Het probleem van de wand. Frescoschilderkunst in Italie - Kunsthistorische ontwikkeling - Emoties, ruimte en volume
14 belangrijke vragen over Het probleem van de wand. Frescoschilderkunst in Italie - Kunsthistorische ontwikkeling - Emoties, ruimte en volume
Veel gebruikte termen in de beschrijvingen van wandschilderingen zijn: perspectief, ruimte, menselijke gevoelens, belevingswereld van de beschouwer.
Onder welke noemer zijn deze termen samen te vatten?
Het "streven om de beschouwer bij de voorstelling te betrekken"
Giotto maakte fresco's rond 1320 voor welke traditie binnen fresco's heeft hij een vroege voortrekkersrol gespeeld?
Waarmee onderscheiden de mozaïek scenes van frescoschilderingen als het gaat het uitstralen van emotie?
Mozaïek scenes bevatten vaak figuren die als mensen te herkennen zijn, maar hebben nauwelijks een menselijke uitstraling.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke Italiaanse schilder vond het centraalperspectief uit?
Wie zette de toon om de beschouwers niet op afstand buiten de voorstelling te houden, door het weergeven van emoties, ruimte, diepte en volume?
Giotto. En hij werd door volgende generaties verbeterd.
Door wie werden de aspecten van ruimte, diepte en volume werden na Giotto verder uitgewerkt?
- Taddeo Gaddi ging door op het werk van Giotto
- Masaccio vond het centraalperspectief uit
- Leonardo en Rafaël benutte het perspectief om hun composities onder te verdelen en te structureren.
Waarmee ging de ontwikkeling van de frescoschilderkunst in Italië vrijwel gelijk op?
Door weergave van emoties, ruimte en volume. Giotto is hiermee begonnen: De dood van Sint Franciscus ca 1320.
Andere kunstenaars gingen verder waar Giotto gebleven was bij het betrekken van de beschouwer bij de voorstelling. Wie en hoe?
- Da Vinci: Het laatste avondmaal: werkte het weergeven van emoties verder uit. Iedere discipel reageert op zijn eigen wijze op Christus' voorspelling dat één van hen hem zal verraden.
- Caravaggio Bekering van Paulus (1601): hij trekt de beschouwer als het ware de voorstelling in middels de arm van Paulus
- Masaccio De Drie-eenheid (ca 1425-1428): de uitvinding van het centraalperspectief. Mensen en hun emoties konden nu in een "echte" omgeving geplaatst worden.
Veel gebruikte termen in de beschrijvingen van wandschilderingen zijn
Dit streven speelt in zekere zin een rol in iedere vorm van beeldende kunst
Wat in de besproken schilderingen zo van belang is, is dat zij zijn gemaakt als een middel om de beschouwers aan te zetten tot overdenking en in het geval van een religieus onderwerp, tot inleving. Natuurlijk kunnen ook schilderingen op paneel of doek daartoe aanzetten.
Het streven om beschouwers bij de voorstelling te betrekken, ontwikkelde zich min of meer tegelijktijd met de frescoschilderkunst in Italie
Uit de frescoschilderingen van Giotto, ruim 20 jaar later, spreekt een heel andere geest. In de dood van Sint Franciscus heeft hij de beschouwers nadrukkelijk niet op eenafstand buiten de voorstelling gehouden
-> Giotto zette de toon voor vele volgende generaties van kunstenaars
=> de weg van inspelen op het medeleeven van de beschouwers door de voorstelling zo dicht mogelijk bij hun belevingswereld te brengen
Het weergeven van emoties werd door da Vinci verder uitgewerkt
-> de beschouwers is een menselijk gebeuren voor ogen gesteld, dat zij zich kunnen voorstellen en waarin zij zich kunnen inleven
100 jaar later werkte Carabaggio het middel van emoties om de beschouwer bij het bijbelse gebeuren te betrekken nog verder uit
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden