Samenvatting: Marktresultaat En Overheidsinvloed
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Marktresultaat en overheidsinvloed
-
1 Economische doelmatigheid
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat betekent economisch doelmatig?
Een transactie is doelmatig als de ruilwinst zo hoog mogelijk is/ er zo min mogelijk opoffering van middelen nodig is. -
2 De overheid grijpt in
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de gevolgen van de overheidsingrijpen?
- Prijsveranderingen
- Hoeveelheidsveranderingen
- Veranderingen in consumentensurplus
- Veranderingen in producentensurplus
- Veranderingen in het totale surplus
- Prijsveranderingen
-
Wat is een deadweight loss (verloren surplus)?
Een afname van het totale surplus die ontstaat omdat de marktwerking wordt verstoord en de markt minder doelmatig werkt. -
Wat zijn de indirecte subsidies?
Een subsidie aan de producent waardoor hij de prijs van zijn product kan verlagen. -
Waarvoor zijn de indirecte belastingen en subsidies nodig?
- Overheid heeft geld nodig om haar uitgaven te kunnen bekostigen.
- Om productie/consumptie van bepaalde producten te stimuleren of te ontmoedigen.
-
Hoe bereken je de oppervlakte van de Harberger-driehoek?
1/2 x heffing OF subsidie x (Qe -Q2 ) -
Leg uit dat het afwentelingspercentage bij een steile vraaglijn hoger is dan bij een vlakke vraaglijn.
Bij een steile vraaglijn neemt het aantal vragers bij een prijsstijging (door het doorberekenen van een heffing) relatief minder af dan bij een vlakke vraaglijn.
De heffing kan daardoor voor een groter deel werden afgewenteld op de consument. -
Leg uit dat het afwentelingspercentage bij een steile aanbodlijn lager is dan bij een vlakke aanbodlijn.
Bij een steile aanbodlijn is de geproduceerde hoeveelheid van bedrijven minder gevoelig voor kostenstijging. Bedrijven nemen een groot deel de gestegen kosten voor hun eigen rekening waardoor het afwentelingspercentage lager is.
De heffing wordt volledig doorberekend: 100% -
3 Onvolkomen concurrentie
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit dat bij een overheidsmonopolie de allocatie minder efficiënt zou kunnen zijn dan bij een privaat monopolie.
Private monopolies streven meestal naar maximale winst. Ze zullen de productiefactoren zo optimaal mogelijk inzetten.
Overheidsmonopolies hoeven niet naar winst te streven. Daardoor kan de aanwending van productiefactoren (allocatie) bij overheidsmonopolies minder efficiënt zijn dan bij de private monopolies. -
Waarvoor zijn de transactiekosten bij privatisering nodig?
Overheid wilt er zeker van te zijn dat de uitvoering naar haar wens is. Dat komt door het principaal-agentprobleem en berovingsprobleem.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden