Samenvatting: Marketingcommunicatie-B (Online En Offline)
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Marketingcommunicatie-B (Online en Offline)
-
Les 1
Dit is een preview. Er zijn 164 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/10/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Waar kan een merk voor staan? (4 antw.)
Product (calve), dienst (hispeed), bedrijf (philips), niet commerciële organisatie (Bel.dienst). -
Welke functie heeft een merk voor de consument? (2 antw.)
1. gemak bij aankoop: je weet waar het voor staat.
2. Psychosociale functie: a. expressief (laten zien wat voor een type je bent), b. impressief: goed gevoel, erbij horen. -
Wat is de missie van een bedrijf? En waar is het voor bedoelt?
De WHY van het bedrijf. Als doel: het bevorderen van de cohesie en coherentie van de organisatie -
Welke functies heeft een merk voor een bedrijf? (5 antw.)
1. onderscheid: door psychosoc. meerwaarde als product/dienst gelijk is.
2. continuiteit: tevreden cons. blijven kopen.
3. Hogere prijs: als pschycosoc. meerw. groot genoeg is kan prijs omhoog.
4. gemakkelijke productintroducties(merkextensies): i.v.m. gevestigde naam.
5. grotere onafhankelijk van handel: cons. wil product, dus winkeld nemen het op (pull) in assortiment.
Merkextensies: nieuwe producten of diensten onder hetzelfde merk. -
Wat is het verschil tussen de visie en de missie?
Een visie zegt iets over de wereld/de mensheid en heeft niets te maken met de koers van het bedrijf. De missie heeft wel betrekking tot het bedrijf en geeft richting aan de organisatie (de WHY). -
Waar moeten ondernemingsdoelstellingen aan voldoen?
- SMART zijn
- Concreet binnen 1 tot 3 jaar te bereiken zijn -
Waar staat het Triple P-model voor?
Een manier om de ondernemingsdoelstellingen te formuleren:
- People (Behoeftebevrediging van personeel/klanten/partners/aandeelhouders)
-Planet (Grotere sociaal-maatschappelijke belangen)
- Profit (winst)
Deze moeten allemaal met elkaar in balans zijn. -
Welke soorten consumenten producten zijn er (4 antw.)
1. Dagelijke gebruiksgoederen: freq. aankoop, weinig inspanning, weinig vergelijken, verschillen tussen merken gering. (kleine verschillen = grote budgetten om merkvoorkeur te creëren)
2. Voorkeursgoederen: producten met merkvoorkeur
3. Afwegingsgoederen (=shoppinggoods): duurzame goederen, vergelijking van de prijs en kwaliteit, grote verschillen, grote bedragen. (veel voorlichting voordat men koopt)
4. Speciale goederen (=specialty goods): unieke producteigenschappen. Consument weet van tevoren al welk merk te kopen, geen vergelijking = sterke merkvoorkeur. -
Welke promotie bij dagelijkse gebruiksgoederen (lage betrokkenheid)?
- Thema / actiecommunicatie
- Promoties -
Welke promotie bij afwegingsgoederen (hoge betrokkenheid)?
- Themacommunicatie
- Persoonlijke verkoop
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden