The basic statistics of measurement
4 belangrijke vragen over The basic statistics of measurement
Welke 4 soorten metingsschalen worden genoemd en wat onderscheid ze van elkaar?
- Nominaal: indelen in categorieën; niet beter/slechter.
- Ordinaal: rangnummers toekennen; een is beter dan het ander.
- Interval: rangnummers toekennen op basis van een schaal met gelijke delen. Nadeel: heeft geen nulpunt.
- Ratio: verdeling van een intervalschaal, maar met nulpunt.
Wat is een negatieve scheve distributie, wat is een positieve scheve distributie en wat is het verschil?
Negatieve scheve distributie: verdeling is scheef naar links (links loopt lang uit). Veel meer hoge dan lage waarden.
Positieve scheve distributie: verdeling is scheef naar rechts (rechts loopt lang uit). Veel meer lage dan hoge waarden.
Welke 3 soorten correlatiecoëfficienten zijn er en waarin verschillen ze van elkaar?
- Pearson correlatie coëfficient.
- Spearman's rang correlatie coëfficient; bij ordinaal gemeten variabelen.
- Point-biserial correlatie coëfficient; als ene variabele dichotoom en andere interval/ratio is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke 2 factoren beïnvloeden het correlatie coëfficient?
- Lineaire relatie; assumptie van lineaire relatie tussen de variabelen.
- Steekproeven met grote variantie hebben vaak hogere correlatie dan steekproeven met kleine variantie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden