Statistische kengetallen

9 belangrijke vragen over Statistische kengetallen

Als we vanuit marktonderzoek een beschrijving willen geven van een bepaalde doelgroep aan de hand van een onderzoek, maken we daarbij gebruik van de beschrijvende statistiek.

Beschrijvende statistiek is dat deel van de statistiek dat zich bezighoudt met de verwerking en weergave van feiten, zodanig dat een goed overzicht van de gegevens ontstaat.

Van Doorn en Links vatten de doelstellingen van een statistisch onderzoek als volgt samen:

1. Het bepalen van de totale omvang van een massa
2. Het bepalen van de structuur/samenstelling van een massa
3. Het opstellen van prognoses (voorspellingen)
4. Het bepalen van de correlatie tussen 2 of meer verschijnselen
5. Het maken van algemeen-economische en bedrijfseconomische vergelijkingen.

Samengevat: het doel van statistiek is het verschaffen van overzicht en inzicht in massaverschijnselen, ongeacht op welk gebied

Voor het uitvoeren van een goed onderzoek is het van belang dat de onderzochte groep duidelijk wordt afgebakend. De verzameling van elementen waarop een onderzoek betrekking heeft, noemt men

Een populatie of universum.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat moet er gebeuren met kenmerken voordat het bruikbaar is voor onderzoek?

Het moet operationeel worden gemaakt. Het moet worden omgezet in een variabele. Daarbij dient beschreven te worden welke waarden die variabele kan aannemen. Tevens moeten we vastleggen hoe we op eenduidige wijze aan elk element van de populatie een waarde van de variabele kunnen toekennen.
Deze toekenning wordt meten genoemd en de door waarneming vastgestelde waarde heet meetwaarde of waarnemingsuitkomst

Bij het indelen in klassen zal men ook de klassenbreedte (klasseninterval) moeten bepalen:

Onder klassenbreedte verstaat men het verschil tussen de laagste waarde die in de klasse zou kunnen voorkomen en de laagste waarde die in de daarop volgende klasse zou kunnen voorkomen.

Het zal in veel gevallen noodzakelijk zijn klassen van ongelijke breedte te gebruiken, om daarmee het aantal klassen met een zeer lage frequentie te beperken. Het gevolg hiervan is wel dat de frequenties in de tabel niet direct met elkaar te vergelijken zijn. We kunnen dit oplossen door:

Niet te kijken naar absolute frequenties, maar naar de frequentiedichtheid. Dit is de frequentie per eenheid klassenbreedte.

Een bijzondere vorm van de gecumuleerde relatieve frequentieverdeling is de Lorenzcurve/concentratiecurve

Hierbij plaatst men aan beide zijden van het diagram gecumuleerde relatieve frequenties. Deze curve komen we in de marketing vaak tegen als het gaat om het bepalen in hoeverre bepaalde producten van het assortiment een bijdrage leveren aan de omzet

Een veel toegepaste regel is de 20/80-regel

Dit is een ervaringsregel waaruit blijkt dat 80% van de omzet gerealiseerd wordt door 20% van de producten.
Voor een onderneming is het dan ook van belang dat men deze verdeling goed kent en daarmee rekening houdt bij het bepalen van de voorraad.

Ongewogen rekenkundig gemiddelde vs gewogen rekenkundig gemiddelde

Door middel van het ongewogen rekenkundige gemiddelde geven we de gemiddelde waarde van een reeks aan. Het rekenkundig gemiddelde is de som van een rij getallen, gedeeld door het aantal getallen.

Bij het gewogen rekenkundig gemiddelde wordt rekening gehouden met het aantal verkochte eenheden per product of prijsklasse.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo