Samenvatting: Materiaalkunde

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Materiaalkunde

  • 1 Biocompatibiliteit

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat kunnen de reacties van het lichaam op materiaal zijn?

    Biocompatibiliteit; materiaal komt in contact met lichaam en dat veroorzaakt ...
    - immuunreacties
       - directe reactie -> krijg je een anafylactische shock van; bijvoorbeeld notenallergie
       - delayed reactie -> zoals een nikkelallergie
    - toxische reacties -> cyanide is zeer giftig voor de mens: je gaat eraan dood
    - corrosie
    - galvanisme (oxidatie, lekken door stroomgeleiding)
  • Op welke gebieden moet materiaal veilig zijn?

    Biocompatibiliteit
    - mechanisch veilig
    - galvanisch veilig (geen oxidatie, door stroomgeleiding)
    - ionisatie inert (oplossen/corrosie) -> je wilt materialen gebruiken die niet oplossen en niet vrijkomen; anders kan het onderstaande reacties veroorzaken. Een materiaal moet zo inert mogelijk zijn om biocompatibel te zijn
       - toxisch
       - allergisch
       - mutageen/carcinogeen
    - ziekmakend (pathogeen)
  • Welke endodontische restauratiematerialen zijn er?

    - cementen
       - kunststofcementen, Epoxy (AH26), composiet etc.
       - ZnO-eugenol
       - GIC
    - stiftmaterialen voor endodontische afsluiting
       - gutta percha
       - thermafil
       - zilverstift
    - restauratiematerialen voor retrograde apicale restauraties: tandvlees open leggen -> dan op de plek waarvan je denkt dat uiteinde van wortel zit, daar vakje maken (dus bot weghalen met boor) -> boren tot je onderkant van wortel tegenkomt -> vullen met ...
       - MTA
       - Amalgaam
       - EBA
  • Welke allergische reacties kunnen er in de mond ontstaan?

    - objectieve symptomen van lokale allergische reacties in de mond -> in de mond is het vaak niet zichtbaar, buiten de mond wel waardoor dit het opsporen van allergieën lastig maakt
       - lichte tot erge roodheid en zwelling
       - erosie- of zweervorming optreden
       - soms ook symptomen buiten de mond zichtbaar
    - subjectieve symptomen van lokale allergische reacties in de mond
       - verlies van smaak
       - een droge mond gevoel
       - een brandend gevoel
       - pijn
  • Welke endodontische cementen zijn er?

    - epoxy-cementen
       - lekken formaldehyden (bisphenol A)
          - bijvoorbeeld AH 26, AH Plus en Top Seal
       - bevatten aminen (an je allergische reactie voor krijgen; zelden)
          - bijvoorbeeld hexamethylene - tetramine
    - ZnO-Eugenol-sealers
       - eugenol en Iso-eugenol
          - dit zijn kruidnagel-oliën -> werd in 1800 gebruikt om tandpijn te bestrijden omdat het zenuwstillend is; zit veel in o.a. Kaneel en nootmuskaat
          - contactallergie door eugenol -> kan er heel heftig uitzien
       - perubalsem
          - perubalsem-allergie heeft een kruis-allergie met ...
             - eugenol en iso-eugenol
             - benzoin, benzoic acid, benzyl, alcohol
             - citrusvruchten (schillen)
             - tijgerbalsem
             - vanille
    Eugenol, perubalsem en kolophonium zijn drie belangrijkste allergenen in endodontische materialen.
  • Waarom is de biocompatibiliteit van een coronale restauratie (vulling of kroon) van minder groot belang dan dat van een endodontische restauratie (wortelkanaal sealer, vulmateriaal of directe pulpa overkapping)?

    - omdat coronale restauraties enkel in contact staan met epitheel 
    - omdat de materialen van coronale restauraties geen interactie aangaan met zachte weefsels -> is niet waar, ze kunnen wel een interactie aangaan waarbij reacties kunnen ontstaan.
  • 1.2.1 Het onderscheid tussen kennis en kunde

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn bouwmaterialen? Noem 5 voorbeelden waarvoor we het gebruiken in de bouw.

    Materialen waarmee we:
    • bouwen
    • een gebouw optrekken
    • een dijk aanleggen
    • wegverbetering uitvoeren 
    • vliegveld realiseren 
  • Wat kan gemaakt worden voor een gerichte toepassing als de fundamentele kennis van de materialen echter uitgebreid genoeg is om de voor- en nadelen van het gebruik te kunnen afwegen?

    Er kan een doordachte keuze worden gemaakt voor een gerichte toepassing.
  • Wat geeft materiaalkennis aan? Noem 6 punten.

    • Welke materialen voorhanden zijn.
    • Hoe de materialen zijn ontstaan of gemaakt.
    • hoe en waaraan we ze kunnen herkennen.
    • In welke vormen en formaten ze verkrijgbaar zijn.
    • welke eigenschappen ze bezitten.
    • de uit overlevering of ervaring bekende gegevens over levensduur.
  • Welke punten van materiaalkunde geven de theoretische grondslagen? Noem er 9.

    • De structuur, de opbouw, de chemie van de materialen en de daartussen bestaande samenhang.
    • De corrosie van metalen en de aantasting van alle andere materialen.
    • De bescherming tegen allerlei aantastende milieu-invloeden.
    • De weerstand tegen brand, vorst en andere weersinvloeden.
    • de sterkte in de constructie
    • de vervormbaarheid onder mechanische belasting.
    • de vervormbaarheid door thermische en vochtinvloeden.
    • de mogelijke levensduur  van materialen en constructies, vertaald in duurzaam bouwen.
    • De onderhoudsproblematiek van materialen en constructies.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart