Rubricering - Chronologie en stijl - Architectuur- en landschapschilderkunst

12 belangrijke vragen over Rubricering - Chronologie en stijl - Architectuur- en landschapschilderkunst

48. Beschrijf hoe de ontwikkeling verliep van de uitbeelding van landschappen, gebouwen of stadsgezichten als achtergrondmotief naar zelfstandige onderwerp.

In de loop van de 14e eeuw besteedden schilders in toenemende mate aandacht aan de omgeving waarin een gebeurtenis zich afspeelde waarna het geen grote stap meer was om de uitbeelding van de omgeving als zelfstandig onderwerp te benaderen.
  • Dit werd geïntroduceerd door Giotto en tijdgenoten. Zij beeldden gebeurtenissen uit op een manier die nauw aansloot bij de ‘werkelijkheid’ om op die manier het menselijk handelen overtuigender te laten overkomen.
  • Ambrogio Lorenzetti , Masaccio en Jan van Eyck besteedden daar eveneens veel aandacht aan.

49. Aanvankelijk was er geen vraag naar landschapschilder-kunst. Waarom veranderde dit?

Het veranderde toen men in de loop van de 15e eeuw meer kennis kreeg van de oude Griekse en Romeinse schilderkunst doordat men las over landschappen en zeegezichten in de villa’s van welgestelde Romeinen.

  • Vitruvius beschreef hoe loggia's waren beschilderd met afbeeldingen van havens, voorgebergten, kusten, rivieren, bronnen, zee-engten, tempels, bossen, bergen, kudden en herders.
  • Plinius Maior wees de Romeinse schilder Spurius Tadius (63 v Chr 14 n Chr) aan als de eerste die dat soort wandbeschilderingen maakte.

50. Wat weten we over de schilderingen die Paus Innocentius VIII (1454-1513) in zijn villa Belveder in Rome liet aanbrengen?

  1. Onder andere Bernadino Pinturicchio beschilderde de open loggia van de paus op een wijze die sterk overeenkomt met de omschrijvingen van Vitruvius en Plinius Maior.
  2. Vasari schreef hierover in 1568 hoe Pinturicchio overeenkomstig de wens van de paus in 1484 enkele logia's volledig had beschilderd met landschappen en afbeeldingen van verschillende Italiaanse steden ‘op de wijze van de Vlamingen’.
  3. Hieruit volgt dat:
  • de schilderingen leken op de scènes die Spurius Tadius schilderde
  • er vraag naar dit type voorstellingen was
  • niet alleen de Romeinse schilderkunst een bron van inspiratie was, maar ook de Vlaamse.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

51. Welk aspect kan mede een rol hebben gespeeld in het populairder worden van de landschapschilderkunst?

Plaatselijke of nationale trots kan een rol hebben gespeeld.

  • De Paus gaf opdracht om alle belangrijke Italiaanse steden af te beelden.
  • In De aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper aan Zacharias van Ghirlandaio blijkt de trots op de stad Florence uit het opschrift in het schilderij en getuigen de portretten van de opdrachtgever en zijn familie van hun bijdrage aan de welvarende situatie en het mooie voorkomen.

52. Wanneer ontwikkelde de landschapschilderkunst zich als een zelfstandig genre?

Vanaf ongeveer 1500.

54. Welke vorm van landschapschilderkunst kwam vaak voor in de 16de en 17de eeuw en waarom?

Wandschilderingen met voorstellingen van vergezichten en bekende steden, gebouwen of ruInes. Zij vormenden een herschepping van de Romeinse schilderingen à la Spurius Tadius en kwamen vooral voor in villa's en loggia's.

57. Waarom vond men in de 17de eeuw dat aanschouwing van het landschap kon aanzetten tot bewondering voor de Schepper?

Dit is een gegeven dat vaak voorkomt in de 17de eeuwse literatuur, daarin wordt de natuur 'het tweede boek van God' genoemd. (De Bijbel is de eerste.)

58. Sporen van de mens in het landschap kunnen ook op vergankelijkheid wijzen en op het verliezen van de macht over de natuur. Op welke manier is dat zichtbaar in de landschapschilderkunst?

In voorstellingen van ruines of niet meer bestaande gebouwen.
  • Claude Lorrain schilderde bijvoorbeeld veel bouwwerken uit de klassieke oudheid en brengt daarmee de verloren gegande glorie tot uitdrukking.
  • Joods Kerkhof van Jacob van Ruisdael (1653-1654)

59.  Naar welke vorm van landschapschilderkunst waren schilderingen als die van Lorrain en Van Ruisdael een opmaat?

Een stijl vanaf ongeveer 1800 waarin de oorspronkelijke staat en de overweldigende macht van de natuur werd uitgebeeld.  Het gevoel van overweldiging werd in het Engels 'sublime' genoemd.  De wandelaar uitziend over een nevelig berglandschap van Caspar David Friedrich (1818) is daarvan een voorbeeld.

60. De natuur in haar natuurlijke staat hoeft niet alleen gevoelens van huiver op te wekken. Hoe uitte dat zich in de schilderkunst?

Vanaf ongeveer 1800 komen er ook schilderingen van landschappen voor waarin de bewondering voor de schoonheid tot uitdrukking is gebracht en waarbij de werking van de natuur wordt weergeven in plantengroei, weersgesteldheden en lichteffecten.
  • John Constable: geeft diverse weerseffecten weer, dus de veranderlijkheid.
  • Cézanne geeft juist het onveranderlijke weer in zijn Mont Sainte-Victoire (1885-1887).

62. Wat was de reden dat landschapschilderingen vaak niet naar waaarheid waren geschilderd?

Een praktische reden hiervoor was dat de schilderingen tot in de 19e eeuw niet in de natuur gemaakt werden, maar in het atelier.
  • Pas met de komst van verftubes kon verf meegenomen worden naar buiten.
  • Vaak werden schetsen gemaakt die in het atelier tot een geheel werden gecomponeerd.

63. Waarom werden in de kunsttheorie landschapsschilderingen lager gewaardeerd dan historieschilderingen

Zij hadden de natuur en niet de mens tot onderwerp.  Ze waren ook weer niet de laagst gewaardeerde, omdat het schilderen van de natuur ook veel uitdagingen bood.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo