De financiële en portofolioanalyse - Balans
3 belangrijke vragen over De financiële en portofolioanalyse - Balans
Op grond van welk criterium worden de activa verdeeld in vaste en vlottende activa?
Is de omlooptijd langer dan 1 jaar, dan spreken we van vaste activa (lange termijn). Omlooptijd korter dan 1 jaar, dan spreken we van vlottende activa (korte termijn).
De omloopsnelheid wordt vaak als kengetal gebruikt om daarmee aan te geven hoeveel maal per jaar de eigen voorraad wordt omgezet. De formule van de omloopsnelheid is=
of
Omloopsnelheid= omzet in eenheden / gmd voorraad in eenheden
ten slotte kan de omloopsnelheid ook op basis van de verkoopwaarde worden berekend en dan spreken we over omzetsnelheid
omzetsnelheid= omzet tegen verkoopwaarde / gmd voorraad tegen verkoopwaarde
Reserves behoren eveneens tot het eigen vermogen van een onderneming. Uitgaande van de ontstaansoorzaken kennen we de volgende soorten reserves:
2. Agioreserve: ontstaan als aandelen boven 100% (pari) worden geplaatst. Het deel van de ontvangsten boven 100% wordt agio genoemd.
3. Herwaarderingsreserve: ontstaat door herwaardering van activa. Voorwaarden zijn: toepassing van de principes van de vervangingswaardetheorie en een situatie van prijsstijging.
4. Reorganisatiereserve: soms is een herziening van de financiële structuur noodzakelijk. Deze reserve ontstaat als zodanige maatregelen worden getroffen, dat naast verdwijning van het verliessaldo nog extra middelen resteren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden