Samenvatting: Materiaalkennis Deel 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van materiaalkennis deel 1
-
1 materiaalkennis deel 1
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen absoluut dateren en relatief dateren?
Bij absoluut dateren krijg je exacte data zoals 35 voor Christus.
Relatief dateren geeft geen exacte data, hierdoor krijg je dateringen als 150-300 na Christus. -
Wat houdt terminus post quem in?
Dit is een daterings methode waarbij een gebeurtenis wordt gebruikt.
Als bijvoorbeeld een munt van Tiberius gevonden word (14-37 na Christus) dan kan het spoor waar de munt in lag nooit voor 14 na Christus dateren. -
Wat houdt terminus ante quem in?
Dis is een daterings methode waarbij iets niet jonger kan zijn, dus dat er na een gebeurtenis niks gevonden kan worden van een of meerdere jaren erna.
Een goed voorbeeld hiervoor is de Pompeii eruptie, waarbij Pompeii bedekt werd door vulkanische afzettingen (79 na Christus). Het is dan ook onmogelijk om bewoningsresten uit 100 na Christus nog bewoningsresten daar aan te treffen. -
Noem de verschillende stappen van productie van glas.
1) Stukjes van glas smelt je aan elkaar.
2) Het glas wordt om een mal geplaatst.
3) Nu moet je maar blazen door een pijp en of stok, dit kan door het glas wat je blaast in een mal te stoppen of gewoon zonder mal.
4) Nu wordt het nog in de mal gegoten.
(Logica in dit verhaaltje kan ver te zoeken zijn) -
Hoe versier je glas?
1) Je maakt deuken
2) Je doet wat stukken glas op het het glas, (noppen)
3) Je doet er wat gelkeurd glas bij.
4) Je doet op het glas wat glasdraden voor versiering.
5) Het glas slijpen
6) Of lekker graveren in het glas. -
Welke metaalsoorten zijn er in de Romeinse tijd te vinden?
1) IJzer
2) Brons
3) Lood
4) Koper
5) Tin
6) Zilver (wel zeldzaam)
7) Goud (ontzettend zeldzaam) -
Welke grondstoffen in Nederland zijn er vooral voor ijzer productie gebruikt in de Romeinse tijd?
1) Moerasijzererts / ijzeroer (epse :( )
2) Import ijzererts uit de bergen.
3) Half-fabrikaten (mischien ook wel oude, versleten en mislukkelingen)
4) klapperstenen -
Wat heb je nodig voor het smelten van ijzer? (Romeinse tijd)
1) De grondstof
2) Houtskool
3) Oven
4) iemand die daar zin in heeft (mens uren) -
Hoe maakten ze nou ook alweer houtskool?
1) Je verzamelt hout
2) Je flikkert het op een grote stapel
3) Je gooit en grond overheen zodat er weinig zuurstof bij kan.
4) Je steekt de boel in de fik, maar de boel moet wel verkolen (niet ver assen) (1 ton houtskool kost 6 ton eikenhout)
5) Je breekt je bouw werkt af en verzamelt het houtskool. -
Het smelten van je ijzer houdende grondstoffen
1) Oven vullen met houtskool
2) Oven aansteken en zorgen dat er veel houtskool aanwezig is.
3) Het houtskool zakt in elkaar en dan kan er erts toegevoegd worden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden