Samenvatting: Marije Groei En Ontwikkeling
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van marije groei en ontwikkeling
-
1 Week 1
-
1.1 Botweefsel en lengte groei
Dit is een preview. Er zijn 43 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Korte beenderen: "beenderen:
hand- en voetwortelbeentjes -
Wanneer zijn jongens en meisjes uitgegroeid
Jongens zijn uitgegroeid met 21 en meisjes 1 a 2 jaar na de 1e menstruatie. -
1.3 Fosfaatsysteem en Anaerobe glycolyse en energie
Dit is een preview. Er zijn 32 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Fosfaatsysteem (aerobe alactisch systeem) uitleg
● Fosfaat systeem is het 1e systeem, zonder zuurstof.
● CP: Creatine fosfaat, liggen opgeslagen in de spieren, extra energie voorraadje
● Zodra alle creatine op is, kunnen deze reacties niet meer door gaan, dus ga je over op een ander systeem
● Meteen als ATP splitsing optreed, gaat ook de CP reageren
● Vermogen: hoe snel de energie tot beschikking is
● Capaciteit: hoe lang kun je energie uit dit systeem halen
● Creatine kinase: het enzym dat creatine en fosfaat zich op splitst -
hoeveel ml in Adem minuut volume
+/- 500ml -
Metabolisme vragen -Waarvoor hebben we energie nodig in ons lichaam? -Wat is de eenheid van energie? - Wat is Metabolisme?- Uit welke atomen bestaat ons voedsel? - Waarom kunnen we ons voedsel niet rechtstreeks gebruiken als ‘bruikbare brandstof voor directe energie’?-Welke stof is wél de brandstof voor directe energie?
○ Warmte/ bewegen
○ Kilojoules/ kilocalorieën
○ stofwisseling: alle chemische reacties in het lichaam
○ Koolstof, zuurstof en waterstof
○ Omdat het lichaam alleen ATP kan gebruiken als brandstof
○ ATP -
-lyse: -genese: Lipogenese:
-lyse: afbraak
-genese: opslaan
Lipogenese: het proces waarbij glucose (of vetzuren+glycerol) omgezet wordt in vet. -
2 Week 2
-
2.1 Het zenuwstelsel (Part 1/2)
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer een elektrisch signaal in een dendriet komt, verandert de elektrisch ladingstoestand.Hoe:
De cellen laten ineens meer ionen door, de doorlaatbaarheid van het neuron veranderd. Als eerst stromen natrium naar binnen. Na is + dus er komen veel positieve ionen binnen.--> de binnenkant van de cel wordt positief. Daarna neemt doorlaatbaarheid van kalium toe. kalium gaat naar buiten, veel positieve deeltjes verlaten de binnenkant en wordt de binnenkant weer negatief en zo herstelt het weer. -
Temporele en spatiele summatie:
Wanneer er een positief elektrische signaal aankomt van een ander neuron, ontstaat er een EPSP-> de binnenkant van de cel wordt iets positiever. Maar het leidt nog niet tot de drempelwaarde.
Bij een IPSP daalt het zelfs een beetje (4e grafiek)
Wat je moet doen is het optellen van de EPSP.
Dit kan in de tijd temporeel, je prikkelt en heel snel erna weer. (2e grafiek)
Of op plaats spatieel, van meerdere plekken komen positieve signalen. Als ze tegelijk binnenkomen worden ze ook bij elkaar opgeteld. (3e grafiek) -
2.1.2 Het zenuwstelsel (Part 2/2)
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
TEMPORELE EN SPATIËLE SUMMATIE
Temporele summatie: optelling van snelle opeenvolgende stimuli. Dit gebeurt in een synaps dat herhaaldelijk is geactiveerd.
Spatiële summatie: gelijktijdig stimuli op verschillende plaatsen hebben een cumulatief effect op de transmembrane potentiaal. Dus meerdere synapsen die simultaan samenwerken.
Prikkels die herhaald worden in tijd (Temporele summatie) of op verschillende plaatsen tegelijkertijd optreden (Spatiële summatie) produceren actiepotentialen. -
Innervatie van de spierspoel of spierspoeltjes
De receptor van het spierspoeltje bevindt zich in het centrale deel. Hier bevat de intrafusale vezel geen contractiele eigenschappen. De receptor wordt positief gestimuleerd door rek van het middelste deel van de spierspoel.
De spierspoel-receptor wordt geëxciteerd op twee verschillende wijzen:
• 1. Verlenging van de hele spier, rekt het middelste deel van de spierspoel en
• 2. Contractie van het spierspoeltje zelf, rekt het middelste gedeelte van de spierspoel.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden