Geschilderde altaarstukken - Van antependium tot polyptiek

16 belangrijke vragen over Geschilderde altaarstukken - Van antependium tot polyptiek

Waar komt in de 13de en 14de eeuw tegelijk met de opbloei van de paneelschilderkunst ook het geschilderde altaarstuk tot ontwikkeling?

Italië

Waaraan kun je de beïnvloeding van antependium stukken terug zien in altaarstukken/retabels? Noem er 3


1. De vroegste geschilderde retabels zijn rechthoekig in liggend formaat
2. Gekenmerkt door een centrale voorstelling
3. Vaak omringd door compartimenten met vertellende scenes.

Hoe heet de verticale variant  van een retabel in een liggend formaat?

Vita-retabel, waarin een centrale, grote afbeelding van een heilige werd omringd door scenes uit zijn of haar leven.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe heet het retabeltype waarin het schema van de antependiumvoorstelling is overgenomen van een centraal geplaatste heilige omringd door scenes uit zijn/haar leven?

Vita-retabels (kan zowel horizontaal als verticaal)

Welke drie functies heeft de predella in een altaarstuk?


1. Het beschermen van het altaarstuk
2. Het onderste gedeelten van het altaarstuk beter zichtbaar te maken.
3. Vertellende scenes toevoegen aan het altaarstuk.

Tot wanneer is de predella veelvuldig toegepast?

Tot in de 16de en 17de eeuw. Vaak voorzien van vertellende scenes die betrekking hebben op de heilige in de hoofdvoorstelling.

Wanneer werden predellas vaak toe gepast in altaar stukken?

1300 tot 1700.

Wat is een ander woord voor veelluik?

Polyptiek

Wat is een polyptiek die aan het einde van de dertiende eeuw in Toscane word ontwikkeld?

Een werk bestaande uit aparte panelen die door lijsten van elkaar gescheiden zijn.

Tegelijk met de opvallende opbloei van de paneelschilderkunst in het Italie van de 13e en 14e komt ook het geschilderde altaarstuk in deze periode vooral daar tot ontwikkeling. Aanvankelijk lijkt de vorm van antependiumvoorstellingen het altaarstuk sterk te hebben bepaald

de vroegste geschilderde retabels zijn rechthoekig in liggend formaat en worden gekenmerkt door een centrale voorstelling van Christus, Maria of een heilige. Net zoals in de voorstellingen van antependia worden zij vaak omringd door compartimenten met vertellende scenes

Uit dergelijke panelen heeft aich een aantal andere reabeltypen ontwikkeld, in zowel liggend als staand formaat. In Maria- en heiligenvoorstellingen is vaak het schema van de antependiumvoorstellingen overgenomen. Zogenaamde Vita retabels, met een centraal geplaatste heilige omringd door scenes uit zijn of haar leven, zijn vanaf de 13e vooral in verticaal formaat veel gemaakt

met als hoofdpersoon de bijzonder populaire heilige Assisi 1182-1226, is in de loop van de 13e een groot aantal van dergelijke retabels tot stand gekomen, waaronder het altaarstuk dat een anonieme Florentijnse schilder rond 1250 maakte voor een kapel in de franciscanerkerk van Santa Croce te florence

De niet altijd even gelukkig uitvallende combinatie van een heilige omringd door compatimenten met vertellende scenes was geen lang leven beschoren. Meer en meer werden de scenes los van de hoofdvoorstelling gepresenteerd

een manier om ze toch in een reabel op te nemen, was het inpassen van deze voorstellingen in een predella (een lage rechthoekige strook aan de onderzijde van het altaarstuk, die enerzijds diende om het altaarstuk te beschermen, anderzijds om met name de onderste gedeelten van de hoofdvoorstelling beter zichtbaar te maken)

Een predella met verhalende scenes komt bijvoorbeeld voor bij de stigmatisatie van Sint Franciscus  van Giotto rond 1300 geschilderd. Daarna is de predella tot in de 16e en 17e veelvuldig toegepast, vaak voorzien van vertellende  scenes die betrekking hebben op de heiligen in de hoofdvoorstelling

stigmatisatie franciscus door Giotto 1300

In altaarstukken met een horizontale, antependiumachtige vorm wordt het probleem van het opvullen van de ruimte aan weerszijden van de centrale figuur op een andere manier opgelost

Aan het einde van de 13e komt in Toscane de vorm van het polyptiek of veelluik tot ontwikkeling. Meestal zijn dergelijke werken opgebouwd uit aparte panelen die door lijsten van elkaar zijn gescheiden.
-> vaak is Maria met het Christuskind centraal weergegeven, geflankeerd door figuren van heiligen, aanvankelijk meestal ten halven lijve, later ook ten voeten uit.
-> deze polyptieken boden de mogelijkheid tot een steeds verdere uitbreiding

De ontwikkeling van het polyptiek bereikte eenhoogtepunt in een altaarstuk dat diezelfde bueninsegna vervaardigdde voor het hoogaltaar van de dom van Siena

het centrale paneel toont een voorstelling van de Maesta Maria in majesteit.
voordat de verschillende onderdelen van het werk in de 18e van elkaar werden losgemaakt, vormde het een uitzonderlijk groot en uitvoerig polyptiek

De maesta was aan zowel de voor-als de achterzijde beschilderd

dat laatste heeft te maken met de oorspronkelijke opstelling van het altaarstuk; de gelovigen in de kerk werden geconfronteerd met de grote voorstelling van Maria met heiligen aan de voorzijde, terwijl de kanunniken, in het koor achter het altaar, de scenes van de passie van Christus op de achterzijde konden zien

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo