Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Massamedia 2 / behoeften-mediagebruik-gratifications-theorie

Uses & gratifications-theorie actieve publiek

5 belangrijke vragen over Uses & gratifications-theorie actieve publiek

Wat zijn kenmerken van de Uses & gratifications-theorie?

Jij kiest zelf de media die jij gebruikt, afhankelijk van de doelen die je hebt.
Media kunnen invloed hebben, maar daar kies je zelf voor.
De actieve gebruiker bepaalt effecten door zijn of haar gedifferentieerd mediagebruik.
Kijkt naar de ontvanger, het publiek
Gedifferentieerd patroon van blootstelling: omdat je bepaalde bronnen iets verwacht, kies je je eigen mediamenu.
Heeft ook andere gevolgen: informatief, humor, etc.
Media-inhoud is dus van marginaal belang.
Inhoud doet er niet toe want heel veel mensen kunnen heel andere doelen hebben.

Is bij de Uses & gratifications-theorie het publiek een actieve of pasieve gebruiker?

Het publiek is actief en het mediagebruik is doelgericht. De ontvanger bepaald dus zelf wat zijn behoeften en nagestreefde doelen zijn, en op grond daarvan komt zijn mediagebruik tot stand.

De verkregen voldoening (gratificatie)bij de Uses & gratifications-theorie kan voortvloeien uit die aspecten. Wat zijn deze aspecten en leguit met een voorbeeld?

De media-inhoud:

voetbalwedstrijd zelf

De blootstelling aan media als zodanig:

jij die de wedstrijd kijkt en ontspant

De situatie waarin blootstelling plaatsvindt:

als je in een café voetbal kijkt

→Actieve deelname kan effecten van blootstelling bevorderen, beperken of op een andere manier beïnvloeden.

Hoe zit het bij de Uses & gratifications-theorie met rol van de media als het gaat behoeftebevrediging? Welk verband zien we?

Media concurreren met andere bronnen van behoeftebevrediging (en elkaar). Er is een verband tussen behoeften van mensen en hun mediakeuze. Mediagebruik kan veel behoeften bevredigen, dus op basis van media-inhoud kan geen nauwkeurige schatting van het behoeftepatroon gemaakt worden.

→Media-inhoud structureert wel de mogelijkheden tot behoeftebevrediging.

Dus: door alleen te kijken naar media-inhoud, kun je volgens deze benadering niets zeggen over mogelijke effecten.

Welke kritiek is er op de Uses & gratifications-theorie?

Geen eenduidige, theoretische indeling van behoeften en voldoeningen. Terminologische spraakverwarringen en verschillende interpretaties van termen.
Activiteit van publiek kan op veel verschillende manieren tot uitdrukking komen.
Het is de vraag of al het mediagebruik voortkomt uit behoeften, motieven of gezochte bevrediging. Situationele factoren worden verwaarloosd, weinig empirisch bewijs.
Interactiviteit als vierde niveau

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Massamedia 2

Bekijk samenvatting