De steekproeftheorie - De methode van steekproeftrekking
5 belangrijke vragen over De steekproeftheorie - De methode van steekproeftrekking
De meest eenvoudige wijze van steekproeftrekking is de enkelvoudige steekproeftrekking, de zogenaamde simple random sample:
De getrapte steekproef/clustersteekproef/trossteekproef
Hierbij kunnen 2 varianten worden onderscheiden:
1. Eentrapsclustersteekproef: ieder element uit ieder getrokken cluster wordt ondervraagd.
2. Tweetrapsclustersteekproef: na trekking van een aantal clusters een aselecte steekproef van elementen uit ieder getrokken cluster wordt getrokken.
De proportioneel gestratificeerde steekproef of evenredige allocatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Disproportioneel gestratificeerde steekproef
Bij het trekken van de steekproef is dus sprake van een aselecte trekking, maar dan aselect binnen de onderscheiden strata. De totale steekproef is geen representatief beeld van de populatie. Om een representatief beeld te krijgen, moeten de uitkomsten eerst worden herwogen.
Een combinatie van de intervaltrekkingsmethode en clustering is de zogenaamde random-walkmethode of startadressen-methoden
De startadressenmethoden is een manier om respondenten te selecteren voor een steekproef, waarbij volgens toeval een straat met huisnummer als startadres getrokken wordt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden