Het koopgedrag van de consument

20 belangrijke vragen over Het koopgedrag van de consument

Hoe kan je de risico's beperken voordat je een product kiest

- Garantie
- Achteraf of in termijnen betalen
- Ruilen/geld terug

Wat zijn de koopsituaties van Howard en Seth

  • Routine matigkoopgedrag
  • Beperkte besluitvorming
  • Uitgebreide besluitvorming
  • Op afwisselend gericht aankoopgedrag

Wat valt er onder de economische visie?

-Beschikbare inkomen
-Koopkracht
-Vrije bestedingsruimte/Discretionair inkomen
-Verwachte nut
-Gevraagde prijs
-Wet van Engel: Naarmate je inkomen toeneemt, ga je in verhouding minder geld uitgeven aan voeding

Consumenten denken niet rationeel
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de visies op consumentengedrag

  • Gezin
  • Woonomgeving
  • Sociale klasse

Wat valt er onder de psychologische visie

-Zoeken naar informatie
-Waarnemen van de verkregen informatie
-Leren omtrent alternatieve mogelijkheden
-Kiezen uit de mogelijkheden
Bestrijden van twijfel nadat men heeft gekozen

Waar staan de letters voor het AIDA + A model voor?

Attention=Aandacht trekken
Interest=Interesse wekken en vasthouden
Desire=Verlangens oproepen
Action=Actie ontketenen

+ A: Advocacy=Superpromotors facilliteren

Vier soorten consumenten gedrag

  1. Communicatiegedrag: Op welke manieren neemt een individu informatie tot zich op en verwerkt het deze informatie, welke infobron gebruikt de consument
  2. Aankoopgedrag: Hoe vaak wordt t product gekocht en waar?
  3. Gebruiksgedrag: Alle handelingen van een afnemer die samenhangen met het installeren
  4. Afdankgedrag: Betrekking op het moment en de manier waarop een afnemer een einde maakt aan t gebruik van t product. Herhaling?

Waar kunnen beleidsgebieden waar kennis en begrip van het consumentengedrag zinvol zijn?

  • Macro-economisch beleid
  • Marketingbeleid
  • Consumentenbeleid

Vanuit welke wetenschappen is het consumentengedrag benaderd?

  • Economische visie: Economisch-rationele factor is de belangrijkste factor voor het gedrag
  • Wet van Engel
  • Nutstreven van de consument: Consument streeft naar het realiseren van zoveel mogelijk nut met behulp van een goed of combinatie van goederen
  • Sociologische visie: Bestuderen het gedrag van mensen in hun maatschappelijke verbanden
  • Psychologische visie: Onderzoekt het gedrag van het individu

Wat zijn abstracte en concrete elementen binnen een cultuur

  • Abstracte elementen zijn waarden, normen, ideeën en opvattingen. Ze geven richting aan het gedrag en beïnvloeden de voorkeuren en keuzes van de mensen binnen een bepaalde cultuur.
  • Concrete elementen bestaan uit gebouwen, boeken, televisies etc. Zij kunnen gezien worden als de materiële uitdrukking of weerslag van een cultuur.   

Waarom moeten marktteers zich verdiepen in abstracte elementen?

Omdat die het koopgedrag beïnvloeden

Gelokaliseerde marketingprogramma’s

Voor elke cultuur wordt er een ander marketingbeleid gevoerd. Dit kan het beste opgesteld worden bij grote culturele verschillen.

Gestandaardiseerd marketingprogramma/Global marketing

Hierin wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke uniformiteit in de marketingactiviteiten. Dit kan als er zeer grote overeenkomsten zijn tussen culturen. (Coca-Cola)

Wat moet een marketeer zich afvragen bij een subcultuur

De marketeer moet zich afvragen in hoeverre het onderscheid in subculturen ook gevolgen moet hebben voor de verschillende marketingactiviteiten zoals: marktsegmentatie en promotie

Wat voor soort komen voort uit de verschillen in sociale klassen

  • Behoeften en koopmotieven
  • Mediagebruik (verschillende kranten en tijdschriften bv)
  • Zelfvertrouwen (mate van risico dat men neemt bij kopen van producten)

Suspicious goods/consumption

Goederen waarmee men naar buiten toe kan demonstreren wie men is en/of welke status men bezit.

Kenmerkend van het motivatie proces

Werkt activerend en is doelgericht

Manifeste en latente behoeften

Manifeste behoeften: als men zich bewust is van de behoefte.
Latente behoeften: de consument is zich hier niet van bewust. Ze zijn sluimerend aanwezig.
Reclame kan sluimerende behoeften activeren.

Welke drie stadia zijn er te onderscheiden bij het perceptieproces

1.Exposure (blootstelling): contact of de confrontatie van onze zintuigen met stimuli. Selectieve blootstelling: als iemand uit zichzelf op zoek gaat naar informatie. Passieve, onvrijwillige exposure komt vaker voor, deze informatie dringt vaak niet eens tot ons door.
2.Aandacht: De aandacht die een consument aan diverse stimuli besteedt gaat selectief. Marketeers kunnen stimulusfactoren wel controleren, maar persoonlijke factoren niet.
Begrip (interpretatie): de binnenkomende indrukken worden geïdentificeerd.

Uit welke drie componenten is een attitude opgebouwd

1.Cognitieve component (kennis): geheel van kennis dat iemand over het attitudeobject bezit.
2.Affectieve component (emoties en gevoelens): leiden tot een algemene beoordeling of evaluatie. Richting: positief of negatief. Sterkte: mate, hoe sterk.
3.     Conatieve component (neiging tot actie): verwijst naar de neiging of intentie om tot actie over te gaan op grond van een bepaalde attitude

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo