Het probleem van de wand. Frescoschilderkunst in Italie - Vragen OU

6 belangrijke vragen over Het probleem van de wand. Frescoschilderkunst in Italie - Vragen OU

Welk onderdeel van de frescotechniek ziet u rechts vergeleken met de definitieve schildering links?

U ziet de zogeheten sinopia, een in rood aangebrachte onderschildering van hulplijnen op de ariccio. Daarmee onderzocht de kunstenaar de verhouding tussen de globale compositie en het muurvlak dat hem voor zijn schildering ter beschikking stond.

De sinopia en definitieve schildering zijn van Andrea del Castagno, dateren uit 1447 en zijn terug te vinden in de refter van het Sant’ Apolloniaklooster in Florence, ook bekend als het Andrea del Castagnomuseum: op de eindwand van de refter schilderde Castagno in hetzelfde jaar een Laatste Avondmaal met passievoorstellingen.

Welk voordeel heeft het werken met spolvero ten opzichte van een onderschildering met hulplijnen ofwel een sinopia?

De sinopia is aangebracht op de ariccio of grovere kalklaag, terwijl de spolvero of poeder door gaatjes in het karton wordt geblazen op de intonaco, de natte kalklaag waarop de definitieve voorstelling wordt geschilderd. Anders gezegd, tijdens het aanbrengen van het dagdeel van de definitieve schildering wordt de kunstenaar geleid door de in poeder overgebrachte compositie.

Waarom is de toepassing van de centraalperspectief in Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci zo overtuigend, terwijl de perspectivisch correcte schilderingen van Ghirlandaio in de Tornabuonikapel niet goed werken? Let ook op de ruimte van de refter van de Santa Maria delle Grazieklooster in Milaan.

De refter waarin Leonardo da Vinci Het Laatste Avondmaal schilderde, is tamelijk lang en smal.waardoor de beschouwer bijna vanzelf de goede positie inneemt, recht tegenover het verdwijnpunt.
In het geval van de Tornabuonikapel bekijkt de beschouwer de schilderingen doorgaans vanuit het schip van de kerk, dus niet recht van voren, maar onder een schuine hoek. Dan treedt de dieptewerking niet op en lijkt de ruimteweergave zelfs incorrect.
De centraalperspectief van Leonardo’s Laatste Avondmaal blijkt uit het schema met de orthogonalen en het centrale verdwijnpunt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Lees 16, 17, 18, 22 en 31 en herlees zonodig 19 en 26. Waarom lenen deze fresco's zich er goed voor om de kunsthistorische ontwikkeling te duiden wat betreft de inzet van steeds meer middelen om de beschouwers bij de voorstelling te betrekken?

De frescotechniek raakte steeds meer in zwang, ook omdat deze goedkoper en sneller was dan de in de dertiende eeuw gangbare mozaïektechniek voor historiestukken in kerken. Omdat de boodschap van historiestukken belangrijk was, waren fresco's meestal ook in andere (semi)openbare gebouwen te vinden (18) en hadden ze een groot formaat. Zoveel mogelijk mensen moesten kennis nemen van de wijze lessen die de voorstellingen in zich droegen. Dat zal mede de aanleiding zijn geweest.

Welke van de volgende kwalificaties zijn wel of niet van toepassing op de fresco­techniek?
  • technisch makkelijk
  • goedkoop
  • snel
  • makkelijk corrigeerbaar
  • geschikt voor historiestukken
  • ongeschikt voor kerken
  • geschikt voor een vochtig klimaat

De volgende kwalificaties zijn wel van toepassing op de frescoschilderkunst:
  • goedkoop (Hoofdstuk 7, 180)
  • snel (180)
  • geschikt voor historiestukken (190-191)

De volgende kwalificaties zijn niet van toepassing:
  • technisch makkelijk: zoals in paragraaf 1wordt beschreven, is de techniek juist moeilijk
  • makkelijk corrigeerbaar: op 181 staat: ‘Correcties aanbrengen is in de frescotechniek – in tegenstelling tot de tempera- of olieverftechniek – niet of nauwelijks mogelijk.'
  • ongeschikt voor kerken: dit is evident onjuist, aangezien bijna alle besproken fresco's zich in kerken bevinden
  • geschikt voor een vochtig klimaat: op 179 onderaan heeft u kunnen lezen dat in een vochtig klimaat de frescoschilderingen kunnen loslaten.

De constructie van de benedictijnerabdijkerk van Saint Philibert van Tournus (11) verschilt in een belangrijk detail van die van de cisterciënzerabdijkerk van Fontenay (13). Vergelijk de opbouw van het middenschip of middenbeuk te Fontenay met die te Tournus. Wat ontbreekt? Wat betekent dit voor de toepassing van de term ‘basiliek’ op Fontenay?

Bij de cisterciënzerabdijkerk van Fontenay gaat de arcade of boogstelling die het middenschip scheidt van de zijbeuken direct over in het spitsvormige tongewelf. De tussenliggende vensterstrook of lichtbeuk ontbreekt zoals ook blijkt bij de foto van het exterieur, genomen vanuit het kloosterhof met links het kerkgebouw.

Daarom volstaat de term basiliek niet. Omdat het middenschip toch ver uitsteekt boven de zijbeuken wordt de term pseudobasiliek* gebezigd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo