanneer veranderde dat weer?

Vanaf de 14de eeuw.

Waarom is het hoofd het belangrijkste onderdeel van een portret?

Het gezicht is het meest expressieve lichaamsdeel.

Wat gebruikte Francesco Parmigianino om zijn zelfportret te maken?

Een bolle spiegel. De vertekening in de weerspiegeling die dit veroorzaakt, zijn door hem niet gecorrigeerd.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Parmigianino's portret is in verschillende opzichte emblematisch.
Waaruit blijkt dit?

dat in een portret het hoofd, als meest expressieve lichaamsdeel, centraal staatdat portret schilders veel hebben geëxperimenteerd met composities.het portret blijft herkenbaar ondanks de vervorming die er in is aangebrachter bestaat een dynamiek tussen de objectieve weergave van een persoon, en de interpretatie van de werkelijkheid

Francesco Parmigionino 1503-1540 zelfportret

vertekeningen in de weerspeigeling zijn in het schilderij niet gecorrigeerd
-> Vasari prees hem hoog
de schilder gebruikte zijn overtuigende illusionisme niet om te komentot een natuurgetrouwe weergave van zijn persoon, maar bracht daar met opzet vervormingen in aan.
=> daaruit wordt duidelijk dat ook schilderkunst die de realiteit beoogt weer te geven, niet natuurgetrouw is

Hoe onderscheidt de stichter zich van de heilige figuur in Simone Martini’s Heilige Lodewijk van Toulouse?

In het stichtersportret is Lodewijk van Toulouse frontaal weergegeven als een bisschop, zittend op een troon, die op een verhoging staat, terwijl Robert van Anjou en profil, knielend naast de verhoging van de troon is verbeeld. Bovenal is Robert qua formaat beduidend kleiner dan zijn inmiddels heilig verklaarde broer. Ook heeft Robert individuele trekken, waar Lodewijks trekken onpersoonlijk zijn, gebruikelijk voor de weergave van heiligen.

Waarin onderscheidt zich een Italiaans portret tot diep in de vijftiende eeuw van zijn noordelijke tegenhanger?

Afgezien van een uitvoering in temperatechniek onderscheidt het Italiaanse portret zich van het Vlaamse door de weergave van de geportretteerde of zitter als busteportret en profil. In Vlaanderen was dankzij Jan van Eyck de olieverftechniek en een weergave van de zitter als busteportret, in driekwart en vaak achter een bordes of borstwering gebruikelijk. Dankzij de olieverftechniek kon er aan details veel meer aandacht worden besteed, iets dat de gelijkenis met de geportretteerde ten goede zal zijn gekomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo